Medewerkers aan dit nummer
Isaak Emmanoeïlovitsj Babel (1894-1940) is de schrijver van een klein maar uitgelezen oeuvre. Hij is volgens velen de grootste Russische schrijver van korte verhalen sinds Tsjechov. ‘De oude Sjloime’ is het verhaal waarmee hij in 1913 debuteerde.
Thomas Bernhard (1931-1989) was een Oostenrijks schrijver. Het wintersprookje ‘Victor Halfnar’ schreef hij in 1965, voor een bundel verhalen voor kinderen. Het is nooit eerder in het Nederlands vertaald.
Merijn de Boer (1982) is redacteur van Tirade en uitgeverij Van Oorschot. In 2011 verscheen zijn verhalenbundel Nestvlieders.
W.I.M. van Calcar (1937) is taalkundige. Hij publiceerde artikelen over totalitair taalgebruik en de taalbeschouwing van een taalgebruiker. Daarnaast schreef hij verhalen in onder andere Deus ex Machina en Digther. Op www.tirade.nu is de literatuurlijst behorend bij zijn bijdrage te vinden.
Jan Emmens (1924-1971) was dichter en kunsthistoricus. In 1980 en 1981 verscheen zijn vierdelige Verzameld werk, waarvan het deel Gedichten en aforismen nog altijd te bestellen is. In mei verschijnt in de Turingreeks een door Wim Brands gemaakte bloemlezing uit zijn werk: Overkomst dringend gewenst.
Tjarda Eskes (1942) is na gewerkt te hebben als arts-psychiater stil gaan wonen op de rand van de Veluwe. Hij debuteerde in het Gelderse poëzietijdschrift Poëziepuntgl, publiceerde daarna enkele malen in de Poëziekrant en levert bijdragen aan verzamelbundels.
Mees Hartog (1939) was na een studie aan de Vrije Universiteit geschiedenisleraar aan het Hermann Wesselink College te Amstelveen.
Daan Heerma van Voss (1986) is schrijver, interviewer en historicus (ja lezer, in die volgorde). Hij debuteerde in 2009 met Een zondagsman. Januari 2012 verscheen zijn tweede roman, Zonder tijd te verliezen.
Arnold Heumakers (1950) is als literair criticus werkzaam voor nrc Handelsblad. Hij publiceerde diverse essaybundels, onder andere Schoten in de concertzaal (1993), De fatale cirkel (1997) en De schaduw van de Vooruitgang (2003).
Jeroen van Kan (1968) is redacteur van Tirade en De avonden. Hij publiceerde verhalen en artikelen in verschillende literaire tijdschriften.
Sander Kollaard (1961) is geboren in Amstelveen en studeerde geschiedenis in Amsterdam. Hij woont en werkt op het Zweedse platteland, in een voormalige pastorie. Hij debuteerde in Tirade, deze maand verschijnt zijn verhalenbundel Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde.
Anton Korteweg (1944) is dichter. Hij debuteerde in 1971 met Niks geen Romantic Agony. Vorig jaar verscheen zijn bloemlezing Voor mannen is ‘t niet erg. Veertig jaar dichterschap in veertig kwatrijnen.
Gilles van der Loo (1973) debuteerde in Tirade, deze maand verschijnt zijn verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit.
Lieke Marsman (1990) is dichteres en vertaalster. Ze debuteerde in Tirade en publiceerde de bundel Wat ik mijzelf graag voorhoud, waarmee ze de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, de C. Buddingh’-prijs en de Debuutprijs Het Liegend Konijn won.
Hanz Mirck (1970) schreef vier dichtbundels. Zijn debuut Het geluk weet niets van mijn werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs en zijn tweede bundel werd bekroond met de J.C. Bloemprijs. Ook schreef hij gedichten en verhalen voor kinderen en een roman. Hij is werkzaam als docent Nederlands en creatief schrijven. Komend voorjaar verschijnt zijn vijfde bundel.
Willem Otterspeer (1950) is hoogleraar geschiedenis in Leiden en werkt aan de biografie van W.F. Hermans.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. Zijn laatste bundel essays is Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Wekelijks schrijft hij in Vrij Nederland een Literaire Kroniek en op maandag en vrijdag op de website vn.nl/Boeken.
Ester Naomi Perquin (1980) is dichter en redacteur van Tirade. Daarnaast schrijft zij wekelijkse bijdragen voor De Groene Amsterdammer en radioverhalen voor het vpro-programma De Avonden. In maart zal haar nieuwe bundel Celinspecties verschijnen.
Froukje Slofstra (1977) vertaalde Leven en lot van Vasili Grossman waarvoor zij in 2009 de Aleida Schot Prijs kreeg. Ze vertaalt uit het Russisch, Frans, Duits en Engels, onder meer werk van Michael Ignatieff, Viktor Pelevin en Stéphane Audeguy. Eind dit jaar verschijnt haar vertaling van de verhalen van Isaak Babel bij Van Oorschot.