Karin Amatmoekrim
Pak jij mijn afvoerputje eens goed aan
Pornofilms zijn niet bepaald een realistische weergave van de werkelijkheid. Het zijn in het algemeen geen films die een verhaallijn volgen waarin een man aan zijn echtgenote vraagt of ze maar weer eens een keer zullen. Pornoscènes bestaan niet uit een vrouw die met frisse tegenzin haar man een welgetelde vier minuten toelaat, waarna hij van haar afrolt en in een welverdiende slaap sukkelt. In pornofilms is er geen sprake van echtelijke slaapkamers, geen ingelijste kindertekeningen aan de muur, geen rondslingerend wasgoed, geen jengelend kind dat binnenkomt omdat het een glaasje water blieft. Nee, het zijn veeleer twee wildvreemden die beestachtig tekeer gaan omdat de een vroeg wat er gerepareerd moest worden aan de gootsteen en de ander zei pak jij mijn afvoerputje maar eens goed aan. Met die lekkere dikke ontstopper van je.
Het taboe op smerige, platte seks opheffen, betekent in elk geval niet dat alle vrouwen spontaan met loodgieters van bil gaan
Ver gezocht, weinig verheffend en als we eerlijk zijn vooral ook erg opwindend. Waarom het opwindend is? Niet omdat we in een samenleving wonen waarin het gewoon is dat een vrouw zich eens goed laat doorsmeren door de loodgieter. Het is juist opwindend omdat het ‘t tegenovergestelde is van de manier waarop we in werkelijkheid aan onze trekken komen. Iedereen wil in principe wel eens seks. Daar hoeven we zeker niet kinderachtig over te doen. Maar hoe openhartig zouden we daar nou echt in moeten zijn? Er schuilt geen meerwaarde in het ontsluiten van porno en het de openbaarheid in te trekken. Het taboe op smerige, platte seks opheffen, betekent in elk geval niet dat alle vrouwen spontaan met loodgieters van bil gaan. Dat willen vrouwen namelijk in werkelijkheid namelijk helemaal niet. Wel in pornofilms, want porno is fantasie – en daarmee bestaat porno op een heel andere planeet dan die waarop we in werkelijkheid leven.
Rudy Kousbroek vond dit moreel afkeuren van iets wat de meesten van ons heus opwindend vinden, onterecht. Hij had het mis. Een weerzin jegens porno-
grafie is niet alleen terecht, maar vooral ook wenselijk. Niet omdat porno afkeurenswaardig is, maar juist omdat het waardevol is in de vorm waarin het al bestaat. Juist bij het in zijn waarde laten van porno, en het per definitie niet uit de schaduw te trekken, gedijt porno het beste. Seks is, om het maar even onomwonden te zeggen, geil wanneer het geschiedt in een sfeer van geheimzinnigheid, het liefst eentje van de viezige soort. En die viezige, smerige, nat-pappende eigenschap is nu eenmaal zo leuk omdat de daad op zichzelf vies, smerig en nat-pappend is. Anale seks klinkt vies, is min of meer tegennatuurlijk, kan pijnlijk zijn en bij de nuchtere gedachte van het naar binnen gaan in ‘dat gaatje’ zullen er nogal wat mensen zijn die denken hallo, daar komt normaal gesproken wel poep uit hoor. En toch doen we het. Je mond zetten op een geslachtsdeel dat bijna vierentwintig uur per dag ligt te zweten onder dikke kledinglagen, tegen katoen aan waar zich de nodige rem- en urinesporen hebben verzameld, klinkt objectief gezien niet erg aanlokkelijk. En toch doen we het. Want seks is vies. Lekker vies. En porno is als uitvergroting van seks zo mogelijk nog lekker viezer. Het uit dat heerlijke verdomhoekje halen waarin seks van nature zit, maakt het niet aantrekkelijker of toegankelijker. Het maakt enkel dat we het willen opschonen, god betert, en het meer easy on the eyes willen maken. Een in elk geval deels verbergen van waar we mee bezig zijn op dat moment, is het gevoelsmatige equivalent van de ogen iets toeknijpen en door je wimpers naar de wereld kijken. Dwingen we elkaar de ogen wagenwijd open te sperren, dan is de kans groot dat hetgeen we ons van tijd tot tijd gunnen, een lekker vies momentje, op een zeker moment niet meer aanspreekt. We hebben er geen trek meer in, want gut, zo open en bloot besproken met elkaar blijkt het eigenlijk toch wel een heel vieze bedoening. Taboe weg, lust weg.
Er is bovendien een ander reëel gevaar bij het doorbreken van dat taboe. Iets wat al doorschemert in de opmerking van Rudy Kousbroek over het ontbreken van kunstzinnig interessante porno. Want krijgt porno eenmaal een plek in ons openbare bestaan, dan moeten we er ook iets van vinden. We moeten er een standpunt over innemen. Praten de tafelgasten bij dwdd over het laatste hoogtepunt in de Glamourserie van de Amerikaanse pornofilmgigant Vivid, dan moeten we daar bij de koffie op kantoor de volgende dag een mening over hebben. Wat is jouw standpunt aangaande dubbele penetratie? Dat lijkt me niets, maar ja, taboes zijn er om doorbroken te worden hè, dus vanavond toch maar eens proberen. Leuk, laat me morgen weten hoe het was. Prima, doe ik.
Wat winnen we met die openheid? Dat er een discours geboren wordt over porno? Dat we daarmee een ontwikkeling in gang zetten in het maken van betere, hogere, kunstzinnig meer indrukwekkende porno, zoals Kousbroek al suggereerde?
Waarom? Gaat u na een open gesprek bij de koffie met collega’s ook poepen met de toiletdeur open, omdat er nu eenmaal geen taboes meer zijn? Ik hoop het toch zeker niet. De wereld wordt er namelijk niet mooier op, als mensen met de wc deur open poepen, of wanneer u aan mij vertelt dat u uw vrouw onlangs tussen haar borsten geneukt heeft. Dit voor elkaar verzwijgen betekent niet dat poepen niet nodig is, of dat het niet leuk is om het een keer op z’n Russisch te doen – we hoeven het alleen niet per se van elkaar te weten.
Een grote openheid over porno zou ongetwijfeld resulteren in de behoefte onder ontwikkelde mensen om het mooier te maken dan het is. Om er zogenaamd betekenis aan te geven. Terwijl er geen betekenis in seks schuilt, anders dan dat het bedoeld is om ons mee voort te planten en dat we daarom zo geprogrammeerd zijn dat we het lekker vinden. Daar komt bij dat porno pure, onversneden seks is. En seks ís niet mooi. Seks is lelijk. Seks is hijgend en zwetend vlees, grimassen, lichaamssappen, openingen naar het binnenste van een lichaam, geurtjes en geluidjes.
Seks bestaat namelijk bij de gratie van de vrouw
Voor mooie dingen gaan we naar het museum, of naar een boetiek, of naar een concert. Kunst heeft niets met neuken te maken, kleren zitten in de weg en muziek mag prettig zijn in de aanloop naar seks, maar als we eenmaal goed opgewonden en bezig zijn dan hebben we niets meer nodig dan wat gesteun en gehijg en the occasional dirty talk. Wanneer Rudy Kousbroek in zijn essay over het heil van de pornografie vaststelt dat er weinig eervols is bereikt op kunstzinnig vlak, dan zeg ik; nogal wiedes. Kunstzinnige porno werkt niet en is daarmee in zijn geheel overbodig. Bovendien is zoeken naar kunstzinnige porno niet meer dan een excuus om te laten zien dat we zelfs tijdens onze meest dierlijke daad, nog ontwikkelde mensen zijn. Waarom zou je dat in hemelsnaam willen, behalve dan om te bewijzen hoeveel beter je bent dan de gemiddelde masturbant?
Dan is er nog de kwestie van vrouwvriendelijke porno, die zekere raakvlakken deelt met kunstzinnige porno. Als met vrouwvriendelijk wordt bedoeld dat vrouwelijke kijkers er even opgewonden van worden als mannelijke kijkers, dan lijkt me dat niet alleen prima maar vooral ook wenselijk. Seks zien doet immers seks bedrijven, en dat is in het algeheel goed voor iedereen.
Maar vrouwvriendelijke porno die tegenover doorsnee porno wordt geplaatst, omdat die laatste onvriendelijk zou zijn of omdat het ‘t beeld van vrouwen in het algemeen geweld aan zou doen – dat is een beetje overtrokken.
Seks bestaat namelijk bij de gratie van de vrouw. Mannen mogen het imago
hebben de samenleving oversekst te hebben gemaakt, met een buitengewone nadruk op jong en strak en gewillig – in de praktijk liggen de machtsverhoudingen toch echt anders. De Franse schrijver Michel Houellebecq omschreef seks als een consumptieproduct op de markt van vraag en aanbod. Hoewel Houellebecq dit idee buitenproportioneel centraal stelt in zijn werk (op een manier zoals alleen een buitengewoon onaantrekkelijk man, die moeite heeft op een normale manier omgang te vinden met vrouwen dat zou doen – maar dat terzijde), heeft hij wel degelijk een punt.
Het soort man dat in staat is om een vrouw te verkrachten buiten beschouwing gelaten, is de man in het algemeen afhankelijk van de bereidwilligheid van de vrouw om hem datgene te geven wat hij gemiddeld twee keer per week nodig heeft. Vrouwen laten zich daartoe op verschillende manieren paaien. Aandacht, geld, kadootjes, het vuilnis op eigen initiatief buiten zetten – het is doorgaans even puzzelen welke vrouw wat nodig heeft, om te zorgen dat ze ‘s avonds in bed niet doet alsof ze slaapt wanneer hij naast haar in bed kruipt. Maar wat alle vrouwen met elkaar gemeen hebben, is het gegeven dat zij een valuta in handen hebben waar elke man in principe interesse in heeft: seks. Zij hoeft bovendien niets te doen, om hem bewust te laten zijn van wat ze in potentie voor hem heeft klaar liggen. Een bloot been volstaat. Een gewillige blik, en de deal is gesloten. Andersom geldt dat zeker niet. Trekt de echtgenoot zijn shirt uit, strijkt uitnodigend over zijn buik en zegt: ‘Kom je schatje? Ik heb zin in je,’ dan is daarmee allerminst gezegd dat het schatje ook zin heeft, laat staan dat zij (tijdens de daad) komt.
Juist als tegenhanger van de complexiteit van dit systeem van vraag en aanbod, is de gemiddelde pornofilm zo plat en eenvoudig. Een man is zich in de praktijk overbewust van hoeveel moeite, geld en tijd hij moet steken in één vrouw, met een onzekere uitkomst of daar ook goede seks uit voort zal komen. Logischerwijs zal zijn fantasiewereld bestaan uit enkel de basiselementen die nodig zijn voor een orgasme: een lekker wijf (enkel- danwel meervoud), een grote penis waarmee hij zichzelf kan identificeren (van rubber danwel als onderdeel van een andere man) en een overdreven libido van de vrouw. Alles wat daar in de praktijk aan voorafgaat of bijkomt, wordt weggelaten. Het is een eenvoudige maar effectieve optelsom van kernelementen.
Een vrouw die zegt dat zij bij deze basisopstelling niet opgewonden wordt, liegt dat ze barst. Mannen die zeggen dat ze een kunstzinniger benadering zoeken van porno, nemen zichzelf te serieus. Seks, lieve kijkbuiskindertjes, is seks. Het is een opening van zacht vlees dat opgevuld wordt door een hard, net iets te groot object. Porno is een uitvergroting van dat doodeenvoudige gegeven.
De gedachte dat we allemaal aan seks (willen) doen, is zeker geen reden om er dan maar zo open mogelijk over te doen. Of om te denken dat we ons niet hoeven te schamen voor onze seksuele fantasieën. We moeten ons wel degelijk schamen, want seks bedrijven is een van de weinig oerdriften waaraan we nog gehoor geven. Dat we als soort nog steeds zo weinig geëvolueerd zijn dat we de noodzaak tot copuleren blijven voelen, ondanks dat er nut noch schoonheid in schuilt, is iets om ons voor te schamen. Dus laten we dat dan ook alsjeblieft blijven doen. Want in die schaamte en in dat toedekken van seks kunnen we ons pas echt laten gaan. Laten we onszelf die oerdrift in zijn meest pure, meest dierlijke en ongecompliceerde vorm gewoon gunnen. Het taboe op porno opheffen, betekent een zeker einde aan die ongecompliceerde vorm. En laat dat nu net de vorm zijn die het meest effectief bewezen is. Daarom concludeer ik dat het niet alleen prima is dat er een taboe rust op porno, maar ook dat er geen kunstzinnig eervolle porno gemaakt zou moeten worden. Daarmee kan ik heel eenvoudig een aanzet doen tot de eerste drie minuten van een pornofilm. Namelijk: er mag geen verhaallijn zijn, alleen maar mannen en vrouwen die zin hebben in seks. Ze moeten het met elkaar doen op alle mogelijke manieren en in alle mogelijke combinaties. En ze moeten knap zijn. Bovenaards mooie mensen met veel te stevige borsten en veel te platte buiken en veel te grote geslachten en veel te weinig schaamhaar. Zodat de seks, overbelicht door de studiolamp en uitvergroot op het tv-scherm, in alle lelijkheid nog steeds wonderschoon is om naar te kijken. Dat is perfecte porno; eenvoudig, weinig verheffend en vooral erg effectief.