[p. 442]
M.K. van der Steeg
Drie gedichten
Schilder
Op een middag in mei
In 1942 meen ik
Kwam er tijdens de les
Een ladder omhoog
Verscheen het hoofd van een man
Een schilder
Hij stond stil in het raam
Een vreemd wit mansportret
Tegen een achtergrond van dreigende wolken
Vanwege het rumoer in het lokaal
Tikte de leraar aan het raam
En verzocht de man heen te gaan
Zo heb ik mijn vader nog eenmaal gezien
Vreemd en ingelijst
Doodstil achter glas
En van jaren her
Sprongen tranen in mijn ogen
Lachsalvo’s in mijn oren
[p. 443]
Ken je die van die oostduitse dichter?
Die lag in het ziekenhuis
Zou worden geopereerd
Aan een voortdurend gemompel
Een soort van bidden in zijn buik
Toen hij bijkwam uit de narcose
Had men niet zijn bloedbuik
Maar zijn mond verzegeld
Met leukoplast van Bayer
Een westduits fabrikaat
Hij kon alleen nog neuriën
En hij neuriede
De zachte gregoriaanse melodieën van zijn buik
Werd uitgewezen
Wegens gistende geluiden
Bayer heeft zijn geneurie getoonzet
Voor geweerschot trompet pauk
Van beeld en tekst voorzien
Uitgezonden op duizenden televisieschermen
Bayer doet uitstekende zaken
Overal waar stemmen opstaan
Krijgen werelddelen koliek in hun buik
[p. 444]
(G) een gek idee
Eigenlijk geen gek idee
Zo op je rug te liggen in een kano zonder peddels
Zonnebadend met gesloten ogen
Als een kampioen gehuldigd met bloemen
Eigenlijk een gek idee
Zo zacht voort te deinen op de smalle stroom
Van nabestaanden oude vrienden en bekenden
Zo zacht weg te glijden in de open zee-
Aan te stoten aan land