[p. 308]
Leonard Nolens
Erotisch schimmenspel
1
Waar de talpa caeca, de blinde mol, zijn blik
Verborgen onder blauwzwart dons, ritten en luchtkokers
Gravend zijn nagels slijpt, en waar de wijnen rijpen
En bacteriën hun voedzaamheid bewijzen, daar,
Dicht bij de wortels en wormen, in een koud
En ongemakkelijk donker probeer ik mijn leven.
Heb geduld. En breng mijn cirkels niet in de war.
Dit werk heeft ons gewild om onder de mensen te komen.
[p. 309]
2
Jij of dit, het is dezelfde slavernij.
Het zijn dezelfde vormen die mijn leven riskeren,
Dezelfde haat en liefde die mijn dood normeren,
Dezelfde grote woorden voor een klinkende kus.
En zelfs als ik zeg: ik kan alleen mezelf belijden,
Niemand anders kent mijn hart, niemand anders
Het centrale zenuwstelsel van mijn ziel,
Dan dank ik die eenzame kennis aan jou en aan dit.
[p. 310]
3
Heb geduld. Schrijf me veel. Bel me niet.
Mijn woorden mogen die van jou niet penetreren,
Onze stemmen moeten hees en donker worden,
Onze monden moeten droogstaan van gemis.
Pas dan, als onze harten scheel zien van de honger
En dorst, zijn wij te vreten, liggen wij elkaar
Dwars in de maag. En laten we dan afscheid nemen
Om te verteren, om vurige spijs te zijn voor de dood.
[p. 311]
4
Zo kwaad ben ik, zo kwaad, ik zou van razernij
Je lief gezicht tegen de sterren kunnen plakken.
Je hebt onze grondwet geschonden, de melk omgegooid
Van de brieven, de bittere boom van het geduld
Geveld waaraan de vruchten moesten groeien, de zoete.
Maar je komst heeft het dodelijk voedsel ontbloot
Van je borsten, je stap heeft de cirkels, de rit opgewoeld
Van de mol, de diepe grond verwoest van zijn bestaan.