Medewerkers aan dit nummer
Lidewij van den Berg studeerde Vertaalwetenschap aan de UvA. Ze nam deel aan verscheidene cursussen en vertaalateliers van het Expertisecentrum Literair Vertalen. Ze vertaalde enkele kinderboeken en werkt momenteel mee aan de Nederlandse vertaling van Les archives Tintin.
Julia Deck (1974, Parijs) studeerde Franse letteren aan de Sorbonne. Ze was lectrice voor uitgevers in New York en Parijs, werkte in de bedrijfscommunicatie en als freelancejournaliste. Het in dit nummer opgenomen fragment is het eerste hoofdstuk uit haar debuutroman Viviane Élisabeth Fauville, die verscheen bij de prestigieuze uitgeverij Minuit.
Nikki Dekker (1989) schrijft proza en poëzie. Ze is werkzaam als webredacteur voor de vpro.
Jan Wim Derks (1956) is econoom. In het verleden heeft hij enkele artikelen gepubliceerd over W.F. Hermans, waaronder ‘Hermans en Céline, een talent dat uit stelen gaat wordt nooit een epigoon’. Momenteel doet hij onderzoek naar de invloed van L.-F. Céline op W.F. Hermans.
Stephan Enter is schrijver. Sinds zijn debuut, de verhalenbundel Winterhanden (1999), verschenen de romans Lichtjaren (2004), Spel (2007) en, meest recent, Grip (2011). Enter sleepte talloze nominaties voor literaire prijzen in de wacht en won de Gouden Boekenuil Lezersjuryprijs en de F. Bordewijkprijs voor Grip en de C.C.S. Croneprijs voor zijn hele oeuvre. Enters werk is en wordt vertaald in het Engels, Duits, Noors, Deens en Italiaans.
Christophe Van Gerrewey debuteerde in 2012 met de roman Op de hoogte. In september 2013 verschijnt Trein met vertraging. Aan de universiteit Gent werkt hij aan een dissertatie met als titel De architectuur, een gebruiksaanwijzing.
Thomas Heerma van Voss (1990) debuteerde in 2009 met De Allestafel. Sindsdien studeert hij Nederlands aan de UvA, schrijft hij voor onder meer Vrij Nederland en NRC/Next, en zijn nieuwe roman Stern verschijnt aankomende april.
Rosan Hollak (1971) studeerde filosofie en politicologie en is redacteur van NRC Handelsblad. Ze publiceerde eerder korte verhalen in Bunker Hill en Lava, haar mozaïekroman Scherptediepte kwam vorig jaar uit bij De Bezige Bij.
Hendrik Hutter (1968) is sinds 2008 vertaler Spaans, Engels en Frans. Onlangs is hij afgestudeerd aan de Vertalers Vakschool in Amsterdam. In 2012 verscheen zijn vertaling van La aventura del pensamiento van de Spaanse filosoof Fernando Savater onder de titel Het avontuur filosofie.
Martijn Knol (1973) is schrijver en redacteur van Tirade.
Gilles van der Loo (1973) debuteerde in Tirade en is redacteur van Tirade. In 2012 verscheen zijn verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit.
Lieke Marsman (1990) debuteerde in Tirade en is redacteur van Tirade. In 2010 verscheen haar bundel Wat ik mijzelf graag voorhoud, waarvoor zij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de Liegend Konijn Debuutprijs en de Buddingh’-prijs kreeg toegekend.
Joost van Oostijmuiden (1967) is kunstjournalist bij dagblad De Alkmaarder. Van zijn hand verscheen in eigen beheer Mijn duim.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. Zijn laatste bundel essays is Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Wekelijks schrijft hij in Vrij Nederland een Literaire Kroniek en op maandag en vrijdag op de website vn.nl/Boeken.
Antonio Pereira (1923-2009) was een Spaanse schrijver van vooral korte verhalen. Daarnaast schreef hij gedichten en heeft hij twee romans op zijn naam staan. In Spanje is hij een redelijk bekende auteur, met name in de noordelijke provincie León
Katrien Vandenberghe vertaalde fragmenten van Christian Oster, Antoine Volodine en Paul Valéry, Paris-Brest van Tanguy Viel, Vertel hun van veldslagen, koningen en olifanten van Mathias Énard en (in samenwerking) Limonov van Emmanuel Carrère en Het Victoriasysteem van Éric Reinhardt.