[p. 559]
Leo Vroman
Vooravond naast een vreemdeling
Ik versta veel en vooral verkeerd
in ieder woord een vliegend wonder
dat elkanders wonderen transporteert
om zwaar verwonderd veranderend
hulpeloos te landen
Het maakt mij zo uniek als verloren geld
zo uniek als het portret
van Washington op een dollarbiljet
verscheurd en verkeerd hersteld
wat is er gebeurd met wat je was
waardoor je op dit ogenblik
bijna bestaat zo nabij als ik
flonkerend als een kristallen glas
vol zand en koffiedik?
Tussen ons woord en waarlijk beeld
flonkert een derde zo uniek
als drie stukken Bach en Bali muziek
simultaan gespeeld
Zo kan ik ook van de oceaan
door die branding dat onmenselijk brullen
door dat krullen van zichzelf omhullen
het ware water niet verstaan.
[p. 560]
Als het ooit wachtte het wacht niet meer
op het naderend onweer
kondigt het alleen maar aan
Waarom anders moeten we hier staan
op het gepolitoerde strand
vertel mij dit eens
jij mantelmeeuw starend
oog en al in het zwart en wit
Hij verschikt zijn mantelpanden
keert zich af en stapt
met zijn staart in de handen
van mij weg
[p. 561]
Opnieuw
Ik zal onvoorbereid opstaan
en dromende mijn droom uit gaan
in het zonlicht van de maan
daarbij heb ik twee schoenen aan
Zelf lig ik op een regenbed
Een treurwilg is daar naast gezet
die op mijn ademhaling let
in een bries motregent het
Ook sta ik door mijn liefste heen
alsof ik liefst met haar versteen
Besta ik in het algemeen?
Ik ben veelvuldig en alleen
Elk daarvan die ik werkelijk heet
kwam van een andere planeet
waar ik de taal niet meer van weet
wat ik daar moest en daarom deed
Weer weet mijn ik dit van ver af
en wijst mij met haar warme staf
elk aardrijk dat mij leven gaf
weer zonder grond voor gras of graf