[Tirade maart 1968]
Max de Jong – dagboek
(In 1950 verscheen in Het Parool een kleine advertentie, waarvan de inhoud bestond uit drie woorden: ‘Râté zoekt aanspraak.’ Steller van deze sublieme daad van zelfironie was Max de Jong, dichter van het onlangs in Tirade herdrukte poeëm ‘Heet van de naald’ – geschreven in de nacht na een laatste ontmoeting met de vrouw voor wie hij zijn leven lang een ongelukkige liefde had gekoesterd, en later in Braak loffelijk vermeld als anticipatie op experimentele poëzie.
Max de Jong, de zoon van een Friese vader en een Joodse moeder, was een van de merkwaardigste mensen die het lot in Nederland geboren heeft laten worden. Een gefrusteerd genie, een hypernerveuze intellectueel, een man die in één lange oorlogsnacht een referaat kon houden waarin de hele filosofiegeschiedenis was gecomprimeerd, en die vervolgens zijn viool greep om een sonate te spelen van de toen nog lang niet in de mode zijnde Vivaldi – een compromisloos romanticus, die meende dat een mens eigenlijk zou moeten leven als in een gedicht van Yeats en die is ondergegaan aan zijn onvermogen om dát ideaal te verwezenlijken.
Voor en na zijn dood zijn van hem enkele dichtbundels verschenen (‘Plaquette’, 1944, ‘Muggen en Zwanen’, 1953) maar zijn hoofdwerk was een in de laatste oorlogsjaren geschreven bundel van vijftig ‘Essays in zakformaat’, een abortief meesterwerk, waarin hij zijn wereldbeeld – literair, filosofisch, cultuurhistorisch – heeft samengevat.
Maar de wind in de uitgeverswereld stond in die naoorlogse jaren niet erg naar essaybundels. Hans Redekers ‘Levensleer voor goddelozen’, waaruit het weekblad De Baanbreker zulke boeiende hoofdstukken bracht, is ook nooit een boek geworden, en Vestdijks ‘Essays in duodecimo’, al evenzeer in 1945 aangekondigd, kwam pas vele jaren later, en behelst niet meer dan een bloemlezing uit een veel groter geheel.
Van de essays van Max de Jong zijn er slechts een tiental verschenen in tijdschriften als Criterium, Centaur en Columbus. Onuitgegeven bleef ook zijn verzameling aphorismen ‘De berg heeft een muis gebaard’, waarvan er vele in kleine kring circuleren en één door Hermans tot motto van zijn ‘Manderijnen op zwavelzuur’ is verheven. En zijn boek ‘Mijn hospita’s, geschreven
naar het voorbeeld van Verlaines ‘Mes Hôpitaux’, is zelfs nooit aan een uitgever aangeboden; het manuscript, nog wel voltooid, is veiligheidshalve door zijn laatste hospita vernietigd.
Maar een schrijver, wiens boeken niet verschijnen, is een mislukte schrijver en Max de Jong maakte zichzelf niet wijs dat het met hem anders was. Zijn schrijfdrift ontlaadde zich in de 44 cahiers van zijn ‘Dagboek’, bijgehouden van eind november 1947 tot kort voor zijn dood in juli 1951. Ook dat origineel is verloren gegaan, wat hier volgt is niet meer dan een uittreksel uit een uittreksel.
Tot goed begrip van de lezer diene, dat de hier vaak genoemde ‘Biekorff’ een eetgelegenheid was voor studerende jongeren, aanvankelijk onder leiding van Jan Polak en gevestigd in een pand aan de Keizersgracht, dichtbij de Vijzelstraat. Als het dagboek begint, woont de schrijver nog in een kamer aan de Nic. Witsenkade.
Begonnen op een willekeurige dag op zuiver practische gronden.
1947
Za 29 nov.
Weer te weinig geslapen door het gezang van Tilly naast me. Geert tegengekomen: Spanjer vindt me antipathiek en kan me toch niet aan een kamer helpen – na Sinterklaas gaat Geert zelf, warm blijven houden. Bij Jan H. geweest, misschien onverstandige dingen gezegd over suikertante, verder genoeglijk als altijd, vroeg ook nog: schrijf je nu nog wat, behalve die aphorismen?
Ma 1 dec.
Geschreven aan Mijn hospita’s.
Biekorff: met Bert de W. zitten praten aan de tafel van Hilletje. Toen nog even op Esther + Hilde afgestevend en over Simon van het Reve gepraat, toen ik wegging proestten ze tegen elkaar, dat moet wel even de kop ingedrukt worden.
Di 2 dec.
Door radio Simons volstrekt onvoldoende geslapen. Geert gevraagd, voor me bij Menno Hertzberger te solliciteren.
Maar de dag was goed. De f 25 van Oom Jaap waren door Japie gebracht en van tante Malie waren er de resterende f 85 voor het pak, verder geen f 25 deze maand.
Za 6 dec.
Reinold Kuipers ontmoet! Hij hoeft maar één vel druks te hebben plus het exposé.
Ma 8 dec.
Om 11 uur al op, gesolliciteerd bij Menno Hertzberger, maar die had de hele mens nodig.
Wo 10 dec.
Vijf uur geslapen, kamer gedaan, me rot gewerkt, om kwart voor vijf ‘s middags het resultaat naar de AP gedragen, was niet goed! Nu de eerste hoofdstukken ijlings doen, zo blijf je aan de gang, wanneer kom ik aan kamer zoeken toe?
Op de Biekorff als een sul gezeten – Sonja + Cis – maar wat moet ik daar nu ook mee. Trudy vertelde me bij ongeluk, dat mijn naam genoemd was voor achter het tafeltje, maar dat Jan gezegd had ‘is hij wel eerlijk’.
Do 11 dec.
Weer in angst gelegen en onder het lawaai geleden, in plaats van geslapen. Op de Biekorff bijgetrokken. Vervelend alleen, die kwestie van die eerlijkheid. ‘s Avonds het noodzakelijk minimum aan werk afgekregen.
Za 13 dec.
Het nieuwe pak bij de kleermaker gehaald, de f 100 betaald, het stoot in de oksels g.v.d. Na Biekorff met het oude jasje geleurd bij Huib, wou het niet hebben, en bij Emile, de brouille weer kalm genegeerd, Emile had ook geen geld.
Wo 17 dec.
Hilde en Esther: ik heb Esther destijds bij haar toenaderingspogingen voor het hoofd gestoten. En Hilde weet wel, dat ik haar sympathiek maar net niet om verliefd op te worden vind en dat ik opschep, dat ik iedereen kan krijgen.
In ieder geval, Hilde veracht me en negeert me, Esther minder consequent. Dat ze door mijn ratéschap als schrijver niet geïmponeerd zijn geen wonder – ze kennen Simon van het Reve. Hilde zal ook wel het Max Nord-oordeel over me kennen. Die opmerking van Hilde was wel revelerend: ik vroeg of ik naar een of andere avond toe moest, en zij zei, bevordelijk voor je literaire carrière. Doen bepaald eng, bang dat ik haar aan zal spreken. Zit me hoog.
Op de Biekorff eet tegenwoordig ook Simon van het Reve.
Do 18 dec.
Vanmorgen werd mijn kamer gedaan. Op het postkantoor Simon van het Reve gelezen, wat een heel verstandig gebruik van de tijd was.
Vrij 19 dec.
Biekorff. Cis heel erg gekwetst, door bij haar weg te gaan zitten, recht zetten, wat moet ik er evenwel mee aan?
Simon van het Reve bezichtigd, heeft een Joods kind bij zich.
Toen naar Kriterion geweest – Citizen Kane. Boven mijn theewater door al die mooie vrouwen. En daar een hopeloze situatie met Spanjer! Heeft mis-
schien opgevangen, wat ik tegen Koos zei, dat het altijd makkelijk is een vakbondsbestuurder te kennen, want dan kun je nog eens in een auto meerijden. Irreparabel.
Zo 21 dec.
Feest Geert. Opmerkelijk kalm, merendeels onbekende mensen. Zitten praten met een allerprettigste man, Van der Gaag geheten. Plus Emile, Geert en Morriën. Die Sjoerd-kwestie is betrekkelijk met een sisser afgelopen. Bovenaan de eerste trap vroeg Geert: èn, waar is Sjoerd? Bovenaan de derde trap vroeg Hil: èn, waar is Sjoerd? Maar ik had geen Sjoerd bij me, die was niet komen opdagen.
Wo 24 dec.
Biekorff: Incident, omdat ik eerst niet voor de Kerstdagen de leiding op me wou nemen. Enfin – morgen 12 uur zijn!
Toen twee kamers van Geert gezien, een teleurstelling, het ene was een kolenhok en het andere alleen een rendez-vous adres.
Do 25 dec.
Vandaag word ik dertig!!! Ik zal maar niet opschrijven wat ik denk. Felicitatie telefonisch van tante Malie plus vader en moeder. Malie komt zondag 10 uur. Pak, schoenen, museum.
Vrij 26 dec.
Griep. Mijn corvée op de Biekorff is niet bepaald een succes geworden. Ik heb de gaarkeukensoep aan laten branden en de aardappels wilden niet op tijd gaar zijn, hetgeen slechts ten dele door de overvloedige peertjes goedgemaakt werd.
Zo 28 dec.
Om 10 uur opgestaan. Om 12 uur kwamen tante Malie met haar vriendin Selma. Naar het Stedelijk Museum geweest. Chagall, Kandinsky, Witsen en zijn kring. Ik vond Kandinsky interessant, zij vonden er niets aan. Om vier uur vertrokken de dames en ik bleef in het museum over met Kees K., de neef van Selma. Geflirt met een aardig meisje, rondgeleid langs Kandinsky, ik zei, we moeten vanavond met ons beider suikertantes maar de bios, heb jij nog een oom? Dat heeft dat ei van een Kees K. later oververteld!
Naar Citizen Kane. We hebben geloot, resultaat dat ik niet naast Malie kwam te zitten, vond ze geloof ik niet helemaal leuk. Na afloop kreeg ik nog even moraliserende opmerkingen te horen over mensen, die in de wereld vooruit kwamen. Ik vertelde van mijn ideaal van een lijfrente en dan maar lezen. Maar daar hoefde ik bij haar niet mee aan te komen. Intussen wil zij mij aan een winterjas helpen (hoe kom ik zo gauw aan niet-valse textiel-punten) en heb ik de toezegging, dat zij bij verhuizing goed is voor een bed.
Ma 29 dec.
Goed geslapen, op tijd opgestaan, om nog een advertentie te
gaan plaatsen in Het Parool, toen kwam opeens Emile van Moerkerken op bezoek. Heeft het aphorismen-ms één dag mee. Desondanks één minuut voor vijf de advertentie (kamer met vrije opgang) geplaatst, wordt f 6,50.
Di 30 dec.
De kamer is om half twee gedaan. Ik ben intussen naar Hespa geweest, de portable komt 2 jan.!!!, vader al geschreven.
Uiteenzetting met hospita over bomvrijheid! Ze begon van dat ze er geen bordeel van maakte en dat me alles verboden was, gevolg van het incident met mevrouw Krebs. Toen even doorgepraat. Dat ze me uit zichzelf niets in de weg gelegd zou hebben, en waarom ik er dan met anderen over lulde en dat ze er met haar man over zou praten, enfin, behoorlijk begrip, en werkelijk ongecontroleerde vrijheid toch een illusie.
Vrij 2 jan.
De portable afgehaald. Vader zanikte van te voren een beetje, maar was in gezelschap van Sonja voorbeeldig, betaalde vlot, daarna een meningsverschil, ik moest een ‘contract’ tekenen, dat hij vaders eigendom bleef en dat ik hem niet uit zou lenen, heb uitgelegd dat het laatste juist wel de bedoeling was, maar ik moest met alle geweld die bepaling tekenen, en heb dat dus maar gedaan. Overigens heb ik reden tot dankbaarheid.
Za 3 jan.
Met oom Joop anderhalf uur in Americain gezeten. Uitvoerig gepraat over het thema sociaal-asociaal. Hij vindt de prestatie niet eens van doorslaggevend belang, dit meent hij wel, als de type maar leeft. Het gesprek werd wat lang, ik praatte wat erg veel en zei dus ook dingen, die ik beter niet had kunnen zeggen, kortom alles normaal.
Ma 5 jan.
Biekorff eng. Bert en Trudy verloofd, ik: ‘Ik zal er zoveel mogelijk rekening mee houden.’ Zeer op prijs gesteld, was ook een goeie opmerking. Die advocaat, mr. Floris Raamsteker, kende me uit Leiden als kennis van Hans van Straten en Paul Rodenko, wou niet zeggen hoe, zat maar te lachen, trouwens eiige vent.
Me verdiept in de diverse knopjes en hefboompjes van de schrijfmachine, bij het opendoen smakte hij neer en het tandrad van de rechter lintrol heb ik ook op een zware proef gesteld, maar nu heb ik dan ook door hoe hij in elkaar zit.
Di 6 jan.
De hele dag gek geworden van radio Simons.
Biekorff: niet meer met die advocaat gepraat, gesprek met Simon van het Reve, gepraat over zijn hofje, een halfzachte gemeenschap, erg, en over Die Verwandlung van Kafka, dat hij niet kende, het gesprek was wat hobbelig maar niet slecht.
Wo 7 jan.
Op de advertentie zijn vier brieven gekomen, Slaakstr. was niets – Karel de Jardinstr. 39′ was ook niets (wel een hele poos zitten ouwehoeren met dat vrouwtje, dat hem als huwelijksadvertentie opgevat had). Nu morgen even naar J.D. Meyerplein (die Pool) en W. Pastoorsstr. (al even geïnspecteerd). Zal wel niets worden.
Do 8 jan.
De andere brieven van de advertentie afgewerkt. Was niets! J.D. Meyerplein 11, volkomen bomvrij, bij die Pool, eigen trap, centr. verw., vaste wastafel, maar onmogelijk klein hokje. Pastoorsstr. 18′, ideale grote zolderkamer, stookgel., maar fontein buiten de deur en geen WC, wat de bomvrijheid doorkruist!
Vrij 9 jan.
Bij die communist gezeten en zijn schurftige vrouw. Tegenover Hilde, stond weer spoedig op en ging weg met Theo K., met wie ze bepaald een verhouding heeft. Toen nog even bij Duco en Simon van het Reve. Zei van mijn kamertopic: daar kun je het op gooien als je niks (geen vrouwen) kunt krijgen. Hanny Michaelis: zullen we weggaan. Duco waarschuwde me nog, dat ze me voor de gek houden vanwege mijn eeuwige gezanik over kamers en bomvrijheid.
Zat 10 jan.
‘s Avonds gestikt van nervositas, omdat mijn geld op is. Toen aan het werk gegaan en 4 blz. vertaald, wat vrij veel is. O ja, eerst nog begonnen met tikken van een nieuw ms van de aphorismen op losse blaadjes.
Zo 11 jan.
Mijn geld is op. Stomweg op. Ik kan niet meer werken van angst. Een lange, rustige brief geschreven aan oom Jaap, dat hij op Jaap P. af moet. Malie ook schrijven. Toch nog 3 volle bladzijden gedaan, maar nu was het dan ook half negen ‘s morgens.
Ma 12 jan.
Op de Biekorff was iedereen terug. Het schrijnende aan elkaar voorbijkijken van mij en Hilletje is weer begonnen.
Ik ben radeloos van acute geldnood. Bij Joop mijn tijd zitten verschaken. Nuttige brief aan Malie geschreven, 15 kantjes, gezegd dat ik graag een bed + matras wil hebben, hoeft nog niet dadelijk, dat ik in acute geldnood zit, dat ik me helemaal vrij wil maken, haar gevraagd f 37½ ipv. f 25, dan kan ik Jaap H. aan Jaap P. ook f 37½ laten vragen en f 25 + f 37½ + f 37½ = f 100. Direct gepost.
Di 13 jan.
Biekorff: Hilletje kende me weer niet, ik word er toch wel rot van, tot een grappig incidentje even contact ten gevolge had. Marijke Zwartendijk karakteriseerde Hilletje als ‘recht op en neer’. Toch wel godsgoed, zie je.
Wo 14 jan.
Op de Biekorff zag Sonja kans haar figuur te verspelen. Ik ben aan een ander tafeltje gaan zitten, en zei tegen Jan P.: ‘Ik ben aan het verkeerde tafeltje gaan zitten.’ Daarna ging Cis ook bij haar weg zitten, maar ik ben niet bij Cis gaan zitten. Sonja zal het lesje wel begrepen hebben, maar die banale trek hééft ze, ik trap er niet in.
Daarna thuis in radeloosheid vervallen over de woningnood, zodat ik niet werken kon. Maandag is mijn koortslip over, dan er in vredesnaam maar weer achterheen.
Vrij 16 jan.
Brief plus chèque tante Malie. Mijn toelage is tot f 40 in de maand verhoogd!! Nu Jaap P.
Toen de Biekorff. Enig belangrijke, dat Sonja een heftig incident met mij schopte. Ik had tegen Cis gezegd dat zij zoveel relaties had, dat ze voor haarzelf zo kamers zou kunnen vinden. Cis trok haar mee: dat heeft hij toch niet zo bedoeld. Nee inderdaad niet. Sonja verklaarde nog, dat ze in de hospitawereld niemand kende. Wat een misverstand.
Wo 21 jan.
Biekorff: zitten praten met die lelijke secretaresse van Salm, die best meeviel, ja, zij begon het gesprek hoor. Zij blijkt een zolderkamer over te hebben op de Kloveniersburgwal, onder het dak en met een rattenplaag. Maar toen ik er over begon, deed ze zelf terughoudend. Toch eens gaan kijken.
Zo 25 jan.
Mijn lieve buurvrouw heeft het er op toegelegd om me een encephalitis te bezorgen volgens het recept van elk kwartier een lied. Op de Biekorff bij Simon van het Reve en Hanny Michaelis gezeten. Morriën had hem de aphorismen laten lezen. Die knaap legt het er op toe me te ridiculiseren, gaat steeds door in de trant van ‘wanneer kom je nou in een redactie’. Hij zit ook te melken over het feit, dat ik niet met mes en vork eet. En dat kind maar proesten – alsof zij dat boek geschreven heeft. Eén keer hadden ze gelijk. Ik zei: wanneer ga je nou ‘De Nachten’ schrijven. Zij: bèè, dat heeft nou nog niemand gezegd. In elk geval even een houding tegenover deze manier van doen vinden.
Do 29 jan.
Het is volkomen irrationeel om geen cyaankali te nemen. Ik ben veel te moe om nog te werken.
Vrij 30 jan.
Biekorff: Bij Simon van het Reve gezeten, op dat verneukeratieve toontje kun je helemaal niets terugzeggen. Toen op mej. Salm afgetogen, om het ms van de aphorismen aan te bieden. Op de achtergrond zaten Duco en Jaap Hijmans me uit te lachen. Maar ik ben met haar meegegaan, om die zolder op Nieuwezijds Voorburgwal 256 te bezichtingen. Te veel straatlawaai en zo. Het ms is naar Salm.
Za 31 jan.
De ijzigheid van Hilletje is toch wel een crime. Een mens heeft ten slotte ook nog gratuïte geanimeerdheid. Ook al heb je tegen een niet doorgegane liefde op te roeien.
Zo 1 febr.
Nou, de Zondag is al haast weer voorbij. Radio Simons heeft dit keer het grootste deel voor zijn rekening genomen. Hersenvliesontsteking is op deze wijze op de duur onvermijdelijk.
Bij Joop en Hanny mijn tijd zitten verschaken. Ik kreeg bij hen een aanval van obsceniteit, nu kunnen ze veel hebben, maar het was wel grijs. Het geeft ook zo’n scheve situatie, dat die Hanny een aangebrand geval is. En bovendien is het vandaag de eerste lentedag, er zit wat in de lucht, dat merk je aan iedereen.
Lekker op tijd naar bed gegaan. Ik moet nu op korte termijn een conquête maken, met het half-zeven regime.
Ma 2 febr.
Op de Biekorff zat Bert de W. Ik hoor nu pas, dat Trudy met tbc in een sanatorium ligt en dat Jan Bert de toegang tot de Biekorff heeft ontzegd. Ik zit met hem aan één tafeltje met nog Henny en Heleen, het kon al niet mooier. Bert trotseert Jan, die hem vraagt, of hij hem niet begrepen heeft. Daarna verdwijn ik met Bert. Als hij me er nu nog niet aftrapt. Ik ben bang, doodsbang.
Do 5 febr.
Biekorff. Het grote feit. Bert heeft een briefje gehad dat Jan gehoord heeft (van wie?) dat Trudy in een sanatorium ligt en dat als hij zich eenzaam voelt de Biekorff weer voor hem openstaat. Dus Bert is er weer (maar die gaat in pension) en Esther is er ook, als mij iets dergelijks mocht overkomen.
Jan heeft een nieuwe verrassing in petto. En ik weet niet, hoe ik me van dat roddelen, waar hij me steeds mee bezig gezien heeft, schoon moet wassen.
Za 7 febr.
Paniekstemming. De hele nacht ‘verknoeid’ met schrijven. Pas om 8 uur naar bed.
Di 10 febr.
Maar een paar uur geslapen vanwege de radeloosheid. Om twaalf uur opgestaan. Toen iets verstandigs gedaan. Dat beige pak, dat me zo bezopen stond (maakte me goor) en waarvan de broek te kort was, verkocht voor f 25. Hiermede overbrug ik een kritieke week.
Do 12 febr.
Vanmorgen de kamer laten doen. Ik naar de barbier, tweedehands hands boekwinkels afgelopen, tot ik voor f 3,50 die Lawrence verkocht had. me daarna opgegeven voor een bewijs van onvermogen, een rotambtenaar, ik moet stukken tonen, waarvan ik de laatste 9 mnd. geleefd heb, wordt niets, Zaterdag heen.
Biekorff. Met Simon van het Reve een compleet gesprek gehad, dat kan hij toch niet. Hij begon weer over mijn buik, dus toen heb ik hem gezegd dat zijn benen te kort zijn. Hij zegt nogal eens dat ik inderdaad een warhoofd ben. Hilletje kwam bij me zitten, had Hamlet uit, vroeg uitleg aangaande Ophelia, moet Dinsdag Gervinus hebben. Toen het gesprek met haar stokte, ging ik weer door met Simon van het Reve, klaagde dat ik mijn vrouwengeschiedenissen niet kan beschrijven, o.m. omdat je door te vertellen waar de schoen wrong zo’n vrouw stuk kunt maken. En als Hilletje dát nu maar niet gehoord heeft.
Daarna bij Duco en de blondines gaan zitten, verkondigd dat ik als ik getrouwd was nog maar één wens zou hebben, scheiden, waarop Mary pertinent, dan moet je niet trouwen. Met die Mary moet ik toch ook nog eens wat gaan doen, ze waardeert me naar behoren.
Vrij 13 febr.
De hospita heeft albuminurie (eiwit) en oedemen aan de enkels. Krebs schrijft het toe aan overmatig geaborteer, kon best eens waar zijn. De bomvrijheid is dus enige maanden nauwelijks een probleem.
Za 14 febr.
Nog net op tijd geweest voor dat bewijs van onvermogen, die kerel was weer zeer lastig over het feit, dat ik niet aannemelijk kon maken, waar ik van geleefd had. Ik wist al wat ambtenaren zijn en wat ons in de toekomst boven het hoofd hangt. Nu krijg ik weer een oproep, en dan krijg ik het ding ein-de-lijk (of niet).
Dwangbevel van de AP.
Biekorff. Bij Simon van het Reve gezeten, en we hebben heel aangenaam geboomd, hij was nu niet hopeloos, het meisje ook niet, hij vond mijn artikel tegen de katholieken goed, alleen op het eind begon hij het communisme te verdedigen, en dan worden ze natuurlijk hopeloos, toen het ook nog even over negers ging, stond hij op, omdat hij naar de redactievergadering van de Vrije Katheder moest.
Zo 15 febr.
Piet en Tilly, mijn willekeurige buren, hebben mijn hele Zondag weer stukgezongen, ik soebat nu al een half jaar of ze dat zingen niet achterwege kunnen laten. Geld om te kunnen verhuizen heb ik niet en door dat zingen kan ik ook niet werken. Altijd die stemmen van dat tinnef om je heen. Tinnef. Brief onder de deur door geschoven: ‘Jullie hebben mijn hele Zondag weer verpest door dat gebalk en gejoel van vanmorgen. Ik barst van de koppijn. Egoïsten!’
Tilly is zwanger, zij gaan dat tussenkamertje er bij huren om er te slapen en de baby komt aan de andere kant naast me! Ik heb uiteraard nog zes maande respijt. Maar dan is ze meteen de hele dag thuis met haar lawaai en de wekker om half zes en zo. Och och – weg zijn.
Ma 16 febr.
Naar de A.P. Reinolds Kuipers was onverwacht aardig, begon een uitvoerige boom over literatuur, we hebben opgelopen, zo komt het wel goed. Heet van de naald vond hij geen poëzie, legt ouderwetse criteria aan, maar kent de moderne poëzie beter dan ik (Twelve modern poets, Zephyr Book). Biekorff. Marijke een beetje gepest, dat haar vader op Djinnah leek, en Cis een beetje gepest, dat mijn lijfspreuk ‘nee toch maar niet’ luidde (Cis moet ik nu wel even vrijen), en Bert tracteerde me op Kriterion, voelde misschien dat hij een stap in mijn richting moest doen.
Di 17 febr.
Biekorff. Hilletje twee delen Gervinus geleend. Zij zei zelf quasi onernstig, dat ze Hamlet gelezen had en dat ik dus met haar moest trouwen, want dat ik dat nu eenmaal beloofd had, wat kon ik terugzeggen.
In de bekende mineurstemming in Americain koffie gedronken en daarna in de kou haar een eind naar huis gebracht. Zij vertelde dat Trudy tbc in haar familie heeft, want een broer had het ook, been-tbc, en zei dat ze het jammer vond als Bert met haar zou trouwen. Bracht me zo zelf op het chapiter, ik heb maar eens flink theoretisch over eugenetisch idealisme uitgepakt, en haar geval ietwat verzacht, maar er toch op gewezen. Verder weer flink getheoretiseerd over polygamie en weer gepraat en gepraat om niet te hoeven doen, de aangewezen middelen om een rotavond te krijgen. En zij maar mooi en aardig zijn en kijken en tekortschieten, want haar theoretische interesse is nul, ze vindt me alleen maar breedsprakig, en zei nu ook, dat iets in mijn atmosfeer haar niet ligt. Juist, ik weet ook wel dat ik iets mis, wat bepaalde zwarte mannen hebben. En dat iets zou eventueel vervangen kunnen worden door een huwelijksaanzoek. Zij lijdt aan constitutionele monoganie. ‘t Is zuiver goud. Maar ze is te dom, om mijn puntige gezegden te waarderen of iets van mijn abstracte spanningen te voelen, vindt me sloom. Bon mots komen eenvoudig niet door, daar zou ik kapot aan gaan.
Wo 18 febr.
Bert de vriendelijkheid zelve. Gepraat. Die tien gulden wou hij wel terughebben in de vorm van een paar lessen ‘psychologie of zo’. Maar ja, hij moet zelf naast zijn studie werken, dus dat kan ik eigenlijk niet doen.
Do 19 febr.
Eén belangrijk voorval. Esther moest een cigaret hebben, ik vroeg haar of ze niets gemerkt had aan dat boek, waar ze zoveel vingers op gezet had, dat er een katern aan ontbrak. Ze keek pijnlijk en het was ook meer dan erg, dat ik daar weer over begon. In ieder geval moet ik, zodra ik de gelegenheid krijg, tegen haar gaan praten en haar tot een ongedwongen toon bewegen.
Half tien Sartre in City.
Vrij 20 febr.
Sartre is vandaag ‘verhinderd’. Het was een reclame-stunt, net als met Arletty toen.
Dus Marijke maar meegenomen naar de Sartrefilm. Maar Duco bleef om haar heen hangen en demonstreren, dat hij intiem met haar is. Ze schenen net iets gehad te hebben: Marijke, Duco, Gonnie en Jaap H. Eerst nog gevieren naar de kamer van Marijke. Daar bleek ze katholiek opgevoed, maar er min of meer af te zijn. Ik heb over een en ander zitten praten en ook nog uitgelegd wat existentialisme nou wel was, maar zelden heb ik me zo geëncanailleerd! Marijke is niet stom, die is achterlijk, en Gonnie ook beneden ieder peil. Duco nam nu Gonnie maar mee, er was nog een afspraak met Jaap lopend.
Wo 25 febr.
Vandaag is één van de vreselijkste dagen van mijn leven. Schrijversbal in het Concertgebouw. En ik kan me er niet vertonen! Dit moet volgend jaar anders. Dan moet er een boek en nog wat uit zijn. En ik moet passende zwarte schoenen hebben en kunnen dansen.
Za 28 febr.
Biekorff. Jan Polak gaat Maandag een oratie tegen het communisme houden. Vast even tegen Simon van het Reve gezegd, dat hij dit over zich heen moet laten gaan. Die moet niet weggewerkt worden.
Ma 1 maart.
Die anti-communistische speech van Jan viel mee, de communisten werden uitdrukkelijk niet van de Biekorff verbannen, Simon van het Reve en die andere waren niet aanwezig, als hij maar niet wegblijft.
Di 2 maart.
Simon van het Reve was weer op de Biekorff. Hij begroette Duco met ‘Staat in de vrijheid!’ Godgodgod wat een mieterse vent.
Wo 3 maart.
Hilletje met Riemke naar de schouwburg. Ik uit intuïtie ook even naar de hall van de schouwburg. Intuïtie goed. Geen Hilletje, maar Morriën. Zeer geslaagd gesprek gevoerd. Gezegd van zijn kritiek op de nieuwe bundel van Vasalis niet ongunstig genoeg. Die uitlating, die Guus toen opgevangen had – of Huik van Leeuwen nu de man was, om Criterium van de aardbodem weg te vagen – tegenover hemzelf herhaald! Heel slim van me.
Za 6 maart.
Met Simon van het Reve gepraat over die invloed van Céline op hem, tot Hanny M. zei, zullen we weg gaan. En Utie heeft op die zolder van haar een kunstschilder gezet. Ik wou haar eens meenemen naar de bioscoop, als die kunstschilder maar geen vent met gonocokken is.
Di 9 maart.
Mijn slaap maar genegeerd en naar het gramofoonplatenconcert getogen. Aldaar was Geeske, die dikkerd, die ik naast me heb laten zitten.
Tijdens het concert hadden we een nogal erge erectie. Na afloop vluchtte Geeske snel.
Za 13 maart.
Slecht geslapen. Al vroeg begon iemand buiten een konijnenhok te timmeren. Toch voor ik opstond een zeer diepe droom. Jet W. woonde bij haar ouders, haar broer was Morriën, ik wist tot haar te erlangen, maar mijn ouders zaten (alsof dat helemaal niet compromittant was) ijskoud bij haar ouders op visite.
Biekorff. Met Simon van het Reve gedisputeerd. Ik noemde Hermans een rotvent, Hanny en hij waren het daar helemaal niet mee eens. Het zal wel stom van me geweest zijn, en hij zal het wel in zo onaangenaam mogelijke vorm oververtellen.
Di 16 maart.
Naar Kriterion, Das Lied von der Erde, is geen muziek, moet een misverstand zijn, over honderd jaar kent niemand die Mahler meer. En nou zat Geeske, die vorige keer vluchtte, op de plaats waar ze mij kon verwachten.
Di 23 maart.
Marijke groette me niet en vertrok. Jaap Hijmans was nukkig en zwijgzaam, krijgt zeker een beetje tabak van me. En dan Gonnie, wou dat kamertje in dit huis eventueel wel hebben, voor korte tijd, tja, dat is nou ook een vraag. Ik heb haar naar de hospita verwezen, maar ze heeft het adres niet eens goed in zich opgenomen. En zo besteden we de tijd, die ons rest, tot Hilletje terug komt om ons hoofdpijn te bezorgen.
Vrij 26 maart.
Kwitanties Vereniging van Letterkundigen onbetaald terug gestuurd.
Za 27 maart.
Om een uur of twee wakker en gek geworden van het nieuwste: gesnurk naast me, de vader van dat flikkertje slaapt er. Zo heb ik nog nooit horen snurken. Het is of er een olifant met een psychische afwijking woont. Hij schijnt een maand te blijven. Hun huis wordt verbouwd. Zien te bereiken dat de moeder er komt te liggen, die ijlt, maar dat is altijd minder erg dan dit.
Di 30 maart.
Die snurkende vent naast me volkomen onverwacht weer afgereisd. God bestaat dus toch!
Za 3 april.
Avond Geert! Het begon met iets afschuwelijks. Ik wou zeggen: Hee, meneer Van Vriesland, bent u weer op de been? Maar ik zei: Hee, meneer Van Vriesland, bent u nog op de been. En verbeterde het ook nog.
Vervolgens kwam die goeie kritiek van Adriaan van der Veen in de Nieuwe Rot op Heet van de Naald los. Van Vriesland had net een hele lange voor Vrij Ned. geschreven – of Hoornik hem plaatst is nog maar net de vraag.
En Gomperts gaat er over in de Libertinage schrijven. Had er alles tegen, wat hij er tegen kon hebben, maar vond het toch aardig. Wordt dus een bijtende kritiek.
Zo 4 april.
De klok was achter. Ik heb hem vooruit gedouwd. Zij hebben hem kennelijk weer teruggedouwd. Ik moet bij deze psychopaten wegverhuizen.
Wo 7 april.
Biekorff. Aan Simon van het Reve die verspreking tegen Van Vriesland verteld. Daarna Aad en Duco mee naar mijn kamer genomen. Aad het kleine kamertje laten zien, maar het was al te laat. Aad ging weg, Duco vastgehouden om te schaken, maar hij liep weg, in de tussentijd werd opeens het kamertje verhuurd aan een ontzettende vent, ik ben achtenzestig, zei hij zelf, de hospita zegt, dat hij er met zijn moeder was, die is dan zeker drie en negentig. Dit gelieg van deze mijn hospita is gewoon grijs.
Toen ben ik stom geweest. Ik heb met mijn frisheid een uitgebreide partij schaak met mezelf gespeeld, die zich ontwikkelde tot zo iets overweldigende, dat ik na afloop doodmoe in mijn bed tolde, zonder nog een spat gedaan te hebben.
Za 10 april.
Biekorff. Iemand had kamfer in de soep gedaan. (Zou die werkelijk…). Goed op letten. Bij Simon van het Reve en Hanny gezeten, was wel gezellig. Lehmann laten lezen, geen interesse en vond er niets aan, zij las er tenminste nog even in, maar was er ook niet aan toe. Mee opgelopen. Hij is autistisch en onmogelijk, banaal en vervelend, en verrekt geestig.
Di 13 april.
Op de tram stond Selma, die haar Bleuler terug moest hebben. In de lift gestaan met W.F. Hermans, hij vroeg wat ik deed, en dus voor de zoveelste keer van AP en Priestley verteld, mijn vastheid van optreden laat tegenover deze knaap altijd weer verstek gaan.
Wo 14 april.
Selma geleende Bleuler teruggebracht. Zat vol Zionisme. De Arabieren wilden wel samenwerken, maar de Engelsen wilden rotzooi, omdat ze er niet uit wilden, en Labour was ook afhankelijk van deze kapitaalbelangen en van de conservatieve departementsambtenaren. Zei van de koningin: ‘Een goed mens maar ze heeft geen relaties!’
Za 17 april.
De hospita heeft bewust verhuurd aan iemand, die er de hele dag is en radio krijgt. Mijn kamer is dus onbewoonbaar. Zo gauw mogelijk weg.
Di 20 april.
Vandaag was weer een Schreckenstag. Met Bert de W. mee naar zijn huis gegaan, ontzettend zitten drammen over de woningnood en de hele avond verknoeid met ouwehoeren.
Wo 28 april.
Weer zo’n afschuwelijke dag, maar er zullen wel geen andere dan afschuwelijke dagen meer komen.
Do 29 april.
Hans van Straten was er, zocht een baan, had zijn bul bij zich, ik heb hem aangeraden een poging bij het Parool te wagen, maar Sal Tas was toevallig buitenlands. Partij schaak van hem verloren.
Biekorff. Hij vond Hilletje: negentiende-eeuws, wel lief natuurlijk, Eline Vere!
Ma 10 mei.
Naar huis gelopen met Hilletje, weer erg lacherig, vertelde dat ze oe zo polygaam was (dan vergaat de wereld), dat een getrouwde man nog steeds favoriet was enz.
Do 20 mei.
Reinold Kuipers heeft geen werk voor me en blijft geen werk voor me hebben.
Op de Biekorff ging het allemaal een beetje gek, het eind van het lied was, dat ik op de kamer van Bert Bert zat te verbijsteren met briljante theorieën over de liefde, waar hij aantekeningen van wou maken, en dat Duco op de divan lag te slapen. En wat belangrijker is, Bert gaat een week weg, maar wil dan met me mee naar die Rijksverzekeringsbank, waar hij zelf ook gewerkt heeft, om me er te introduceren, het loont f 1 per uur, de tijden kun je zelf bepalen.
Vrij 21 mei.
‘s Avonds naar Guus Sötemann geweest, die ik evenwel, hoewel ik belet had aangevraagd, lesgevend aantrof. Me toen verder thuis maar aan mijn radeloosheid overgegeven.
Zo 23 mei.
Vreselijke dag. Vroegtijdig gezang. Provocaties waar niets tegen te doen is. En de hele middag gesprekken moeten aanhoren van de lammeling met zijn geaffecteerde stemgeluid tegen een medeflikker. Wanhopig gepoogd er tegen in te lezen. Resultaat een ellendig soort hoofdpijn.
Do 27 mei.
Het andere exemplaar van Die Geächteten naar Emile teruggebracht, geanimeerd een uur zitten praten, wat zijn mannen toch veel vlugger van begrip dan vrouwen, je kunt je helemaal ontplooien, met brille en al. Met Emile opgelopen naar zijn bioscoop. Toen in een bevlieging begonnen aan het schrijven van een soort artikel tegen de woningnood.
Ma 31 mei.
Het gezang was weer niet van de lucht. Niet meer zo moe als gisteren, maar toch niet kunnen uitslapen. O god, vergeef het ze niet, want ze weten donders goed wat ze doen.
Wo 2 juni.
Aan afgesproken naar de AP getogen. Het manuscript vast afgegeven en beloofd Vrijdag het rapport te brengen. En waarachtig opdracht!!! Ik kon Otto Ludwig, Zwischen Himmel und Erde vertalen. Hij moest nog wel een stuk zien, maar ik kwam met f 125 voorschot in mijn zak thuis. Het wordt f 375. Vrijdag contract opmaken.
‘s Avonds op de Biekorff hing een kamer geadverteerd. Direct op afgesprongen en met een zekere Weekenborg heen. Boem gehuurd! f 12,50 (de helft) vooruit betaald. Hij heeft overigens wel bezwaren. Er zit een gezin onder met drie kinderen en een radio, die voor staat maar die je niet hoort, en waar dus over gepraat moet worden. En er zit een echtpaar pal naast, maar zij is onderwijzeres en overdag dus ook weg. Verder zal er een WC moeten komen vanwege de bomvrijheid, de huiseigenaar had al gezegd het kon niet, maar we gaan hem nieuwe voorstellen voorleggen. Het is Stalinlaan 37III, bij Beek, een sjieke Jood met een nog sjiekere vrouw.
Ma 8 juni.
Afschuwelijke ontdekking. Die Otto Ludwig is in 1929 al eens vertaald geweest, bij een inmiddels overleden uitgeverij Prometheus. Daar kan het heel goed op afspringen en dan ben ik verloren!
Op de Biekorff zei Hilletje Jan tegen me. Daarna even langs het Koningsplein geweest, iets heerlijks gezien.
Wo 10 juni.
De hele dag verdaan met bestaansangst. Nog even Koningsplein. Waarachtig nog even een kleinigheidje, maar het ging te vlug. Half zes is de tijd.
Do 11 juni.
Hij wist van die andere vertaling af en het dee er niet toe!!!
Vervolgens naar het Koningsplein geweest, het mens zat er niet voor.
Twee volle uren op de gunstigste tijd van de dag daar vertoefd, zonder dat er iets te beleven viel, volkomen ireëel. Wel uiterst riskante situaties doorstaan: die jochies en die vent vooral.
Za 13 juni.
Om een uur of twaalf opgestaan. Even later kwam zo maar een wildvreemde makelaar op bezoek, die achteraf niet eens een oplichter bleek te zijn. Hij heeft vijf gulden inschrijfgeld getoucheerd en zal me Maandag een lijstje met adressen sturen, bij slagen moet hij nog een tientje hebben.
Ma 15 juni.
Even naar de nieuwe kamer geweest, de mevrouw was er niet,
maar er even zomaar opgelopen. Afschuwelijke ontdekking gedaan! Dat er een kleermaker onder zit, is niet zo erg. Maar er zit een uitdeukerij voor auto’s schuin achter. Dat heeft dat mens er netjes niet bij gezegd. Wat nu te doen? Nog een paar dagen zoeken naar een andere. O god.
Intussen twee keer naar dat makelaartje geweest, is toch een oplichter! Nog een slachtoffer aan de deur, morgen naar de politie.
Ma 22 juni.
Eerst kwam de ambtenaar van Sociale Zaken. Een rotvent, een beroerde lammeling. Het kon niet erger. Zat maar te drenzen, waarvan ik toch geleefd had, en dat ik toch geen aanspraak op steun kon maken, als ik niet genoeg verdiende, en dat de commissie zeker van oordeel zou zijn, dat ik maar moest gaan werken. En of ik niet naast mijn werk kon schrijven. Ja godverdomme, als ik genoeg verdiende, hoefde ik geen steun te hebben. Kortom, een ambtenaar, die voor de afwisseling eens op kunstenaars inplaats van op de groenteboeren afgestuurd werd, een schandaal. Die miezerige geluiden van hem had hij overigens van die geheimzinnige commissie meegebracht, ik krijg nu bericht, maar het ziet er dus niet erg hoopvol uit. Hij was overigens goed geïnformeerd. Die hele lullificatie van hem was, om er extrainkomsten uit te krijgen. Ik had al opgegeven AP: f 250 + f 50 + f 125. Heb er nog bij opgegeven f 200 uit het steunfonds voor letterkundigen in september, f 16 voor bijdrage in Crit. Bulletin en f 70 afrekening Van Oorschot op Heet van de Naald. Als het lukt wordt het eerstvolgende, verhoeden dat Mali en Jaap de toelage aan de belastingen opgeven. Nagaan, of het niet al gebeurd is, want dan loop ik scheef.
Di 23 juni.
‘s Avonds naar Van Oorschot geweest. Ging zeer goed. Hil heeft een oud bed met nog oudere matras voor me, morgen halen, mooi zo.
Ma 29 juni.
Om kwart voor drie kwamen de verhuizers. Ze hebben de kisten de trap afgedragen. Het viel goddank mee. Toen de boekenkisten naar de Stalinlaan getransporteerd, opgehesen, neergezet. Oef.
Di 30 juni.
Biekorff. Met niemand gepraat. Vaker doen.
Met mevr. Beek een ontzettende kwestie, wou me de sleutel niet geven, die ik nodig had om op de WC te kunnen. Jaja.
Vrij 1 juli.
Radio’s om me heen, begon al om 8 uur, keihard. Toch de halve dag doorgedraaid. ‘s Avonds nog een verrassing. Met mevr. Beek gepraat. Dat van de sleutel van de WC was een voorbijgaande vlaag van waanzin.
Za 3 juli.
Deze kamer blijkt onbewoonbaar door de radio van meneer E. hier
vlak naast. Al het andere valt mee, maar dit is niet uit te houden, zei Geert ook. Ik durf de kisten niet uit te pakken en die WC niet aan te laten leggen. Zou het allerliefst direct nog eens verhuizen.
‘s Avonds naar de bioscoop geweest. Naar de verfilming van de opera Rigoletto. Het spel was vrij erg, de stemmen ook niet echt mooi, alleen de prima donna was een nachtegaal. Een opera in het Italiaans voor een publiek dat geen Italiaans kent is volslagen poppekast, voor een publiek dat wel Italiaans kent, misschien trouwens ook.
Ma 5 juli.
Om 12 uur, ik was half op, verrast door het bezoek van een nieuwe ambtenaar van Sociale Zaken, zit er pas in, heet Braber, is prettig. Legde me uit, dat ik voor die regeling van kleine zelfstandigen waarschijnlijk niet in de termen val, omdat ik nog geen drie jaar self-supporting ben geweest. De commissie vergadert overigens pas eind van de maand. Maar ik kom dan toch in de FKS, een directere steunregeling, die evenwel als ik me goed herinner na enige tijd pleegt af te knappen. Donderdag zou ik het briefje zelf even komen halen.
Wo 7 juli.
Gestemd. Partij van de Arbeid uiteraard.
Vrij 9 juli.
Om 11 uur op Sociale Zaken. Ik meende op te vangen dat ik eigenlijk niet voor steun in aanmerking kom. Doorgestuurd naar de Marnixstraat en daar echt geld geïnd, dertig gulden, voor twee keer. Volgende week Vrijdag gewoon Raamstr. Nu maar voor eigen inkomsten zorgen, want deze vorm van steun knapt vrij gauw af.
‘s Avonds durf ik nooit naar huis, uit angst voor de schallende radio’s. De krant kan men er nog net doorheen lezen. Dan is het bedtijd. De volgende morgen zijn er immers al vroeg de nieuwsberichten.
Vrij 15 juli.
Vanmorgen naar de Raamstr. geweest, steun gehaald. Van Joop D., die er was, iets verschrikkelijks gehoord. Deze KFS koeit achter je ouders aan, om daar steun op te verhalen, en is hier zeer hardnekkig in! Als ze dat bij mij doen, komt meteen dat geld van Mali en Jaap uit, wat catastrophaal kan worden. De ambtenaar Braber er even over gesproken, wou me terwille zijn en maakte een aantekening, maar daar kan ik niet op rekenen. Binnen veertien dagen weet ik, of ik in die betere regeling van de ‘kleine zelfstandigen’ kom.
Za 16 juli.
‘s Morgens op de Dam van Galen Last tegen gekomen. Is er uit aan het Parool, heeft een vinger in de pap bij Libertinage, is in zijn hele houding een belangenvent. Tegen Simon van het Reve, tegen Hermans en
ook tegen Rodenko. Vertelde, dat Rodenko eigenlijk als anti-Sjestov moet worden beschouwd, aangezien bij Sartre compleet volgt, ook in zijn nieuwe draai naar de moraal toe. Sartre verwijst tegenwoordig naar Descartes.
En intussen ben ik wanhopig. Er is dus geen andere kamer te vinden, ik zal alles moeten gaan uitpakken, en die radio naast me staat te denderen. Wie heeft nu eigenlijk gelogen, mevr. E. of mevr. Beek, dat er geen radio was naast me? Ik ga hier kapot aan, echt kapot.
Ma 18 juli.
Niets gedaan deze dag. Ik ben er erg aan toe. Er is geen wijze van kamer zoeken meer, er staan alleen nog twee raamadvertenties uit, die continueren. ‘s Avonds laat toch nog bij een schilder terecht gekomen, die een kamer zou hebben maar er geen had, F.E., een oude zak.
Do 21 juli.
De familie Baas heeft gisteren het draadje van mijn bel doorgeknipt – mooi zo! Het is beslist niet gebroken, het is gebeurd met twee keurige knipjes.
‘s Avonds naar de avond van Nederland-Polen. Max Croiset droeg ‘Of mice and men’ van Steinbeck voor. De zaal was zo roerig, dat hij herhaaldelijk op moest houden, de zaal tot stilte manen, dreigen met ophouden, enz. Werkelijk een grof schandaal, want de voordracht was goed. De vertaling is van Claartje Eggink. Ze spreekt in verband met die vingers van die vent die stukgeknepen worden van verpletteren in plaats van verbrijzelen.
Vrij 22 juli.
Maar ik word gek van die radio’s, ik word er stapel van, het maakt me dol.
Naar de Van Gogh-tentoonstelling. Er liep een verliefd stel rond, dat zo letterlijk en figuurlijk in bloei stond, dat ik er onpasselijk van werd. Ze waren zo echt stralend gelukkig met elkaar en doorkruisten dermate de van Goghsfeer en hadden zoveel belangstelling voor mij, dat ik maar weggelopen ben. Wel weer heen, want die tentoonstelling moet bekeken zijn.
Zo 25 juli.
De radio hiernaast! Beestachtig!!! Een preek. Dit draait uit op suicide.
Ma 26 juli.
Op het woningburau Intermedia geweest. De directeur was er zelf niet, de vent die me hielp was een schurk, minder niet. Kan natuurlijk alleen maar kwaad.
Di 27 juli.
De hele middag om Amsterdam heen gefietst, teneinde zwemwater te vinden. Is er niet! Het Abcouder meer is nog een vies eind weg. In het Diemer meer is de zweminrichting afgebroken. Moe en bezweet en onverrichter zake teruggekeerd.
Wo 28 juli.
En nou dus opeens weer een hittegolf. Gezwommen in de Nieuwe Meer, die gaat betrekkelijk het best, hoewel de Nieuwe Meer een rietkraag heeft en het in de Bosbaan verboden is, omdat het viswater is, gek zijn ze ook.
‘s Avonds een uurtje Kafka gelezen in het Vondelpark. Met het invallen van de duisternis naar de omgeving van de UB gegaan, daar rond blijven hangen, mijn remmen waren gesmolten van de hitte. Avond verknoeid.
Do 29 juli.
‘s Avonds wat gezeten op de Mozartkade en het Beatrix-plantsoen. Van mijn leven komt toch niets meer terecht. De kamer ontbreekt en de vrouw. Had ik de eerste maar vast.
Vrij 30 juli.
Biekorff. Na afloop zat ik op een bankje op het Museumplein en zag Tine de W. naar huis fietsen met een andere jongen, niet die Loek. Dus ze zit niet om mij verlegen.
Op een ander bankje – Mozartkade – Kafka zitten lezen tot het invallen der duisternis. Daarna een uiterst pijnlijke geschiedenis op het Koningsplein. Er kwam zelfs politie aan te pas, die mijn naam heeft opgenomen, maar verder niets. Met de meest onbenullige dingen kun je de grootste soesa krijgen.
Za 31 juli.
Uiteraard in een hopeloze stemming. What to do? De middag niets gedaan. En dat lawaai aan mijn hoofd. Ik zal een kamer moeten vinden, daarzonder wordt al het andere zinloos.
‘s Avonds om te beginnen niets gedaan. Toen naar Henk H. geweest, maar die had geen (doorgekrast) meer in zijn kast staan. Een uur met de hospita gepraat. Met Henk is het helemaal mis. Hij schijnt al twee maanden zoek, schijnt in Utrecht te gaan wonen, maar heeft meer dan een half jaar huurschuld en nog van een juffrouw in het huis geleend en speelt verstoppertje met de hospita. De kamer is overigens te duur.
Zo 1 aug.
Vanmiddag bij Felix E. op bezoek geweest. Hij had gasten en ik kon hem dus niet alleen te spreken krijgen. Nergens over gepraat. Hij heeft me uitgenodigd morgenavond te komen schaken. Dan zullen we ons dus op de hoogte stellen van de jurisprudentie aangaande mijn delict.
Ik heb hoofdpijn, omdat alles geblokkeerd is door het kamerprobleem, omdat ik geen vacantieplannen heb en omdat ik opeens toch wel erg om een vrouw verlegen zit. Op straat Peter Staugaard en Lucie Premsela tegengekomen, hebben me meegenomen naar de Robbersymphony. Was de vierde keer. Blijft de beste film die ik ken. En Lucie is prettig, een beetje eentonig, maar het is toch wel prettig om in de trant van Peter een vrouw te hebben.
Ma 2 aug.
Naar Felix E. geweest. Uitvoerig gratis advies ingewonnen. Theoretisch alles mogelijk. Drie maanden afwachten.
Di 3 aug.
De radio stond te denderen, zodoende weer de straat opgevlucht, alle raamadvertenties zijn uitgeput, wat moet ik nou toch doen, mijn hele goeie leven loopt in de soep door die woningnood, ik moet een lijn trekken maar er is geen lijn. Alles wijst op ondergang.
Wo 4 aug.
Vandaag heeft de radio zestien uur continu aangestaan. Eindelijk, waar ik een maand tegenop heb gezien, zulke gluiperige rotsmoelen zijn het, aangeklopt, om te vragen of de radio een beetje zachter kan. Ze deejen niet open, ze lagen al in bed, door de deur heen wat of er was, jawel, gezegd dat ik dan morgen wel even kwam.
Do 5 aug.
Laat en gedeceptioneerd thuis. Toen even met buren over die radio gepraat, eindelijk. Vriendelijk gesprek, ze zouden er een beetje rekening mee houden, maar waren niet tot feitelijke concessies bereid. Ze hebben een draadje gepikt en hebben geen regelaar en geen verlengsnoer. Het zal nu ‘s morgens althans iets minder worden. Afwachten of zij nu een regelaar kopen. Anders zelf eentje kopen en aan hun lenen.
Vrij 6 aug.
Vanmorgen op Sociale Zaken. De grote klap!!! De commissie heeft me niet toegelaten voor de kleine zelfstandigen. Afgeketst, omdat ik niet minstens twee of drie jaar met mijn werk in eigen onderhoud kon voorzien. Braber zei, dat het nu weinig nut had, om Donkersloot op de commissie los te laten. Dit is groszartige Dämonie! Ik niet in kleine zelfstandigen – afgeketst. En KFS verhaalt het op je ouders. Hier maakt het gemieter met de kunstenaarssteun dus kortsluiting met het gemieter met je ouders! Dämonie van de ergste soort. Onze lieve heer moet ze achter zijn ellebogen hebben. In rampzalige stemming naar Hanny D. gegaan. Me nog eens in geuren en kleuren laten vertellen, hoe dat met het verhalen op je ouders gaat. Joops vader had iets minder dan de helft terug moeten betalen. Vaders moesten hun inkomen opgeven. Mijne heeft nog iets meer. Bij een ander meisje was het precies zo gegaan.
Zo 8 aug.
‘s Morgens al vroeg gewekt door belgetrek, hetgeen zich in de loop van de dag herhaalde. En verder is het jongetje van beneden gisteren jarig geweest. Hij heeft een trommeltje gekregen. Vielleicht trommelt er morgen, auch mich in den Tod hinein.