Maartje Wortel
Terugkijken
1. Ogen open
Ik zal het maar meteen toegeven; ik heb nog nooit naar porno gekeken. Niet op een dvd of de televisie of in een magazine noch op internet. Ik heb geloof ik nooit die behoefte gehad. Ook niet uit nieuwsgierigheid, baldadigheid, vrijheidsdrang, onwetendheid, pijn, verdriet, omwille van mijn sterrenbeeld, fascinatie of eenzaamheid.
Ik heb nog nooit porno gezien, zelfs niet uit geilheid.
Mijn vriendin bladert wel regelmatig door Mieke Maaieke’s Obscène jeugd van Louis Paul Boon. Dat doet ze graag als ze in haar eentje is, zegt ze. Misschien kijkt ze ook wel stiekem naar de website youporn; thuis, op haar werk of in de trein; sommige dingen kom je nooit van elkaar te weten. Bovendien zegt mijn vriendin dat ik haar erbuiten moet houden. Daar heeft ze gelijk in maar ik kan het toch niet laten haar even te noemen zodat ik haar afgedrukt kan zien op goedkoop pornopapier en dat ik dan de baas ben. Dat we op die manier wellicht nog iets aan mijn woorden zouden kunnen hebben.
Maar ikzelf heb dus geen shots van wijd openstaande kutjes of close ups van harde vleesfluiten (Louis Paul Boon) of bloedlullen gezien. Geen tongen die de lucht likken, vochtige lippen, druipende eikels, geschoren ballen. Ik heb geen orgie gezien, geen swingers of scharende vrouwen, geen trio’s aan de rand van een zwembad, geen vrouwen die door een paar mannen tegelijk worden geneukt, geen mannen die door een paar mannen tegelijk worden geneukt, geen vrouwen die door een paar vrouwen en tegelijk worden geneukt, geen mannen die een paar vrouwen tegelijk moeten bevredigen, geen reuze dildo’s, voorbindpenissen of andere kinky hulpstukken, geen Chinese fabriekjes waar duizenden vrouwen zich tegelijkertijd op kleine spierwitte handdoekjes vingeren en na exact honderd seconden klaarkomen, of mannen die hun zaad tussen twee volle borsten spuiten. Ik heb geen huis-tuin en keuken apparaten, pingpongballen, diverse soorten groenten en fruit, kokosnoten, tennisrackets, brandende kaarsen, gloeilam-
pen, harken, wandelstokken en dergelijke voorwerpen tussen strakgetrokken schaamlippen of in gebleekte anussen zien verdwijnen. Geen seks met dieren, zwakzinnigen, opblaasboten, kabouters, eencelligen, geamputeerden, transseksuelen, geen wurgseks, seks met een fatale afloop of seks met grote gespierde negers, Indianen, of andere inheemse volkeren of woestelingen gezien. (Want onderscheid tussen man/vrouw/blond/brunette/zwart/joods exotisch/geel/hetero/homoseksueel/dier/mens/hard/zacht daar doen ze in de porno industrie niet al te moeilijk over; dat onderscheid maken ze gewoon, dat is in die industrie zelfs noodzakelijk. Ieder mens heeft zo zijn voorkeuren. En zo is het maar net.) Ik heb geen poep – en plasseks geen seks op ijsschotsen, op bergtoppen, in sauna’s, tropische regenwouden, op de rand van een bureau of gewoon in een bed gezien. Ik heb nog niet eens doodnormale één op één seks, het ‘erin-eruit werk’ gezien, zoals een jongetje uit mijn klas met zijn duim en wijsvinger een cirkel maakte waarin hij met de wijsvinger van zijn rechtervinger heen en weer ging. ‘Pik in kut,’ zei hij dan en hij bewoog zijn vinger net zo lang heen en weer totdat alle kinderen op het plein uitgelachen waren.
Dames en heren, ik heb niets gezien. En ik weet niet of dat iets is waar ik me voor zou moeten schamen of dat het iets is om trots op te zijn, het antwoord op die vraag laat ik graag aan u over. En zoals met alle antwoorden op welke vraag dan ook: de uitkomst op de vraag zegt meer iets over u dan over mij. U bent hoe dan ook een trots mens.
Met een beetje geluk kunt u wellicht ook doorgaan voor een geil mens. Zelfs wanneer u daar in principe morele bezwaren tegen heeft want: wie geil is, is nog altijd bevoorrecht: je bent in staat om een vorm van genot te beleven, je over te geven aan jezelf of de ander, je bent in staat te vergeten. En dat niet alleen: wie geil is heeft de brute drang om te overleven, zou ik bijna zeggen. Want of we nu naar porno kijken of niet, of het nu om een orgasme zonder liefde draait of om een orgasme van seks waarbij je de liefde wel ervaart (denkt te ervaren) en zelfs wanneer je masturbeert: waar seks uiteindelijk gewoon op neerkomt is: voortplanting, of je daarbij nou bewegende beelden van onbekenden nodig hebt om je fantasie te prikkelen of genoeg hebt aan jezelf, je partner en je eigen verbeelding.
‘Seks begint en eindigt in de hersenen. (…) Vanuit een veelheid van hersengebieden wordt ons seksueel gedrag aangestuurd en via het ruggenmerg en het autonome zenuwstel worden onze geslachtsorganen voorbereid op dat ene werkelijke doel van ons bestaan: het bevruchten van de eicel,’ zegt de neuroloog Dick Swaab. Over het algemeen heb ik niet zoveel op met al die hersenonderzoeken; of iets nou vastligt in de hersenen of niet; we denken hoe dan ook niet na. En Swaab
zegt bovendien niets nieuws. Volgens mij denkt praktisch niemand letterlijk aan een bevruchting wanneer je aan de daad begint. Dat zou voor mij in ieder geval een reden zijn om alle lust weg te nemen. (Misschien val ik daarom op vrouwen).
Tot mijn verbazing zijn wetenschappers nog steeds aan het onderzoeken waarom óók de vrouw in staat is tot het krijgen van een orgasme (en waarom mannen eigenlijk tepels hebben). In De Volkskrant van maandag 2 april jongstleden stond in het wetenschapskatern dat de vrouw hoogstwaarschijnlijk (?) een orgasme kan krijgen vanuit een psychologisch aspect: ‘Als seks ook voor vrouwen leuk is, houden ze er zin in. En dat komt toch de voortplanting weer ten goede.’
Tot mijn verbazing zijn wetenschappers nog steeds aan het onderzoeken waarom óók de vrouw in staat is tot het krijgen van een orgasme
Alles is niet alleen porno geworden; ook alles is psychologie geworden, en de al dan niet egocentrische drang om het leven door te geven; voortplanting dus. Zelfs voor degene die daar geen behoefte toe voelen. Wederom: ‘Zo zit het nou eenmaal in onze hersenen geprogrammeerd.’
‘The mind tricks itself to escape some horror,’ zegt de filmmaker David Lynch.
Je hoofd houdt je voor de gek om onder de horror van seks, porno, het leven, maar ook van de dood uit te komen. Neuken voor, tegen en met de dood met als doel om het leven en vrijheid te voelen. In Frankrijk noemen ze een orgasme niet voor niets Le Petit Mort. Een kleine dood. Als dat geen vrijheid is, een kleine overwinning…
Porno is hoe dan ook een gevecht. Tegen jezelf en de ander. Het is eigenlijk net zoiets als schrijven; je bent er en je verdwijnt op hetzelfde moment. Je probeert aan iets te ontsnappen waar niet aan te ontsnappen is. Met een beetje geluk kom je in een roes terecht en ben je even in staat tot vergeten. En met nog meer geluk heb je het dan ook voor een kort moment zelfs leuk, of denk je het leuk te hebben.
Het hoofdpersonage Brandon (Michael Fassbender) uit de film Shame van Steve McQueen is seksverslaafd en gebruikt porno precies om die redenen; om aan zichzelf, de liefde en zijn eigen leven te ontsnappen. In de (overigens uitstekende) film wordt het verhaal van Brandon niet vertelt. Hij zwijgt en werkt en rent door de stad en kijkt porno en neukt en je weet als kijker genoeg. Fuck the pain away.
Niet voor niets wordt er in oorlogsgebieden zo veel geneukt; om te overleven, verdomme.
De schrijver Joyce Carol Oates schrijft in ‘On Boxing’ over vechten, het boksen: ‘Natuurlijk is het primitief, net als de geboorte, dood en de erotische liefde
primitief genoemd kunnen worden. Het dwingt ons met tegenzin te erkennen dat de diepste ervaringen in ons leven lichamelijk van aard zijn, al willen we onszelf doen geloven dat we spirituele wezens zijn.’
Misschien zijn er om die reden veel mensen (lees: vrouwen) tegen porno. We willen graag geloven dat er meer achter seks zit, dat het iets met liefde te maken heeft ook al weten we niet wat liefde is; misschien verwarren we seks met liefde, of liefde met seks, maar: porno is gewoon porno.
En terwijl ik dit allemaal opschrijf denk ik: wat weet ik er nou van? Ik heb nog nooit naar porno gekeken, ik heb alleen een vriendin die Mieke Maaike’s Obscène jeugd leest. Wat zouden mijn bezwaren moeten zijn?
Als ik dan toch een bezwaar tegen porno aan moet voeren kan ik met twee bezwaren komen die ikzelf meteen weer onderuit kan halen. Dat ligt niet per definitie aan het onderwerp porno, het zegt meer iets over mij.
Mijn eerste bezwaar: wellicht neemt, door de hoeveelheid aan voorgekauwde beelden de verbeeldingskracht af.
Dit ‘morele’ bezwaar lijkt me op tal van dingen/onderwerpen van toepassing. Bovendien zou je kunnen stellen dat de mensen zonder fantasie een handje geholpen moeten worden. Zoals ook schrijvers, kunstenaars en muzikanten die mensen op de goede weg kunnen helpen, zo kunnen wellicht pornoacteurs en actrices dat ook. Misschien zijn we allemaal porno-acteurs en actrices. Misschien spelen we na wat we gezien hebben. Zo komen we meteen bij punt twee:
Pornografie schotelt ons een verkeerd (bij vlagen gevaarlijk) zelfbeeld/mensbeeld voor.
Er wordt weleens gezegd dat de overvloed aan pornografische beelden een verkeerd seksbeeld meegeeft, vooral aan de jeugd (?) maar ook dit morele bezwaar is op tal van dingen van toepassing. Denkt u eens aan alle romantische komedies en feelgood movies of bepaalde romans en liedjes en zelfs reclames. Geven die niet een verkeerd beeld van de leven en de liefde? Hoor je daar zo vaak iemand over? Terwijl me die beeldvorming over het algemeen veel schadelijker lijkt voor de mens dan een paar pornofilms. Die romantische films, boeken, liedjes en reclames brengen slechts teleurgestelde idioten voort. (Wat overigens weer heel goed uit zou kunnen pakken voor de porno- industrie.)
2. Ogen dicht
Volgens het sexwoordenboek op internet is porno een afkorting van pornografie. Het is een verzamelnaam voor afbeeldingen en verhalen die tot doel hebben de kijk(s)ter seksueel te prikkelen. Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen ‘zachte porno’ en ‘harde porno.’
Ik zal het maar meteen toegeven; nadat ik deze definitie van porno op internet las, wist ik: ik heb alles gezien. Minstens honderd keer binnen vierentwintig uur zijn er dingen die mij seksueel prikkelen. Ik heb concerten gezien, films, bossen, parken, vakanties. Romans, verhalen, handleidingen, brieven en gedichten gelezen. Ik heb kunstwerken gezien, kledingstukken, schoenen, alcohol, supermarkten, reclames, trams, vreemdelingen, regen op het dakraam, kookboeken, yoghurt, ijs, neonverlichting, strandwandelingen, chocolade, elektrische gitaren, bassisten, een kruispunt, de boom voor mijn raam, mijn eigen handen, hotels, sleutelbeentjes, koffie, en bijvoorbeeld dierenfilms waarin eenden aan groepsverkrachtingen doen en dolfijnen vrouwen verkrachten (zelfs al zaten ze in het dolfinarium of zoiets dergelijks). Ik heb de zee zich terug zien trekken en komen, de verandering van eb naar vloed. Ik heb paradijsvogels voor elkaar zien dansen, bomen hun zaden zien verliezen, slakken van geslacht zien veranderen en apen de hele dag door met andere apen zien neuken als beesten. Wat niet zo gek is: apen zijn ook beesten. Misschien moet ik zeggen: ik heb apen zien neuken zoals mensen. Hoe dan ook komt neuken altijd op hetzelfde neer. Ergens is dat een geruststellende gedachte. Dat er in ieder geval één ding is dat altijd op hetzelfde neerkomt. En zelfs daarvan denken we dat het voor iedereen anders is, dat het om onze eigen individuele behoeften gaat; want wij zijn mensen. Wij denken graag dat het om ons draait.
Ik heb Tijmen en David gezien toen we nog kleuters waren, Barbiepoppen die met elkaar neukten op de rand van een zwembad, ik heb de rand van het zwembad gezien en washandjes en zeep tussen mijn benen gestopt. Toen ik een jaar of zes was en op de basisschool zat, heb ik een foto in mijn laatje gevonden (tussen mijn wiskundeschrift en het geschiedenisboek) waarop een vrouw stond die een wortel in haar vagina schoof, ook dat heb ik gezien. De wortel was gewoon een wortel, de vrouw was minder mooi dan mijn moeder. Ze had een dik gezicht en kort piekhaar en ze zat op een eenpersoonsbed met witte lakens. In de kamer stond het raam open en waaide een kantengordijn naar binnen, de lucht achter het raam was helder blauw. Ik keek een paar seconden naar de foto, vooral naar het gordijn en de lucht daarachter. Daarna bracht ik de foto naar de juf. Vluchtig bekeek ze de afbeelding. Ik zag dat ze rood werd. Ze heeft er nooit meer iets over gezegd.
Ik heb de film l’Empire des Sens van Nagisa Oshima gezien en Jan Wolkers in zijn tuin op Texel zien vertellen over spuugbeestjes en in de polder achter mijn ouderlijk huis in Eemnes heb ik heel vaak blote billen in het gras gezien en later ook op boten en in vliegtuigen en op de achterbank van een Volvo Stationwagen.
Toen ik een jaar of tien was belde ik veel en vaak met een 0906 nummer. Ik
kwam thuis uit school, gooide mijn rugtas af en liep naar een huis verderop in de straat, waar ik bij een homostel een heitje voor karweitje deed. Het homostel was altijd thuis, voor de deur stonden twee motoren (600 cc) en ze zaten steevast op de bank door tijdschriften te bladeren. Allebei de mannen stonken uit hun mond. En allebei de mannen hielden van tropische vissen, die ze in een groot kubistisch (zo noemden ze het zelf) aquarium hielden. Een van de mannen, die Eduard heette, vertelde me keer op keer passievol dat de vissen zo prachtig waren. In het Engels voegde hij daaraan toe dat de vissen very special waren, maar dat ik vooral ook op het aquarium moest letten want dat was kunst volgens hem, dat aquarium. Kubistische kunst, dus. Ik deed alsof ik onder de indruk van het aquarium was en veel van de vissen hield. Ik aaide voorzichtig het glas, dat koud was en hard en hoekig. Ik kreeg er kippenvel van.
Toen ik een jaar of tien was belde ik veel en vaak met een 0906 nummer
‘Niet tegenaan tikken,’ zei Eduard. ‘Maar aaien mag.’
Na een paar minuten had ik wel genoeg van het aaien van het glas en voerde ik de vissen een paar gekleurde vlokken uit een rode pot. Ook al heb ik die beesten nooit van het voer zien eten; ik kreeg altijd mijn geld; een warme gulden uit een broekzak van een van de mannen.
Daarna vertrok ik met de gulden in mijn hand geklemd naar een telefooncel. Ik duwde de munt door de gleuf en draaide een 0906-nummer dat ik uit mijn hoofd kende. Voor die gulden kon ik tien minuten bellen.
Ik kreeg altijd een vrouw of een meisje aan de telefoon dat meteen begon te praten, dat was het fijne; ik hoefde zelf niets te zeggen, alleen maar te luisteren naar een vrouwenstem, die soms in gebrekkig Nederlands zei dat ze heel nat was en wat ze allemaal met me wilde doen. Meestal wilde ze mijn dikke harde lul in zich voelen. Meestal trok ze haar broekje voor me uit en likte ze aan haar vinger of masseerde ze haar tepels. Ze zei altijd dat ze naar me verlangde en dat ze gek werd. Ik luisterde nauwkeurig naar wat de vrouw zei en ik dacht dat ik er wel wat van kon leren. Soms hing ik eerder op zodat ik nog een kwartje over had om snoepjes van te kopen bij het bakkertje dat iedereen dan wel ‘het bakkertje’ noemde maar dat eigenlijk Bakkerij de Uitschieter heette. Voor een kwartje kon je tien kikkertjes of banaantjes kopen die je meekreeg in een papieren broodzak.
Later bekeek ik posters uit de Fancy. Sommige posters van jongens die met een ontbloot bovenlijf en in korte broek poseerde voor de foto hing ik aan de muur. Meestal waren het voetballers of de neefjes van Michael Jackson. Ik vond hun gezichten lelijk maar de buiken zo mooi strak, rechtlijnig, overzichtelijk. Of
zoals het aquarium van het homostel: koud, hard en hoekig. Ook keek ik naar de kuiten en de handen en ik voelde de intense drang om die mannen te aaien.
Nog later probeerde ik alles uit met een jongen waarop ik niet verliefd was. Hij had wel veel porno gekeken, ook al was hij nog maar jong. Hij zei dat hij de video’s had gevonden in de kast van zijn vader. vhs.
Hij zat op de rand van zijn bed, op zijn dekbedovertrek stond een zon, de lamellen van zijn kamer hielden we gesloten. De kamer rook naar uien en iedere keer nadat ik hem had afgetrokken en hij zijn zaad door de kamer liet spuiten lachte hij angstaanjagend hard. Ik weet nog dat ik naar zijn gezicht keek en dacht: zo ziet een echt gezicht eruit. Een echt gezicht. En ik hoopte dat het de waarheid was.
Nadat die jongen gespoten had zette hij een streepje op de vloer zoals anderen groeistreepjes van hun kinderen op de deur zetten. De bedoeling was dat hij zijn zaad met iedere trekbeurt verder zou spuiten. Daar hield hij mij verantwoordelijk voor. Soms zaten we op de wasmachine in de badkamer omdat dat ding zo fijn trilde tijdens het centrifugeren. Dan schoof ik mijn benen uit elkaar en bleef stoïcijns zitten terwijl die jongen meer tegen de wasmachine dan tegen mij aan schuurde.
Ik hield altijd mijn kleding aan en vond het leuk om naar hem te kijken. Hoe ik iemand kon veranderen zonder mee te veranderen.
Net zoals met het bellen van de 0906-lijn probeerde ik alles in me op te slaan. Ik dacht: nu is mijn kans om bij te leren.
Ik wist toen nog niet dat ik meisjes eigenlijk leuker vind en dat er niets te leren valt. Ik heb alles gezien.