Medewerkers aan dit nummer
Frits Abrahams (1946) heeft een dagelijkse column op de achterpagina van nrc Handelsblad. Komend voorjaar verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot een bundeling columns, die zijn geschreven in de afgelopen zes jaar: Alles loopt altijd anders.
Marc Colsen (1977) studeert filosofie. In 2011 debuteerde hij met ‘De gast’ in het tijdschrift Kortverhaal. Andere verhalen verschenen in Op Ruwe Planken en Passionate Magazine.
Suzan van Dijk studeerde Frans en Algemene Literatuurwetenschap en promoveerde op het proefschrift Traces de femmes. Présence féminine dans le journalisme français du xviiie siècle. Sinds 2008 is zij gastonderzoeker bij het Huygens ing. Haar onderzoek betreft de productie van vrouwelijke auteurs en de receptie van hun werk.
Peter Drehmanns (1960) is schrijver en dichter. Hij publiceerde acht romans, een verhalenbundel en twee dichtbundels, waarvan de laatste, Onder nog onopgehelderde omstandigheden, in 2012 verscheen. Tussen 1992 en 2007 was Drehmanns recensent Italiaanse literatuur voor respectievelijk Vrij Nederland en nrc Handelsblad.
Eva Gerlach (1948) schrijft poëzie voor volwassenen en kinderen. Haar werk werd in 2000 bekroond met de P.C. Hooftprijs.
Menno Hartman (1971) is redacteur van Tirade en uitgeverij Van Oorschot.
Detlev van Heest (1956) debuteerde in het voorjaar van 2010 met de roman De verzopen katten en de Hollander. Het boek vormt een tweeluik met de roman Pleun die in het najaar van 2010 verscheen. In het najaar van 2011 verscheen Het verdronken land. Terug naar Japan. Van Heest werkt als parkeercontroleur in Hilversum.
Hein H. Jongbloed is historicus en archivaris. Sinds 1986 werkt hij bij het Nationaal Archief in Den Haag.
Jeroen van Kan (1968) werkt bij de vpro-radio en is redacteur van Tirade.
Hilde Keteleer (1955) is auteur, literair vertaalster en docente aan de Antwerpse Schrijvers Academie. Ze publiceerde twee dichtbundels bij de Wereldbibliotheek en een met haar Franstalige collega Caroline Lamarche. Haar prozadebuut Puinvrouw in Berlijn verscheen in 2009 bij Uitgeverij Vrijdag. Meer info: www.hildeketeleer.eu.
Amber Kreeft (1954) heeft een dochter en runde jarenlang een café-restaurant in het dorpje Saou in Zuid-Frankrijk. Momenteel woont ze in Montfoort. Ze schreef in totaal vier ongepubliceerde autobiografische romans.
Geerten Meijsing (1950) is schrijver. Voor Veranderlijk en wisselvallig (1987) ontving hij de ako-prijs en voor Tussen mes & keel (1997) de kleine en de grote Gouden Uil. Samen met zijn zus Doeschka schreef hij Moord & Doodslag (2005).
Charlotte Mutsaers (1942) is schrijver en beeldend kunstenaar. Onlangs verscheen haar dichtbundel Dooier op Drift.
Aad Nuis (1933-2007) was onder meer dichter, criticus en politicus. In 1963 verscheen bij Van Oorschot zijn bundel Wisselend weer. De in dit nummer opgenomen gedichten bleven tot dusver ongepubliceerd.
Jamal Ouariachi (1978) debuteerde in 2010 met de roman De vernietiging van Prosper Morèl en schreef sindsdien verhalen, artikelen en polemieken in onder meer nrc.next, HP/De Tijd en Knack Focus. Momenteel werkt hij aan twee nieuwe romans, waarvan de eerste, Vertedering, in februari 2013 zal verschijnen.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. Zijn laatste bundel essays is Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Wekelijks schrijft hij in Vrij Nederland een Literaire Kroniek en op maandag en vrijdag op de website vn.nl/Boeken.
Ester Naomi Perquin (1980) is dichteres. Eerder dit jaar verscheen haar derde bundel Celinspecties. Haar werk werd onder meer bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de J.C. Bloemprijs en de Anna Blamanprijs. Celinspecties is genomineerd voor de vsb Poëzieprijs.
Reiner Maria Rilke (1875-1926) was een Duits dichter. Hij had al naam gemaakt met de bundels Das Stundenbuch en Das Buch der Bilder toen hij de literaire wereld versteld deed staan en wereldfaam verwierf met de publicatie van zijn twee delen Neue Gedichte in 1907 en 1908.
Frederick Rolfe (1860-1913) was een Brits schrijver, ook bekend als Baron Corvo. Zijn bekendste boek is in het Nederlands vertaald als Hadrianus vii (1904). Rolfe spendeerde de laatste vijf jaar van zijn leven in Venetië.
Mieke Tillema (1944) publiceerde een aantal dichtbundels, o.a. Het genot van het surplus (1988). Over plagiaat bij Bordewijk schreef ze De hoogten van Doyle, de trog van Bordewijk (1988). Sinds 2009 schrijft ze essays over poëzie in vak Taal.
Jabik Veenbaas (1959) is schrijver, dichter en vertaler. Naast vertalingen publiceerde hij poëzie, proza en essayistisch werk. In het najaar van 2013 verschijnt zijn boek De Verlichting als kraamkamer, met daarin onder meer zijn essay over Sade.
Christiaan Weijts (1976) schreef de romans Art. 285b, Via Cappello 23, De etaleur en, onlangs verschenen, Euforie. Hij is columnist bij nrc.next en De Groene Amsterdammer.
Van Belle van Zuylen (1740-1805) is bij Van Oorschot haar brievenboek Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid en haar tiendelige Oeuvres complètes beschikbaar. De in dit nummer opgenomen brieven waren gericht aan haar tantezegger Carel Lodewijk (Charles Louis) van Tuyll van Serooskerken (1784-1835). Ze werden onlangs aangetroffen in het archief van de familie Beelaerts van Blokland.