[p. 194]
[Tirade mei & juni 1993]
K. Michel
In het vijfde element
voor W.B.
Nooit begrepen waar de bovenmaanse
sferen zich bevinden, geen kaart
of atlas gaf de geringste aanwijzing
Liep je maar lang genoeg door, dacht ik
dan viel je over de rand van de wereld
en belandde in de blanco legenda
Temidden van geruis en vogelsignalen
verscheen vandaag, terwijl ik de afwas deed,
in de milde stemming van een herfstmiddag
als het licht van een reeds lang
uitgedoofde ster, een verdwenen stem
Hij leest een verhaal voor
oud en moe, op een middag in 1959
over een plezierreis met de trein
in de zomer van 1896 naar Nijmegen
ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten
en ik voel weer even de oude verwachting
van toen, toen die dag nog komen moest
[p. 195]
Moeizaam mompelend bereikt de stem
en het koeren van de houtduif
wordt overmand door ontroering en breekt
Het is een tijdje stil, de radio kraakt
en dan plompverloren in de stilte
zegt Nescio waar wacht ik nou op
In de ruimte tussen zon en aarde
moest iets zijn, zo dachten de ouden,
waardoor een kracht zich voort kon planten
een tussenstof, ether, het vijfde element
Ontevreden met de occulte werking op afstand
nam Descartes aan dat de wereldruimte
gevuld was met een substantie die fungeerde
als drager van trillingen tussen lichamen
Later ging men dit à la Einstein anders zien
en raakte de ether uit de gratie, maar vandaag
leverde Nescio’s stem ex nihilo het bewijs
een man, een houtduif, een trein en wat licht
kwamen uit het ongerijmde in mijn keuken samen
om een glimp te tonen van gene zijde
in een trage werveling van tijdstippen