Nescio
Een eetbaar Muiderslot
16 Januari
Dinsdagochtend ± 11 uur met bus naar Muiden. Kade (en brug) op en neer geloopen tot bij het slot. Zonnig, schitterend, teere lucht achter en boven zwarte boomen (het boschje bij den grooten weg links van de Vecht). Zeer koel Noordelijk windje. Prachtig gezicht op Muiderberg, zoowel aan den grooten weg als bij het slot. De olle Goethe wandelde voor Muiderberg langs met een meisje van 15 jaar, maar ze zeiden niets. In het op het Zuiden open wachthokje scheen de zon heet door het ruitje. Aan de overkant van de weg zwarte boomachtige struiken en daar doorheen getintel van de zon op de sloot die er achter was.
Durgerdam een wittige dikke wazigheid. ½ 1 thuis.
In de bus: zoo zie je een teerblauw slootje, zoo schiet in de heele lengte de zon er in. Et tout d’un coup etc.
5 Februari
Maandagochtend. Bus naar Muiden. Hevige zon en blauwe lucht, alles heel ruim en trekkend. Zon in water. Zie 16 Januari. Durgerdam heel scherp en heel wit. In Muiden de Kaai gewandeld tot voor het slot, even door de gaatjes in de deur gekeken, heel zwarte schaduw op de binnenplaats en wat zon op muur. Weer Muiderberg in de verte met hoog zeilende witte trekwolkjes. Kromming van de Kaai boomen en donkerte van huizen. Kopje koffie gedronken op het hoekje (met ‘tompouce’). Terug naar bus, boompje op de Kaai heel en al licht, boomen over de Vecht heel zwart tegen heel blauw, alles verwachting. Weer, bij de halte, zwarte boschjes met schitterende sloot er door. Heel ver toren van Hilversum, klein en wazig (de toren der verwachtingen uit 1907 en 08).
Scherpe onherbergzame Oostenwind woei door het voorjaar.
Voòr ½ 1 thuis.
10 Februari
Zaterdagochtend. Met Koosje op de bus naar Muiden en op het Muiderslot. Zon, maar buiten nog al nevelig en zicht beperkt, zilverig, (Durgerdam net even door de nevel als een spookvlek). Zon op slootjes teleurstellend, even zwak zilverig. Half een thuis.
‘s Avonds tegen zessen op den Midden weg in de schemering den eersten reiger zien vliegen boven Frankendaal. Tegen middernacht toen we uit de schemering thuiskwamen groot lawaai van krassende reigers. Lente. Daags te voor (9 Februari) de eerste sneeuwklokjes gezien (in Artis).
20 Februari
Dinsdagochtend. Met de bus naar Muiden. Sterk lente door winter. Telkens brekende watterige wolkenlucht. In Muiden hingen de vrouwen uit hun zolderraampjes van huis tot huis met elkaar te praten en keken naar zee. Een middeleeuwsche verlatenheid in land en zee maar overal stadjes: Weesp, Naarden (toren heel wazig), en torens: Muiderberg, Ransdorp. Wonderlijk, zoo’n moeras al in de Middeleeuwen sterk bezet met stadjes.
22 Februari
Donderdagochtend. Weer bus naar Muiden. Weer zon en wind, lente door winter. Scherpe wind in Muiden met fantastisch stuk zee links van het slot, schijnbaar rustig in de verte, bleek blauw, daarachter wit en daarachter streep van de kust, alsof’t er zomer was. Op de Merwede brug Durgerdam heel wit en heel duidelijk.
27 Februari
Dinsdagochtend. Naar Hakkelaarsbrug met de bus en naar het strand van Muiderberg geloopen. Voorjaar, zonnig, maar zon veel ietwat gesluierd. Zeer stil, hoorde m’n voetstappen. Gezicht op Muiden. Zee grijs in het Oosten (toren van Naarden), zeer blauw naar het Westen, kabbelde wat, als ik stil stond hoorde ik het kabbelen, als ik liep hoorde ik ‘t niet door m’n voetstappen, het was een onwereldsch kabbelen zoo zacht. Schiereiland tusschen Muiderberg en Muiden met breede stroken gouden riet er voor, een moutonnement van enkele boerderijtjes en het slot aan het eind en daarboven een streep van witte wolkjes aan elkaar, en die blauwe zee op zee. Durgerdam als een witte streep – Overal lichtgevende stammen en takken, aan de weg van Hakkelaarsbrug (over de sloot) een boerderijtje
met een grasveld wit van de sneeuwklokjes. Alles buiten ‘de wereld’. Bus van 12 uur terug van Muiderberg, door Muiden. Na de Kruitfabriek de eenige passagier.
‘s Middags de eerste crocussen (in het gras van Artis langs de Middellaan).
28 Februari
Woensdag. Nu ook crocussen in het gras voor Frankendaal. Tegen 6 uur de eerste merel gehoord (op Frankendaal bij het telefooncentraletje).
5 Maart
Maandagochtend. Tegen twaalven met de bus naar Muiden en terug. In Muiden de Kaai op en neer geloopen. Zilverige ochtend met licht nevelige horizonten, warm. Durgerdam een witte streep, op zij van het slot een warm lichtblauw zeetje overgaand in de lucht met twee witte kopgolven tegen de strekdam. Bij de uitgang van Muiden heel mooi de boomen aan de overkant, met het gele houten brugje over het zijwatertje dat heel stil weerspiegelde. Achter de boomen wei en daarachter weer wazig de boomen van de Kruitfabriek6 Maart
Dinsdag. ‘s Middags naar het Kalfje heen en weer op fiets. Zilveren middag, onder de zon horizon nevelig, tegenover de zon donker. Water van bizondere kwaliteit. In het Kalfje uit het raam zitten kijken naar de zilveren glinsteringen, boomen, weg, uit het niet aanglijdende en stil verdwijnende fietsers.
½ 7 thuis. Zachte merels bij Amstelrust. Gieken op de Amstel.
7 Maart
Woensdagochtend. Met den trein van 5 minuten voor tienen van de M.P. naar Abcou. Eerst het dorp ingefietst, daarna Noordelijke oever
van het Gein naar de Vink, kopje koffie binnen, door het hek naar Merwedekanaal en daarover tot voòr Nigtevecht. Zon rechts op Vecht (zilver). Net zoo terug. Nevelige horizon, toren van Loenen niet te zien, later op het perron van Abcou net even de toren van Nederhorst door den nevel. 11 kleine witte lammetjes (6 gezien van het wegje achter het hek en 5 tusschen de Vink en Abcou). Veel water in het Gein, het stuk naar de molen leek een echte rivier. ‘De verlatene molen’, met hier en daar een knotwilgje en een glimmend stuk weg en water. Warm. Kleuren in takken, geel, rood, grijs, groen. Heel stil. Trein 12.37 uit Abcou terug. Het wereldje zag er erg nieuw en schoon uit – De deur van het nieuwe seizoen staat nu op een kier.
13 Maart
Dinsdagochtend. Om ½ 10 ‘t huis uit en met de bus naar Hakkelaarsbrug. Volop lente: zon en blauwe lucht en bijna geen wind. Hier en daar warm. Geloopen naar Muiderberg. Prachtige molen ten Zuiden van de autoweg vrolijk opgeschilderd. Aan zee. In het Amsterdamsche Koffiehuis een briefkaart gestuurd aan Anje, met ‘prentje’ van het Muiderslot. Geheimzinnig laantje naast Jodenkerkhof. Muiden in de verte zoo stil en schoon (rooie daakjes).
Alles weer zeer nieuw en stil.
21 Maart
Woensdagochtend. Bus Muiderberg (voor tienen). Zonnig, stil, warm en helder. Marken zichtbaar. Glinsterende boomen, met knobbels en kleine takjes en blauwe lucht en witte wolkjes, le paradis. Twee eerste trompetnarcissen in een ouwerwets tuintje (bij crocussen) voor een ouwerwetsch villa’tje voor in het dorp. Later een bloeiende forsytsia. Weer het mestrijertje gezien van den 13den, en vrouw in het koekebakkerswinkeltje zei: ‘Ik zie U hier nog al’les’. Geloopen naar de Hakkelaarsbrug en daar de bus gepakt die om 12 uur uit Muiderberg was vertrokken. Zeer in me zelf verdiept geweest en plezierig.
25 Maart
1e Paaschdag. Met Zus Tenger ‘s morgens met de bus naar Muiden en het Muiderslot. In de bus zon, later op de Kaai natte sneeuw en regen en wind. Een uur in het cafe’tje zitten wachten omdat het slot pas om 1 uur
open ging. Bleef buiig met opklarinkjes, toch ver zicht (Marken). Mooi gezicht uit die hoekkamer naar Muiderberg en een eindelooze groene vlakte tot Naarden en Hilversum (toen net zonnig). Op de terugtocht: in rondomme donkerte plotseling opbarsten van een bal zeer witte meeuwen die daarna heel wit uit elkaar vlogen. Heel bizonder.
30 Maart
Vrijdagochtend. Met Zus Tenger met het bootje van ½ 12 heen en weer naar Schellingwou. Guur, gebroken wolkenlucht met nu en dan een zonnetje.
3 April
Dinsdagochtend. Met Os trein 9.33 C.S. naar Beverwijk en bus Wijk aan Zee, naar Miep (Rusthuis ‘Egbert Duin’). Veel lammetjes aan de lijn naar Haarlem. Prachtige donkere geboomten langs de duinen met hier en daar een goudwilg, 1 heele groote ergens voor het duin opzij van Overveen ongeveer. Sluier gewolkte met dan in eens weer zon, vrij aardig lente, kort zicht. Beperkte, rustige bleeke zee, toch met twee strepen witte koppen. Pier en vuurtoren van IJmuiden nauweliks te zien. ‘Hoogovens’. Een leeuwerik in de lucht fladderend zien staan en misschien ook even gehoord. Mooie overgang over het Noordzeekanaal, vooral teruggaand. Ruim 2 uur thuis.
P.S. Dit heele voorjaar nog maar twee maal een merel gehoord, eén keer bij den ingang van het W.G! (op 29 Maart), terwijl anders in Maart Frankendaal er vol mee is. Altijd guur en wind!
5 April
Donderdagochtend. Bus kwart voor 10 naar Muiderberg (door Muiden). Blauwe lucht met hier en daar een wit wolkje. Die hooge boomen met knoesten en glinsterende takken en een klein wit wolkje er boven, een beslotenheid met een groote wereld er buiten, met misschien nymphen. Aan zee koue wind (Ransdorp zichtbaar, Monnikendam heel flauw, later verdwenen). Een lange rij gekrulde witte wolkjes boven het water, soort desolate liefelijkheid, moest aan verdronken zeelui denken. De inham naar Naarden toe geheel in de zon. Een zwart paard werd uit de wei langs zee gehaald door een man op de fiets en draafde zoo’n beetje en toen ze draaiden om het wegje naar binnen te gaan waren ‘t twee zwarte paarden
die in en uit elkaar schoven, meestal met 8 pooten en hun hoeven op den weg zooals paarden altijd hebben geloopen. Later in ‘t dorp kwamen in eens twee kleine lammetjes van een erf den weg op loopen be, be, en keerden toen terug. Teruggeloopen tot de halte Hakkelaarsbrug. Muiden in de verte zoo lief en zindelijk en klein en langgerekt (wat een misère toch: schilders met ‘ideeën’). Een speenkruidje op m’n jas gedaan. De molen weer! Ook deze week forsytsia en lammetjes week, nog meer dan de vorige. Et tout d’un coup etc.
15 April
Zondagochtend. Schitterend weer, blauwe lucht, eerst tegen twaalven hier en daar een wit wolkje. Warm met zeer koele wind er door. Bus ± half tien tot Hakkelaarsbrug. De heele trekvaart tot Naarden (6 KM) één kabbelend zilver. Onderweg: de oue kerk van Weesp, de geest in de natuur. Eerst nog: op den horizon de twee torens van Abcou naar elkaar toe gewend als heel vroeger. Toren van Naarden onder veegjes: de geest in de natuur.
Gewandeld naar Muiderberg, en naar zee, bijna aangedaan, overal kleine blaadjes aan de struiken, speenkruidjes (één geplukt en op m’n jas gedaan, later thuis per ongeluk afgebroken, in water gelegd). Muiden in de verte dit keer wat nuchter. 3 of 4 bloeiende boompjes (één vogelkers, één prunus, een iets daar tusschen in). Helder zicht tot Monnikendam en Marken, de ‘back bay’ zoo’n beetje fonteinend in de zon. Eerst nog ergens in het dorp aan het eind van een laantje de dijk en er boven uit het bovenste van een schip en de toren van Naarden, door 3 vrij armetierige wilgjes (lange takken, stammen onzichtbaar door dijk) heen. Een meidoorn in teer blad. Bus van 12 uur uit Muiderberg terug. Kijk naar boven door kastanjeboom: goue knoppen, stippels, tegen blauwe lucht.
18 April
Woensdagochtend. Bus kwart over 9 naar Loosdrecht (Driesprong). Heerlijk door het Oosterpark naar de bus gewandeld. Blauwe lucht met later velden van witte schrapwolken, sterke zon, te koel windje. Aan de driesprong binnen gezeten, veel zon op bewegend water, Port Michèle. Hond lang uit plat in het zonnetje op de steiger. Ergens een bak met dodders achter de ramen in een huisje bij de bushalte. Kortenhoef
over het water. Bus 11 uur 12 terug. Overal kudden lammetjes en wei met speenkruid. 2 zwarte lammetjes. Nog wat forsytsia. Bloeiende wilgen. Voor éénen thuis.
20 April
Vrijdagochtend. 10 uur 40 naar Broek in Waterland (Kelk), tram 2 uur 6 terug. Zonnig, maar meest killige zon met koue Noordooster. Schraal en kaal met lammetjes en een enkele plek speenkruidjes. Later in lijn 9 in de stad achter het glas zeer warm.
Zeer gezellige ochtend bij de Kelken, het meisje Veralind was jarig (10 jaar).
22 April
Zondagochtend. Met Jan Zeven en Os in de auto, 9 uur weg en Miep opgehaald. Heele Spaarndammerdijk; bedekte lucht maar duidelijk zicht op de duinen van Haarlem tot Beverwijk. Spaarndam! Daarna zon door. In IJmuiden met de auto rondgescharreld, in de verte zelfs een klein stukje zee gezien. Verdere gruwelijke rotzooi. (Jan Zeven wou er een tandarts bezoeken) (die net naar de kerk was). Met de Velzer pont over, door Beverwijk en langs de Assemburg (zeer aardig) door Assendelft (saai en eindeloos) naar de groote weg bij het station Krommenie, daar koffie met sprits. Over Limmen en Heilo naar Alkmaar.
Jan Zeven en Os door naar Groningen. Miep en ik met den trein van 1 uur 11 naar Amsterdam. Prachtige lucht met allerliefste witte wolkjes, warmer. Een enkel veldje trompetnarcissen, rooie tulpen en hyacinthen en anemonen. Natuur nog zeer achterlijk, wat beginnende kastanjes en bloeiende wilgen, vruchtboomen nog dood.
23 April
Maandagochtend ½ 10 bus naar Hakkelaarsbrug. Zomer. Heerlijk vredig op het wegje. Kijk terug naar de molen door de boompjes die nu een ‘groen waas’ hebben. Wat heiig naar Naarden toe, vrede -. Koeien in het land onder wilgjes. Eerste paardebloemen. Hooge boomen nog strak en zwart. Wolkelooze lucht. Zee zonder overkant met verscheidene kleine vissertjes, geheel tintelende ‘back bay’. Op een bank op de Brink gezeten. Overal begin van zomer, op de brink had een dranktentje witte stoelen en tafels buiten en de stomme groene roeibootjes voor ‘zomergasten’ lagen in het water, enkele werden nog op het strand gekalefa-
terd. Moerasje naast de Kruitfabriek vol dodders. Koffie in het ‘Rechthuis’ 5 ct opgeslagen. Briefkaart aan Anje gestuurd met prentje van het ‘Rechthuis’. Bus 12 uur terug. Op een laveloos gedeelte van den autoweg stonden twee auto’s aan de kant en zaten ze in het gras te eten en te drinken. – Wolkeloos.
25 April
Woensdag. Met Marius bootje van 10 uur en tram naar Volendam. Even bij Spaander. Met een nebbish motorbootje naar Marken, koele wind. Even ‘t dorp ingeloopen en in dat heuvelbuurtje gegaan. Bootje 1 uur 15 van Marken naar Monnikendam. Tintelende zee, warm. Tram naar huis, zeer warm. Wolkeloos. – Maandag zijn in de stad plotseling de iepen in blaadjes geschoten, de magnolia’s barsten uit, je ziet alles groeien, na al de kou.
26 April
Donderdagochtend. Omtrent ½ 12 met bus naar Hakkelaarsbrug en weer naar Muiderberg geloopen. In het gras naast het groote huis bij het strand aan het wegje naar backbay naaktloopers (man, vrouw en kinderen). Op de Brink een poos op een bank gezeten. Beuken beginnen uit te loopen. Hier en daar al bloesemblaadjes op den grond. Een eindje van de halte tegen een hek geleund de stille zonnige weg afgekeken tot de bus van 2 uur kwam.
30 April
Maandagochtend. Even heen en weer naar Muiderberg. Bus naar Hakkelaarsbrug, zeer vol door Koninginnedag. Conductrice: ‘Kan niet heksen’. Gewandeld tot de bushalte in Muiderberg en meteen met de bus van 12 uur terug, zitplaats vooraan. Zeer blauwe lucht, koele wind, ver zicht (Marken met zelfs iets rood van de daken). Wegje naar Muiderberg weer stil en vredig. Tweemaal de koekoek gehoord, wonderlijk. Muiden in de verte weer zeer lief. Steeds meer jong groen. Veel witte wolkjes, van die strepen krulwolkjes even boven de horizon en vooruit een heel gekrulwolkte boven het witte van het laagste van de lucht, alsof ze daar uit gekomen waren.
Steeds meer koeien in de weiden (terugkijkend op Muiden van het Westen over het weiland vol koeien, als een etiket voor gecondenseerde melk).
4 Mei,
Vrijdag. Omtrent ½ 11 naar Muiderberg, van de Hakkelaarsbrug gewandeld. Ietwat beslagen blauwe lucht met ietwat grauwe horizonnen (beperkte zee op de brug). Warm met koele wind er doorheen.
Steeds meer jong groen en bloeiende boomen en struiken, de eerste kikker kwaakte twee keer. Vrede en plénitude. Op de Brink op een bank gewacht. Een klein mannetje dat ik 65 jaar gegeven zou hebben kwam bij me zitten en vertelde me vrijwel plompverloren: ‘Toen ik 83 was ben ik nog met m’n vrouw op de fiets naar Nijmegen geweest.’ ‘Hiervandaan’. ‘Ja’. ‘In één dag’. ‘Ja’. Vroeger hatti ‘t wel heen en weer gedaan.
Wordt in Augustus 85, is verleden jaar geknauwd door een botsing tegen een auto.
5 Mei
Zaterdag. Met Os trein 10.33 C.S. naar Eindhoven. Goed weer, eenigszins bedekte lucht. Paardenbloemen, dodders, bloeiende appelboomen, rood-bloeiende boompjes. Rivieren! Vooral de Waal. Utrechtsche heuvels duidelijk zichtbaar. Toren van Zalt-Bommel, St. Jan! Brabantsch populierenland in licht groen. Koolzaadvelden, vooral tusschen de Maas en de St. Jan.
6 Mei
Zondag. Met Jan, Pip en Os in het auto’tje. Even 10 uur weg: Geldrop, Heeze, Leende (knoptoren), zinkfabrieken op den horizon, Weert, Thorn. Heerlijk zonnig zomerweer.Tegen ½ 12 in Thorn. In de leege kerk gekeken, daarna naar beneden door poort: en onderlangs (beroemde smalle deur met berk) langs beekje en door het oosten weer naar hotel Cransborn, waar het auto’tje stond. Eerst nog koffie gehad bij Cransborn met zoogenaamde tompoucen, gekocht in een winkeltje dat ‘s Zondags open is: lak aan eigenwijze wetten. – Bij Wessem (hooge kant) met pont over de Maas. Zeer mooi, rivier slingert naar twee kanten. Over
Maasbracht en Echt naar de brug van Maaseyck. Zeer bloeiend, ongewoon groote appelbloesems, heggen, koeien en een stier! Vergeet niet van Brabant af al, de bloeiende velden koolzaad, zeer geel. – Voòr de brug het auto’tje laten staan en Maaseyck ingewandeld. Maaseyck is op z’n aardigst als je er niet bent, maar het uit de verte ziet liggen, allemaal zwartig rooie daken en boven elkaar uit en een torentje links (de nieuwe toren, rechts, is nix). Oue huizen, pleintje, weer straat tot het tramemplacement, maar ze vonden ‘t te laat worden voor Lanklaar. Dus terug, op pleintje koffie en knapkoek die niet knapte, zeer duur (francs 50 voor de vier, had in Thorn f 1.50 gekost, nog niet de helft!) Twee steenen oue wijven op de markt stellen de ‘gebroeders Van Eyck’ voor, stakkers.
Terug zelfde weg, weer bij Wessem over de Maas, daarna een wat Oostelijker weg (eenigszins golvend terrein) om op den grooten weg naar Weert uit te komen. Kloosters van Heel op den horizon. In Weert vlaaien meegenomen, verder zelfden weg terug (knoptoren van Leende). Half 5 thuis. Zeer voldaan, ook Os. Den Mei ingewijd.
Paardenbloemen-Zondag.
7 Mei
Maandag. 10 uur 29 boemeltrein naar Maastricht, zeer vol. Roermond overstappen. Maasovergang! Gesluierde zon meest. Panorama naar Belgie en op Maas als gewoonlijk. Naar de wielen geluisterd, gedacht: ‘Altijd maar doorrije’. Overal bloei. Seringen! In Maastricht D trein Amsterdam-Genova zien aankomen (kort treintje). Koffie en broodje in station Maastricht. Daarna op het stationsplein op iets gezeten en op de bus gewacht en het ‘Labre’ krantje gelezen, zeer toepasselijk. Bus 1 uur 3 naar Geulle. Eclatante route (anders dan verleden jaar): eerst naar de nieuwe Maasbrug en dan langs de daar breede Maas. Terugkijken!: breede Maas, aan het eind daarvan Maastricht met al z’n torens, bruggen en schoorsteenen en de heuvels in het zuiden er in de verte boven uit. De rivier: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Borgharen, kasteel! (terugkijken) dan weer langs de smallere Maas, hooge Belgische kant, zeer pittoresque (het zeer smalle huisje met ingebogen dak en loggia vlak onder het dak). Daarna zie je de Maas net niet, maar wel de paardebloemen van den Belgischen oever.
Itteren, Bunde, Geulle, een paar maal hoog over het Juliana kanaal en steeds draaien en wenden zoodat je aldoor een ander landschap ziet: unique route. In het Oosten begrensd door de Nederlandsche Maasheuvels, in ‘t Westen door de ietwat oploopende Belze oever. Plotseling zie je de heuvels van de Geul er boven uit. Overal bloeiende appelboomen, met koeien, heggen, weilanden, populieren, kasteeltjes, Romeinsche boerderijen, kerken en kloosters, soms in de hoogte, dichte bosschen tegen de Maasheuvels in de verte, telkens ‘Werther’ boomen. Maar geen Werther. Een schitterend decor, maar een kerkhof vol monumenten, waar ergens de geest begraven ligt. In Limburg leest niemand wat.
Om 2 uur in Hotel Schieversberg. Wat geslapen, naar beneden gewandeld, bus 4 uur 10 naar Maastricht. De schitterende route nog eens heen en weer gereden, in station Maastricht brood eieren en ham en koffie, bus 6 uur terug. Ditmaals was er wat volk, overigens rijdt die bus leeg. Iets te ver doorgereden en een eindje terug moeten wandelen en toen de berg op. ‘Ach wie wohl ist mir am abend’, stilte en vogels die je anders nooit hoort. Ruim 7 uur in hotel terug.
In hotel zitten kijken naar de Belze heuvels en de steenhoop (pyramide) van de kolenmijn van Belgisch Eysden. Donkere lucht, alles in den regen, om 8 uur zoowat nacht, geblikker en gerommel. 1 Keer sloeg de bliksem in Belgie, nog nooit zoo’n lange bliksem gezien, je zag bijna God’s hand die ‘m neerflikkerde. Met zigzag. Regen! bellen op het terras! Eenzaam gezeten, want niemand gaf antwoord, zeer voornaam. Gelezen in een boek in het Maastrichtsch: ‘Kent geer heur eige stad?’ door Dr Edm. Jaspars. Om ½ 10 lag ik in bed.
Zeer zomersch.
8 Mei
Dinsdag. Om 4 uur koekoekte de koekoek als gek. Ingeslapen. Tegen half zeven wakker: weer koekoek.
Tegen ½ 9 naar beneden. Gewandeld in eenige regen. Beekje kronkelt naar beneden. Bus ging later dan gezegd, om den regen een kop koffie van 20 cent gedronken op een stoel midden in een kamer die gewit werd. Eenig passagier in de bus, den berg op naar Beek. Daar staan wachten 25 minuten (geen regen) op de bus naar Maastricht. Verderop links de heuvels van het Geuldal.
Trein 10 uur 15 naar Heerlen. Fantastische route: boven de Geul Houthem-St. Gerlach, Schin op Geul. Overal kronkelende watertjes, je weet niet of je hetzelfde beekje ziet of een ander.
En het jonge groen en de appelbloesems en de gele velden en een kasteelboerderij, Klimmen – Ransdal – Voerendaal, gezegende namen. En weien en poppels en de jonge Werther. Op station Heerlen een uur tijd: koffie, amandelbroodje en een broodje met ham. En de Groene: die ik anders nooit lees. En in ééns: de stem van Annie Schmidt: Mei:
De stem van mijn wereld in dit fantastische maar goddelik-leege décor. Trein 11 uur 48 naar Sittard. De heuvels van de Geul verdwijnen, weer bloesems, geel en kasteelen (Hoensbroek). 1 uur 15 in Eindhoven.
9 Mei
Woensdag. 10 uur 19 naar Amsterdam. Bedekte lucht, grijs maar lief, kouer. Populieren, weien en kromme riviertjes, St Jan, Maas, toren Zalt Bommel, slanker dan anders, Waal, Lek, Utrechtsche heuvels. Even voòr Culemborg de toren van Wijk bij Duurstede op den horizon, nooit eer daar gezien.
Half een in m’n huis.
Nog iets van 7 Mei: uit den trein gezien een smal krom beekje, tusschen Weert en Roermond, niet zoo ver van de Maas, de oevertjes dik bezet met paardenbloemen, zeer aandoenlijk. En later bezuiden Roermond plotseling het koper van het haam van een paard zien schitteren in de zon: zeer Limburgsch.
Toch nu zeer blij weer in Amsterdam te zijn. Eigen lucht. ‘Wien, Wien, ja du allein’. Bloem zit nog altijd aan het Oosterpark zoo’n beetje te dichten achter z’n bloeiende clivia.
10 Mei
Donderdagochtend. Om kwart over 5 wakker geworden en om kwart voor 6 opgestaan. Schitterende zomerochtend. Op Miep moeten wachten, die even zou aankomen, tot over negenen. Bus Hakkelaarsbrug. Bij aankomst weer veranderd: donker, rauw, koue wind, gewaai van takken dat ik altijd naar vind. En dat miserabele van het jonge groen in don-
kere kou. Toch nog even mooie wei met gele en witte bloemen. Brink totaal veranderd doordat de boomen flink in blad waren gekomen, weg stammen. Naar zee en even op ‘Flevorama’ gekeken waar Miep heeft gehuurd tegen Zaterdag, mooi gezicht over zee naar het Gooi. Zee spatte over de wal van het badstrandje. Gezeten in de afgesloten weranda van het groote café bij zee. Opklaring, vèr zicht (Marken, Durgerdam, Monnikendam, Ransdorp). Gestaard naar Ransdorp. Zee steeds wisselend van kleur, eerst voòr grauw, de rest zandkleur, later daar groenig en later weer fletsblauw. Kleine witte wolkjes omtrent Ransdorp, op 1 moment 8 wolkjes maar ieder oogenblik kwamen er bij en gingen er af. Lijntjes van boomen; vlak bij Ransdorp en links en rechts even er af. Zee leek zeer ruim. Terug: fijn jong groen aan die laan van de ‘Familie-begraafplaats’.
½ 1 thuis. Nog even een zwakke koekoek gehoord.
12 Mei
Zaterdag. Glorie van Muiderberg. Bus kwart voor tien. Miep, Louis, Titi en Boni in bus gevonden en Boni de snoepjes van haar schoolreisje gegeven die ze in een bleekblauw papier bij ons had achtergelaten. Zeer blauwe, wolkenlooze lucht, zeer helder zicht, warm met koele wind. In de weranda gezeten van het huis ‘Flevorama’ waar Miep een stuk van had gehuurd. Zon op ‘back bay’. Terug met de bus van 12 uur. Marken, Monnikendam, torentje van Broek zelfs, heel duidelijk.
Tegen 6 uur weer naar Muiderberg, geloopen van de Hakkelaarsbrug. Naarden over de wei met veel koeien. Prachtige avond. De kust van Noord Holland om ½ 9 geheel onder het avondrood, omtrent Ransdorp een nog vuriger plek (half rond), waar net de zon was ondergegaan. Kikkers. Geloopen naar Hakkelaarsbrug. Miep bracht me weg tot bijna aan de brug. Toen ½ uur op de bus gewacht met wat bleek een zoon van Fagel te zijn, terwijl ‘t avond werd. Bondswijzer naar Muiderberg bleef wonderlijk wit in de toenemende duisternis. Voorbij Muiden alles fantastisch bestippeld met lantaarns. Tien uur thuis.
Zeer groen.
13 Mei
Pinkster Zondag. Stond al om tien over half 8 op den Middenweg tegen de haltepaal. Leeg, met knalfietsen. Volle bus maar kon nog net zitten.
Lucht bijna geheel bedekt. En zeer koel. Per ongeluk een end te ver doorgereden en op den laveloozen weg naar Bussum afgezet met een ijzeren poppenwagentje voor Titi. Zoo naar ‘Flevorama’ geloopen, het laatste end ook nog met taartjes. Stil en koekoeken. In de weranda gezeten, een tijdje de zon op zee zilverig, tusschen de takken van de struiken door. Eerst nog: op de Brink op een bank en gekeken door het jonge groen naar de stippen witte lucht in de hoogte, fascineerend. Bus 12 uur terug. Wat droppels regen toen we uit huis gingen, zee donker maar zicht nog ver.
Vijf zingende meiden achter in de bus (terug).
14 Mei
Pinkstermaandag. Bedekte lucht en koud. Bus kwart voor 10 naar Muiderberg (door Muiden), bus geheel bezet, nog nooit vertoond. Zee donker maar toch ver zicht (Marken! maar tegen twaalven een dikke horizon, Marken verdwenen). Nog even een tinteling in de Backbay.
Bus 12 uur terug.
16 Mei
Woensdagochtend. Weer even heen en weer naar Miep in Muiderberg. Wisselende bewolking en koue wind. Er bloeien nog een paar heel mooie appelboomen aan de Brink. Wolken boven Weesp! Mooi ruim gezicht op het Gooi bij het uitrijden uit Muiden.
17 Mei
Donderdagochtend. Met Os heen en weer naar Miep in Muiderberg. Meer zon, maar heel koue wind aan zee. Op de Brink warm. Wolken boven Weesp. Prachtige merel gehoord, dicht bij zee.
19 Mei
Zaterdagochtend. Met Os kwart voor 10 naar Muiderberg op telefoon van Louis dat Miep ziek zou zijn. Zomersch. Bus 12 uur terug; Os nog gebleven tot bij vieren.
20 Mei
Zondagmiddag. Naar ‘Het Fransche Landschap’ (Rijksmuseum), zeer heete middag.
22 Mei
Dinsdagochtend. ‘s Morgens om 6 uur tooverachtig weer, ochtendzon en nauwliks zichtbare goudachtige nevel. Met Os trein 10.27 C.S.
naar Deventer. Toen wij op het CS. in den trein zaten stortregende het, maar kort. Verder grijs zomerweer, ietwat dampig. Bloeiende brem langs de lijn. Het meertje op de Veluwe (zie 7 Juni 1950), maar geen visschers. Twelloo en het IJsselland.
Voòr twaalven in Deventer. Overal bloeiende kastanjes (Brink!), seringen, rooie en witte meidoorn, goue en blauwe regen. ‘s Middags onweer, daarna weer heerlijk zomerweer. ‘s Middags met Os met de bus van half 5 naar Bathmen en met de bus van tien voor 6 terug. Belcampo’s huis met de heklooze ingang vol afgevallen kastanjebloesem met rooie puntjes. Huis eind van de weg. Hij niet thuis, zij wel en zeer enthousiast (heimwee). Doorkijk tusschen bloeiende kastanje, rechts en accacia (links) naar zijkapelletje van het kerkje over de weg, een koe komt voorbij, overigens van de wereld af. De wilgen op het weitje aan de overzij. Terug: zon glinstert op weg als op een rivier.
‘s Avonds met Kees aan de Worp (over de brug heen, zon achter de spoorbrug, met pontje terug).
23 Mei
Woensdagochtend met Os bus ½ 11 naar Bathmen. Hij nu ook aanwezig, ‘koffie gedronken’ en bus tien voor 2 terug. ‘s Avonds weer met Kees aan de Worp, met pontje heen en weer.
24 Mei
Donderdag in Deventer verlummeld. ‘s Morgens met Kees wat in de stad geloopen en aan de Worp gezeten (pontje heen en weer). s Avonds met Kees en Willy over de brug naar de Worp, gouden rivier, pathetisch rond gouden plasje aan de overzij, terug met pontje van de stadzijde in bijna donker, met avondster, mooi gezicht op de Worp, weerspiegeling van het zware geboomte alsof dat op het water dreef, en lichten van lantaarns en hotel. Rivier hield nog wat licht aan de zij van de stad naar het noorden. De wilgen!
25 Mei
Vrijdag. Met Os terug naar Amsterdam, trein vertrok om 11 uur, I uur in huis. Regen en onweer onder weg in het Geldersche, warm, grijs en in regen gehuld, volop zomer en alles in bloei, ook nog hier [+en] daar late vruchtboomen. En veel brem.
Flits: bij Barneveld, stuk weg met enorme boomen aan elken kant, weg glimmend van de regen rechts, dof links. Weg waarheen? (naar Lunteren, maar ‘t leek: naar iets bizonders).
26 Mei
Zaterdagochtend. Met Os in de bus naar de Miepjes in Muiderberg. Zeer dampig, uitrijdend Weesp niet gezien. Muiden niet te zien van de weg naar Muiderberg. Wit zeil op zee in de verte, in de dampigheid toch erg wit. Later even opklarend en volop zomer, op steenen trapje boven het strandje gezeten.
Bus 2 uur terug, Weesp zichtbaar, niet helder, het weer was al weer betrokken.
29 Mei
Dinsdagochtend. Naar Muiden met de bus even heen en weer en een kopje koffie gedronken op de leege binnenplaats van het Muiderslot. Blauwe lucht met witte wolken. Koele NoordOoster. Er bloeiden kastanjes op het grachtje (boven de brug). De 13de (?) eeuwsche toren (zeer grauw) met aan elken kant een wit wolkje. Op een houten leuning gezeten aan het grachtwater dicht bij de halte van de bus (de halte aan den grooten weg) en over het land gekeken: zeer ruim, Naarden, de molen, een heel verre fabrieksschoorsteen die even rookte, de rand van het Gooi met den toren van Hilversum zeer ver en ruim, met nog een stukje plas. Betlem heel mooi. Koeien in de boterbloemen tusschen wilgen met bosch op den achtergrond.
Zeer trekkend naar Elten en Maastricht.
30 Mei
Woensdagochtend. Kwart over achten al de deur uit, bus 8.43 naar Loenersloot, overgestapt naar Kortenhoef. Geheel blauwe hooge lucht, twee kleine witte streepjes, wolkjes, aan elken kant van de brug over het Merwede kanaal toen die als op een heuvel voor mij lag.
Boterbloemenweek, zeer geel.
Loenersloot: schaduw van wilg op muur van het eerste gebouwtje naar het slot, zeer ontroerend. Weg Vreeland – Kortenhoef, eerste stuk, kastanjes en meidoornboomen, wit en rood in bloei, zeer geheimzinnig met bocht. Kortenhoef en Hilversum over de glinsterende en dobberende plas.
Straffe, koue Oostenwind en warme zon. Op het hooge bruggetje van Kortenhoef gestaan (Hilversum, Nieuw Loosdrecht, Hoorneboeg, glinsterend kanaal). Kopje koffie gedronken in lullig gemoderniseerd café van Beyer. Weer een nieuwe eigenaar met bazar-lampen (telkens twee op een zinneloos gekronkelde arm) uit volkswinkels.
Bruine beuken bij de kerk, zie verder 30 Mei 1950. Weer op het hooge bruggetje gestaan en bus 10.42 terug. Achteruit gereden: Hilversum, Kortenhoef, plas in de zon, kastanjes en meidoorns zie boven.
Overal geheel gele velden van de boterbloemen. Takje meidoorn afgeknipt bij het hooge bruggetje en ook een boterbloemetje.
Door Oosterpark naar huis geloopen.
1 Juni
Vrijdagochtend. Om 10 uur op het bootje gestapt en verder met de tram naar Broek in Waterland (Kelk). Mevr Kelk op de steiger van het aankomende bootje getroffen, ze kwam er juist af om de stad in te gaan. Effen blauwe lucht, warm met koele wind (IJ zeer springerig met zon). Boterbloemen! Groepje boomen voòr in Zunderdorp, eigenaardig in dat kale land. In Broek wat met Kelk in het dorp geloopen, kastanjeboomen bloeiden bij de kerk.
Tram van 12.45 terug.
Bij Kelk door het raam zitten kijken naar een blinkende auto die van Amsterdam kwam aanrijden, kleintje.
2 Juni
Zaterdag. Aardige dag. ‘s Morgens met Os naar de tentoonstelling het ‘Fransche Landschap’ (Corot, Renoir, Sissley, Pissarro, Monet, Jardin du Luxembourg van David, Odilon Redon (straatje!), Courbet, Millet (Renoir: La route de Versailles à Louveciennes!) Gallas gesproken. Croissantjes gehaald en op de hoek van het z.g. Kleine Gartmanplantsoen kopje koffie gedronken.
‘s Avonds met Os, Willy en Kees met de bus van tegen half 8 naar de Miepen in Muiderberg. Zeer koele N.O. wind. Lichten aan de overkant van Backbay, lichten van Marken (au ras de l’eau), ook van de gruwzame Oostpunt, van Durgerdam. Eerst nog ging de zon zeer rood onder even links van de toren van Ransdorp en reed langs de grond tot voorbij de toren, langzaam zakkend.
In ¾ schemering plechtig gewandeld naar de Hakkelaarsbrug. Kikkers. Elf uur in huis.
3 Juni
Zondagochtend. Tegen 12 uur met Os, Willy en Kees en Jan Zeven in de auto naar Muiderberg. Wei en bosch van Betlem weer zeer mooi met koeien in de boterbloemen en tusschen de wilgen en het bosch er achter (jeugdwerk van Corot). Bedekte lucht maar helder.
Om ½ 2 uit Muiderberg terug langs de kronkelende dijk naar Muiden. Romantisch: rechts de dijk met gemaaid gras uitgespreid, links als maar kleine rideautjes van dicht bij elkaar staande wilgen met takken en bladen van de grond af en telkens een geheimzinnige bocht. Om het witte huisje heen. En koeien en boterbloemen. Door Muiden naar huis.
5 Juni
Dinsdagochtend. Met Os 10.39 M.P. naar Arnhem en Zevenaar. Uit den trein eerste hooioppers gezien. Landgoed bij Driebergen, heuvels met pyramide, heuvels van Rhenen (Rhenen niet gezien), rand van de Veluwe over Ede, rand bij Heelsum. Bij Westervoort over de IJsel, Gloria. (Velp). De Lijmers een en al boterbloemen. Een uur moeten wachten in het restaurantzaaltje van het station in Zevenaar en koffie gedronken. Bus ½ 2 naar Elten, om Zevenaar een groot end omgereden omdat het straatje was opengebroken. Vrij dicht onder Didam langs. De berg van Elten met de 2 torens!
Hotelletje Waning als verleden jaar, zelfde kamer. Wat geslapen en na vieren de berg opgewandeld en boven thee gedronken en op den Rijn gekeken. Hutum, Rindern, de Schwaneturm heeft weer een spits, oliefabriek. Daarna op zij van het ‘Kurhaus’ gekeken naar ‘s Heerenberg en Duitschland in, geheel geel van de bloemen tot den horizon, met overal struiken en boomen. Voor den eten voor het hotel gezeten en naar de zonneeffectjes gekeken.
‘s Avonds om 8 uur met een auto naar Lobith, Tolkamer (net een stadje maar nix moois), Spijck en nog iets verder. Enorme Rijn. Langs de voormalige grensweg (rechts ergens een vroolijk voorheen Duitsch café, tegen de grens aan). Schitterende zonsondergang links. Over de Wildt naar den grooten weg, mochten te voet even door den slagboom en over ‘t brug-
getje tot de grenspaal, net over het bruggetje. Wildt hier breed met nog wat avondkleur. Zomeravond en vogels. Om 9 uur in Elten terug en nog drie kwartier op het pleintje gezeten. De lichtgrijze hooge hoed van Schubert.
Exceptioneele dag.
6 Juni
Zomer. Zonneeffectjes op pleintje. Bus 8 uur 25 naar Zevenaar. Volop zomer. Achteruitrijdend naar Elten gekeken (mooiste gezicht op den dijk op oud-Nederlandsch gebied bij Babberich). Weer Westervoort! Laatste blik op Elten bij het overgaan van de Rijn bij Oosterbeek. Trein Nijmegen, Waal!, den Bosch, Eindhoven. ½ 12 in Eindhoven en trein 4 uur 19 naar Amsterdam. In Brabant zeer heet en zeer zonnig. Toch Utrechtsche heuvels goed zichtbaar. Ook Buren. Buitendijksche boomenkamp bij Culemborg!
7 Juni
Donderdagavond. Van 7 uur tot ½ 9 getourd met Jan Zeven en Os. Langs de Amstel naar Ouerkerk, dan langs het water in de richting Abcou en langs Waver en stille zij Amstel terug naar Ouerkerk. Zeer blauw water (Amstel etc). Over Duivendrecht naar huis. Zeer helder en blauw en groen met prachtige avondzon. Zeer mooie horizon tot de Vecht. Langen tijd draaiend met de kathedraal van Vinkeveen in de verte.
8 Juni
Vrijdagochtend. Met Jan Zeven meegereden naar Alkmaar. Zonnig en helder met witte wolkjes. Weer zeer blauw en zeer groen. Eerst over de Leidsche straat om een boek te koopen. Over Broek, Monnikendam (Marken en zee!), Edam, Oosthuizen, door Beemster (prachtige laan). Trein 11 uur 35 uit Alkmaar. Duinen! Laan van de schoone en edele Amalia, abdij van Egmond, Assemburg, Velzen in de verte, Hembrug, blauw NoordZee Kanaal. Nog een heel mooie, groote boterbloemenvlakte bij Uitgeest, naar het Zuiden en Westen toe.
11 Juni
Maandagochtend. Bus 10 uur 13 naar Loenersloot. Laantje tusschen Abcou en Baambrugge en molen! Volop zomer en Juni. Weer die schaduw van de wilgentakken op het blauwe muurtje van dat gebouwtje
in Loenersloot. Over de hooge brug en boven een weelde van land. In Loenersloot overgestapt (het kapelletje met de gouden bal waarop het kruis, en de witte pastorie en de groote bruine beuk). ‘Insula Dei’. Door Loenen (toren!) naar Oud Loosdrecht. Plas volkomen glad en geheel als de lucht (‘l’autre ciel’ van Colette) met weerspiegeling van de Loenensche toren, het geboomte en de molen. En verderop de torens van Kortenhoef en Nieuw Loosdrecht. Oud Loosdrecht bedorven lolplaats met allemaal loodsen voor schuiten en verbreede weg, maar mooie kijkjes op de plassen naar Kortenhoef toe. De 4 boomen in het weiland die er uit zien als één boom staan er ook nog (tegen het eind van Oud Loosdrecht). Langs rogge gereden. 3 kwartier tijd in Hilversum bij het station. 12 uur 20 terug via Kortenhoef: ‘s Gravelandsche weg, een weelde van zon en schaduw in boomen, de accacia’s en de vlier doen ‘t van het jaar niet, de boterbloemen worden minder schitterend. Eerste rozen, eerste waterlelies (bij Baambrugge). De 4 groote boomen in het weiland rechts van de ‘s Gravelandsche weg bij de driesprong staan er ook nog. Langs het landhuis van Cornelis Tromp, dat uit z’n grachten oprijst, met dat beeld. Achteruit rijdend: schitterend gezicht op de boomen en ondulaties van het Gooi en, omkijkend, later op het kerkje van Kortenhoef, knus. Verder: torens Kortenhoef, Hilversum, rand van het Gooi, de plas, het geheimzinnige stuk weg bij Vreeland als een zaaltje van kastanjes en meidoorns. Er bloeit nog hier en daar een rooie kastanje, een meidoorn, een lijsterbes. Over de Vecht, Toteninsel. Vreeland links. Loenen rechts en dan weer het kerkje van Loenersloot, insula Dei. Over de brug. Verder op ver over de weiden de cathedraal van Vinkeveen en later weer het wegje met de molen en later weer Ouerkerk op de horizon. Een groote ochtend. Geheel opgenomen in God.
Voor tweeën thuis.
12 Juni
Dinsdag. Harderwijk en Nunspeet (Anje). Om 6 uur op gestaan, kwart voor 8 de deur uit (Os moest witten en behangen). Lief zonnetje op den hof, zomer. Tegen ½ 9 op de Harderwijker boot. Op het IJ tintelde het water nog in de zon, maar buiten de sluis was het spoedig grauwig en vrijwel levenloos. Koepelend Gooi, donker, toren van Amersfoort als een
paal uit zee. Een enkele mooi dobber[+end]e visscher met 1 roeiriem buiten boord. Veluwsche kust donker maar schoone koepeling. Vlak voor Harderwijk groote donkere wolk uit zee naar boven en stortregen. – Op de markt geinformeerd naar Nunspeet en ‘Moria’ bij 2 buschauffeurs. In de verte onweer. Bus 12 uur 40 naar Nunspeet, in de verte sloeg twee [+ maal] een oranje bliksem in de Veluwe. Om 1 afgezet aan de ‘Stationsweg’ (aan de ingang van het dorp). In Nunspeet zon. Een plak chocola gekocht voor Anje en maar recht uit, over het spoor en maar rechtuit een lavelooze rechte verlaten betonweg en eindelijk ‘Moria’. Rustuur, precies ½ 2, achterom geloopen en gerommel uit de keuken, wou net bellen aan een glazen deur, werd net gezien door een meisje (leerlingetje?), zou niet gaan, formeele verpleegster er bij (van zelf), zou directrice vragen. Kwam terug: ‘Komt U maar mee, maar heel even gedag zeggen’. Trap op, zuster klopt aan en doet de deur open: ‘Ze slaapt’, maar meteen zat ze op. Bedje aan het raam, daarnaast keken nog twee koppen (een met prachtig goud haar). ‘Ik kan niet opstaan want ik heb geen broek aan’. Een paar minuten gepraat, toen kwam de zuster waarschuwen.
Lavelooze betonweg. Bij de driesprong twee sigaren, een pakje tabak, twee krentenbroodjes en een kandij koek gekocht. Spoedig bus naar Harderwijk, Lindenpleintje!, om 3 uur zat ik voor dat café met groen in de weranda (wingerd of leilinde?). In Harderwijk vindt je nog ‘kinderhoofdjes’ en glas om de straatlantaarns (zooals in Maastricht en Kampen). 4 uur vertrek boot, eerst stil weer, gekeken naar Elburg en de koepeling van de hoogten van Oldebroek, een helen tijd. Toen die te klein werden, gekeken naar de Veluwe ten Westen. Toen slagregen, harde wind, omtrent Amersfoort een onweertje. Toen we ‘t Gooi zoo wat voorbij waren: schitterende zon, geheel zilveren woelige zee vooruit. Zeer helder zicht: Marken, Volendam, Edam (kerk en stadhuis, miniatuurtjes), Monnikendam en Broek, andere kant: toren van Hilversum en de bosschen van ‘s Graveland (je zag ‘t groen). Heel mooi Muiden, toen we bewesten waren zon op slot en twee torens, de ééne heel wit. Halve maan hoog op. Zon op Durgerdam met roode daken en boompjes en twee torentjes en weiland (van het Westen gezien). Menschelijk gezicht na al dat water, zoo veel water is een wreed gezicht, een beetje onzinnig voor de zon om op nix te schij-
nen. Toren van Schellingwou met gouden bal. Zon stond ten Noorden van het IJ en scheen er in. Kwart voor 8 aan de de Ruyterkade. Over de brug: asfalt van de De Ruyterkade naar het Westen een en al goud. Op de boot gedacht: keek naar de Veluwe bobbelend: ‘daarachter ben ik naar Deventer gereden’, keek naar den toren van Hilversum en de bosschen van ‘s Graveland: ‘daardoorheen ben ik naar Kortenhoef, Vreeland en Loenersloot gereden’. Keek naar Edam: ‘daar ben ik naar de witte wolkjes gereden!’
14 Juni
Donderdag. Met Os naar Hilversum omdat Saar ziek is. Zomer; tegen den middag drukkend. Om 8 uur al de deur uit per tram om Miep te waarschuwen dat we er om 12 uur niet zouden zijn. Bus 8 uur 43: Loenersloot, Kortenhoef, ‘s Graveland, Hilversum (zie 11 Juni). Bus naar de Eikenlaan, daar een uurtje geweest, bus terug naar station en van daar: Loosdrecht, Loenen, Loenersloot, Amsterdam. Dit maal rimpels op de plassen. Bloei meest rhododendrons, de rozen zetten door. Lissen en waterlelies bij Baambrugge, hier en daar wat vlier en nog wat nabloei van meidoorns en enkele aftandsche rooie kastanjes. Weer die schaduw van wilgentakken op muur bij Loenersloot (zie 30 Mei en 11 Juni). ½ 2 in huis. Dat de plas zoo glad is als op 11 Juni komt eens in de 100 jaar voor. En dien dag neemt God me bij de hand en leidt me er heen.
16 Juni
Zaterdag. ‘s Avonds op de fiets naar de Zuiderzee voorbij het Gemeenelandshuis. Daar om 8 uur. Zon en wolken. Er zwommen daar 2 vrouwspersonen en een manspersoon, nogal kil. Muiderslot en Muiderberg. In Durgerdam is ergens een onbegrijpelijk gedrocht in het silhouet verrezen. Aspectjes: dat landhuis altijd nog aan het eind van de Zeeburgerdijk met die besloten tuin (zes groote boomen op grasveld, daarop ook nog vlierstruiken. Hek er om), waar 50 jaar geleden een pauw was. Zon op het uiterste hoekje van het Diepie, eerst enkel verspringende gouden punt en rimpeltjes, ook goud in het riet, toen ik wat door liep een heel stuk goud. Wat vlier in bloei, maar niet vol.
Bij zee binnendijks aardig beplant land met overal struiken (ook vlier) en twee bruine koeien en een bruin paard. Het buiten land van Immetjes horn met hooioppers en bij de punt koeien.
19 Juni
Dinsdagochtend, met de bus naar Muiden. Daar 2 uur gedalfd: eerst het stadje ingeloopen en de kaai, op een van de steenen trapjes geloopen en een treedje af aan den anderen kant van de wal wat op m’n jas gezeten en de Vecht af en naar zee gekeken. Variabel weer, hier warm, daar koel, soms de zon achter de wolken. Veel witte wolken, zee onafzienbaar, later de overwal weer. Een wit stoombootje dat het Buiten IJ uitvoer dan weer heel wit te zien, dan weer onzichtbaar in de ‘haze’. De batterij. Witte wolken. Het klompje tengere wilgen tegen de fabriek aan aan de overkant. Opgewandeld tot het Muiderslot, daar even door de poort gekeken naar de binnenplaats, rechts en links (twee onbegrepen lichtjes in de donkerte van de kelder rechts (restaurant)). Publiek uit autobussen begon te komen, krankzinnig veel kinderen, ook de bond van oue juffrouwen van Egmond binnen enz., kinderen met pastoors of kapelaan. Nix fleurigs bij. Terug, weer even op dat stoepje gezeten en daarna een endje verderop nog even over de borstwering geleund, Monnikendam net zichtbaar. Het straatje uitgeloopen tot buiten de wal: gezicht op m’n molen en op het Gooi, heel ver, ‘hazy’, Hilversum amper te vinden. Terug en de Kaai af naar de bushalte, gekeken naar Hilversum en naar het geheimzinnig aankomen van het verkeer, alsof dat allemaal kwam aanrijden van iets bizonders naar iets bizonders met bizondere menschen. Lou loene! De 2 wilgjes bij de Vecht. Witte wolken. Goed 12 uur thuis. Er stonden ten slotte 12 leege autobussen te wachten, 3 bij de brug en 9 waar altijd die woonwagens staan, aan de uitgang van het stadje. Uit Nijmegen, Zutphen, Sliedrecht, Leiden enz. In Muiden in het cafe’tje op de hoek door de open deur het grachtje afgekeken, langs de huizen en verderop de boomen, van de drie leege autobussen bij de brug schitterde het nikkel.
20 Juni
Woensdag. ‘s Morgens 9 uur 11 C.S. naar Leiden (Nederlandsche Mij voor Letterkunde).
Met lunch in ‘De Doelen’, Rapenburg 2. Prachtige zomersche dag met een zacht briesje en een enkel wolkje. De jonge zomer. Overal bergen hooi. Uitgaande, vooruitgereden. Noordzijde: gezicht op de duinen tot en met
‘Hoogovens’ en Beverwijk. Na Haarlem achteruit gereden. Later de beboschte duinen van Overveen en het zware hout dat de verte werd. Bij Lisse nog altijd geen rommel. Noordwijkerhout, Noordwijk en Katwijk (alsof’t op een hoogte ligt). Terug idem, ± 4 uur in huis.
21 Juni
Donderdag. Langste dag. Bus 8 uur 43 naar Loenersloot, Vreeland, Kortenhoef, ‘s Graveland en Hilversum en metéén weer zoo terug. Zie vorige dagen. Wolkelooze lucht, warm, horizont iets dampig (geen Maarsen en een eind aan deze zij van Kortenhoef al geen toren van Hilversum meer). Sterke hooilucht in de bus. Valleien: naar de ‘Hoorneboeg’ (rotwoord) toe met de populieren en op de brug van het Merwedekanaal op Loenen, Vreeland en het kapelletje. ½ 12 in Amsterdam.
30 Juni
Zaterdagochtend. Met Ossi in Artis. Kwartjesdag. Veel jasmijn! En paarse bloemetjes die in het watertje bij den Boedha waarspiegelden. En boomen en boompjes. En buffels. Goed weer maar bijna geen zon.
‘s Middags tegen 5 uur er nog even alleen een uurtje geweest (om te kijken of ‘Hermelijn’ goed was, voor de ‘prijsvraag’). Geen zon, donkertes onder geboomte. Nonnenkoor van pinguinen.
2 Juli
Maandag. De volmaakte zomerdag van vroeger. Heet en zonnig en toch scherp zicht. Nu ligt Deventer daar nog achter al die zon en boomen. Boomen, zon en schaduw in bladeren, al die glinsterende blaadjes! hooi, wagens met hooi, ergens bij Terwolde een klein eilandje bloeiende papavers, elders enkele klaprozen. De smalle kromme weg met hooge ranke, dunne boomen een end dezen kant van Terwolde naar Oene en verder op Epe af. Het wonderlijke meertje op de Veluwe, met riet rondom en één visschertje in een rechthoekig schuitje en diepblauw, bijna ‘le double ciel’ maar een paar rimpeltjes. De volmaakte double ciel van Loosdrecht van 11 Juni komt nooit meer voor.
Even half acht uit huis en 8 uur 27 van het C.S. Fijne trein, stopte enkel Amersfoort en Apeldoorn, als in een wieg en zoo glad en vlug. Je me sentis démesurement agrandi.
Deventer, bus 11 uur 5 (nominaal) naar Epe en Nunspeet (een bekrompen
busje). Achteruit rijdend, over de IJselbrug, om de Wilp heen en den dijk een eind. Op de hoogte van ter Wolde Deventer al vrij ver weg aan het eind van een lang en breed stuk IJsel (de weg, de waarheid en het leven, maar niet heelemaal zooals de Maas).
Dan den dijk af, eerst een weinig interessant endje door en voorbij Terwolde (het verlichte boompje!), dan dat end met de boomen, haalden 3 hooge en langzame hooiwagens in, konden net passeeren. Door Oene. Door Epe (zag er wel florissant uit, cafe met petunias en hanggeraniums en zoo). Dan een saaie betonweg met ondoorzichtige als hagen van hooge boomen, geen zicht, niet het verwachte panorama. 11 uur 10 in Nunspeet bij het stationnetje. Kopje koffie in ‘Het schele paard’ (‘Gelria’). Vrolijke weranda met bloemen. Naar ‘Moria’ gewandeld, ruim 20 minuten met Anje gepraat, terug naar ‘Het schele paard’. Weer koffie, gesoesd tot over éénen, naar het dorp geloopen, zonnig en heet. Tabak, een sigaar en een prentbriefkaart met een molen gekocht aan de driesprong en daartegenover een kandijkoek. Eerst nog (aan de weg) koeken gekocht, rond met chocola en noot (voor Anje). Briefkaart staande geschreven aan de Miepen en aan het postkantoortje in de bus gegooid. Zeer heet en zonnig. Terug naar het Schele paard. Thee, weer gesoesd. Om 3 uur naar Moria. Anje voorgelezen uit ‘En wat dan nog?’ en veel gelachen, lavendel en koek. Om 4 uur opgestapt, treintje van 4 uur 29 naar Amersfoort, 5 × stoppen. Zeer zonnig en heet en zon in boomen. Voorbij Harderwijk zon op zee. 3 wagens hoog met hooi reden Nijkerk uit. Heel lief gezicht op Nijkerk toen we er voorbij waren (de witte toren, iets kloosterlijk ouds met spits en roode daakjes heel laag ‘clustering’ er tegen om).
Amersfoort overstappen. 6 uur 4 M.P. Eerst nog, terugrijdend, Weesp al voorbij, heel diep gezicht naar het Gooi, toren van Naarden en heel ver een laag, teer blauw randje van het Gooi. Half 7 thuis, heet, moe, hongerig en dorstig.
Groote dag.
(Bij Soest plotseling weer uitgestrekte weiden geel van de boterbloemen, als toen overal een maand geleden, maar niet geheel zoo schitterend).
Thuis: een klein balletje gehakt (waaraan ik op reis soms gedacht had), kleine nieuwe aardappeltjes, jonge capucijnertjes en een potje thee.
7 Juli
Zater[+dag]middag. Tusschen ± vijven en ½ 7 alleen in Artis (kwartjesdag). Zon en zonnespel op bladen en wegen. Plekken: papegaaienlaantje, bij de buffels en koeien, bij de Boedha en bij het ovale vijvertje in het boomgaardje (vooraan, bij het café). Madeliefjes op geschoren gras, waaiende margrieten. Oppasser in de kooi bij 2 Sumatraansche tijgers, één heel groote en een iets kleinere (ruim een jaar oud). Aaide den grooten op z’n rug, ging toen door een deur er uit, de kleinste liep hem na en bleef toen nog even voor de deur staan kijken.
9 Juli
Maandagochtend. Met de bus van kwart voor 9 naar Hilversum via Loenersloot, Kortenhoef, ‘s Graveland. Meest bewolkte lucht en dood licht (‘s morgens vroeg had het een prachtige zonnige zomersche dag geschenen). Uitgaande slechts af en toe even wat licht: op wat wilgen in de wei naar Loenen toe, in het boomgaardje voorbij Vreeland, in de plasje[+s] links van de weg voorbij Vreeland, met waterlelies, ook even wat tinteling in den hoek van de plas bij Kortenhoef. De vallei van Nieuw Loosdrecht had geen diepte; teleurstelling. Het kerkje van Kortenhoef, op zij met de kleine populiertjes had er even lief uitgezien. – In Hilversum meteen weer terug, op de ‘s Gravelandsche weg wat zon. Weer geen diepte in de vallei. Bij Loenersloot (kapelletje) was het beide malen vrij aardig met de populiertjes langs den weg naar de brug. Molen tusschen Baambrugge en Abcou met de wilgjes er voor. In Abcou wat regenspatten door het open dak. In Amsterdam zomer: naar huis geloopen, even in het Oosterpark gezeten. Voor ½ 1 thuis.
Warm.
17 Juli
Dinsdagmiddag. Met Os en Miep, trein 14 minuten voor 3 naar Rotterdam D.P. Volop zomer. Toren van Katwijk. Met de tram naar de ‘Rose’straat. Daar Louis bij ons. Trammetje van 5 uur naar Numansdorp. Brug over de Oue Maas, diep blauw naar het Oosten, zon naar het Westen. Wit torentje (Westmaas?) als verleden jaar. Dit is de tijd van de bloeiende velden met witte poppies (Hoeksche waard, Duiveland, Zuid Beveland ook vooral).
½ 7 in Numansdorp aan boord. Zeer klare, teere vaart, 5 zeehonden op een
plaat die doken en weer opdoken. Dinteloord. Gemis: Willemstad, nu de kerk verbrand is is ‘t Willemstad niet meer. Kort voor de Zijpe zon recht vooruit, breed goud water. Over ½ 9 Zierikzee binnen door de Nobelpoort en naar Van Oppen. Broodjes gegeten op de boot en al reeds in Rotterdam.
Tegen donker nog even rondgeloopen: St Lievensmonster aan het eind van het straatje naast de avondlucht, de avondster links er van. Aan de haven volle maan laag boven de leegte waar alleen Gods geest zweefde. Naar het Westen dauw over het land in flarden. – Ook nu weer zeer plechtig toen we in Zijpe op het bovendek stonden te wachten tot we er afkonden, heel teer water, een streep naar Anna Jacoba en verderop iets van de Oosterschelde.
Geslapen onder voortdurend klokkenspel van het stadhuis.
18 Juli
Woensdag. ‘s Morgens naar de Havenpoorten. Boot 11 uur naar Katseveer. Geheel bewolkte lucht, water ‘to meet’, winderig. Silhouet van Zierikzee maar kort zichtbaar toen we eenmaal buiten waren en donkerig. Gezicht op Colijnsplaat met 2 draaiende molens. Busje naar Goes, trein naar Middelburg. Veere slecht te zien. Lunch in de trein van broodjes en snoei al in Zierikzee gekocht (o.a. miserabele ‘palingbroodjes’ van Potappel). Kopje koffie aan het station en door de Kuipersgang gewandeld. Bus naar Veere en meteen over naar Kamperland. Os bleef in den toren achter om ons na te wuiven.
Donker en winderig. Gezicht op Veere. Met hetzelfde bootje omtrent 3 uur in Veere terug. Met Louis op het Hospitaal geklommen. Beperkt zicht: Schouwen nauweliks, Zierikzee twijfelachtig, Goes niet, Vlissingen nauwelijks, Westerschelde niet. Maar Veersche Gat heel blank en zandkreek met hoog water en een prachtige bocht. Op de balk gezeten met opgetrokken knieën en tegen de balk als in 1908 zoo te zeggenhaast bij God (tusschen ½ 5 en kwart voor 5).
Veere vol touringcar gedoe.
Os en Miep dien tijd in den Kampeersche toren en in de bus van 5 uur gestapt die voor ons stopte bij de uitgang van het ‘Hospitaal’. Heerlijk gegeten aan het station in Middelburg (tuinboontjes en bier!). Naar het
restant van de Markt geloopen naar de Vlissinger bus. Wederopbouw van het verwoeste deel van de stad erger dan schandalig.
In Vlissingen wat moeten hannessen om logies te krijgen, maar al vrij gauw gevonden in Hotel Goes, hoek Bellamyplein bij de Visschershaven. In dit hotel moet de vrouw één keer tegen Louis hebben gezegd: ‘Dag meneer Cohen’ en één keer: ‘Dag meneer Polak’. Reusachtige kamer, groot en leeg als de woestijn, de Miepen boven een kleinere kamer, maar konden schuinsweg net over de Schelde naar Breskens kijken. Wonderlijk labyrinth van tot één verbouwde oue huizen, ik wist nooit welke hoek ik om moest en welke deur in, door schotjes verborgen trappen! Intusschen was het weer zomer geworden.
Terwijl de anderen vroeg op bed lagen ben ik in de weranda van het Hotel Noordzee Boulevard gaan zitten. Kopje koffie van ½ 9 tot kwart voor tien. Lichten van de Knocke (lawaaierig Bels om te zien).
19 Juli
Donderdag. Volop zomer. Voòr het ontbijt m’n haar laten knippen! Den ochtend met z’n vieren doorgebracht op banken aan de Boulevard. Louis zeer enthousiast. En op en neer gereden met het kindertrammetje, Miep enthousiast. Daartusschen door wafels op de kermis. Broodjes gegeten in een ‘taria’ vlak bij den boulevard (weer met bier!) en bus van ½ 2 naar de boot naar Breskens. Heen en weer gevaren. Jong meisje met prachtige bruine beenen en bijna geen broekje (terugvarend) en nog een jong elegant Fransch kind dat met uitgestrekte beenen op de railing zat met opwapperend rokje in ‘Come to Holland’ houding (hield zich aan een stang vast).
Bus 3 uur over Souburg naar station Middelburg. Mooi gezicht op Middelburg uit bus. Overigens is de streek Vlissingen-Middelburg overal verpest met eindelooze rijen leelijke woninkies. Kopje thee aan station, zij met hun drieën de stad in gewandeld en ik even later alleen. Door Kuipersgang, aan het dok een Belg aangetroffen met 3 vrouwen en een kind (meisje), vrouw zat met opgetrokken beenen en een zwarte bril op het walmuurtje. Hen aangesproken en door den Kuipersgang geleid, overgang van achterdocht, nieuwsgierigheid, belangstelling naar enthousiasme en handjes geven (spraken allen Fransch). In wachtkamer ‘Spa monopole’ gedronken.
Trein ½ 6 naar Goes, gezicht op Veere. Zeer duidelijk. Busje naar Hoedekenskerke door ‘s Gravenpolder, zeer mooi beplant land. Schitterende vaart naar Terneuzen, aldoor zon op water, breed goud. Veel Belgische ‘dames’. ± ½ 8 in Terneuzen. Hotelletje De Post, kleine kamers met uitzicht op de Schelde. Geen slopen om de kussens, toen we de kamers besteld hadden is ‘mevrouw’ meteen gevlucht, zoodat ze ons niet te eten hoefde te geven. Gegeten in Pays bas, goed en niet duur. n.b. Os en Louis waren al aan een tafeltje in het veel te dure Hotel Rotterdam gaan zitten. Daar heb ik ze uit gesleept. In bed daverend gepraat uit de gelagkamer er onder, tot 12 uur, en ‘s morgens alleen brood en thee en schijfjes tomaat!!
20 Juli
Vrijdag. Boot ½ 9 naar Hoedekenskerke Goes. Bedekte lucht, maar licht, fijne grijzige vaart. Trein naar Bergen op Zoom (gezicht op Bergen op Zoom). In den trein was een meisje met een klein zeehondje met z’n koppie uit een zeepdoos. Miep en Louis wilden Bergen bekijken, Os en ik zijn gauw even op en neer gegaan met de bus naar Tholen langs het Lindeke en dat andere mooie huis. Mooi gezicht op Tholen achter z’n wal. Geweldige veelvoudige laan van zware boomen breed in het midden, dicht bij Bergen naar de Schelde toe, als in een vorstelijk park. Even 11 uur in Bergen terug, Louis op den trein naar Roosendaal voor Parijs. De mevrouw in het buffet van het station in Bergen leek op Mevrouw M[…] in haar jongen tijd.
Met Os en Miep in de bus over Woensdrecht naar Putte (leelijk oord) en meteen weer terug over Ossendrecht en Woensdrecht. Overigens aardig terreintje, ietwat onduleerend, zeer afwisselend, bouwland en bosch en prachtige stukken laan, soms even het schorrenland (spoorlijn naar Zuid Beveland ietwat in de laagte, recht en eindeloos door de leegte). Terugkomend kort voor Bergen gezicht op Bergen ietwat in de diepte, heel aardig punt. Overigens wonen daar menscheneters en man-eating busconductrices. Trein van ½ 2 naar Roosendaal. Prachtig gezicht op de kerk van Wouw (wit). Miep in Roosendaal er uit naar Eindhoven. Wij naar Amsterdam. Moerdijk, Dordrecht, twee Mazen bij Rotterdam. In den trein hier en daar geslapen. 4 uur aan het C.S.
In deze dagen ergens in Zeeland de eerste zonnebloem gezien.
Het ‘costuum’ sterft snel uit. Nog slechts een ‘sprinkling’ van vrouwen (maar ook 2 jonge meisjes) en zegge en schrijve één man.
Na zoo’n reisje smaakt alles flauw.
De zeeman zat aan het tafeltje naast dat waaraan wij gezeten hadden. Bij het weggaan zeg ik tegen hem: ‘Vaart ge op zee?’ ‘Ja’, zegt ie. Ik zeg: ‘Daar is ‘t ruim’. ‘Ja’ zegti. In de restauratie van het station van Bergen op Zoom, waar die dame op Mevrouw M[…] leek.
27 Juli
Vrijdagochtend. Met Os met de bus over Loenersloot, Vreeland, Kortenhoef en ‘s Graveland naar Hilversum en zoo terug. Licht bedekte lucht met later er doorschijnende zon en warm. Kwart over 8 uit huis en 1 uur weer in huis. Bij Loenersloot weer allerliefst. Vallei van Loosdrecht, ‘s Gravelandsche weg. Er vallen al wat gele blaadjes.
28 Juli
Zaterdagochtend met de bus naar Muiden. ½ 10 in Muiden. Bedekte grijzige lucht met hier en daar wat bleek herfstig blauw, beperkt zicht, Weesp flauwig, langzaam aan ging de zon schijnen. Meer eind Augustus dan eind Juli, al iets weemoedig. Maar al in Muiden was ‘t volop zomer, poeltje met wilgen en riet zoo glanzig (aan de ingang van Muiden). Muiden stil, schaduwen van de huisjes met streepen zon hier en daar er tusschen. Haven vol stilliggende jachtjes zonder menschen. Twee voeren er uit: (les cuisses hospitalières), klein wit scheepje met hooge mast en wit zeil voer langzaam de Vecht af en verdween om de landpunt bij het slot, het andere was toen al verdwenen, later verschenen de twee scheepjes varend naar links. Verder leege, vage zee, overkant nauweliks zichtbaar, zeer stil, de weg naar overal. Nauweliks zichtbare meeuw er boven, laag over ‘t water, alsof i eigenlijk niet bestond. Even gaan kijken aan de Oostelijke uitgang van Muiden naar m’n Hakkelaarsmolen. Wazig Gooi heel ver.
Kwart voor elven weer op de bus terug (aan den grooten weg). Nòg weinig zicht op de Merwedebrug, Durgerdam onduidelijk. Vage, verre zee. Warm.
31 Juli
Dinsdag even heen en weer met de bus naar Muiden, van het zoogenaamde ‘Wibaut’ plein om 11 uur 5. De zon scheen door te komen, maar
buiten was ‘t heiig en klef, lichtloos. Weesp nauwelijks te zien. Drukkend en bus zeer vol en Muiden rommelig van vacantiescharrelaars. Schaduwen van de huisjes te kort, daar tegen twaalven. Weer voer een wit jachtje uit met wit zeil, dat weerspiegelde, ‘t spiegelbeeld in drieën gebroken door de rimpels van het water, een gedeelte op zij van het schip (het zeil stond links uit), de twee andere gedeelten achter het scheepje. Zee zonder overkant en grauwig blauw. Terug 12 uur 8 uit het stadje (Muiderberger bus), eenige regen onderweg. Geen Durgerdam, de boompjes op het gras van Betlem een zomersche lichtlooze verlatenheid, de slootjes dood, de zomer op z’n slechtst. Heengaande hadden de wilgen nog hun korte schaduw zwakjes over de sloot en op het land geworpen. Verlangd naar een tintelenden dag in November.
1 Augustus
Woensdagmiddag. Met Os met den trein van 4 uur 20 naar Alkmaar. In het Westen weinig zicht, dik dampig, geen duinen te zien van de Hembrug. Naar het Oosten glanzend zonnig, de koeien zagen er zoo helder en schoon uit. Assemburg. Het huis van de schoone Amalia. Jan en Nelly wachtten ons op aan het station met het auto’tje. Gereden langs het Kanaal en door Schoorldam naar Groet.
2 Augustus
Donderdag. ‘s Morgens even heen en weer naar het paviljoentje (met de bus). Eb, wolkeloos, zee wat gerimpeld. Visschertje uit den Helder (met motor) voer zuidwaarts, schuim voor en achter (dicht onder de kust). ‘s Avonds bij het kerkje van Groet gestaan. De ondergaande zon stond in de verte in de kruin van een boom, op zij van het kerkje, maar ver weg.
3 Augustus
Vrijdag. Bus heen en weer naar Bergen (alleen). Kopje koffie in de ‘Rustende Jager’. Zonnespel op ruïne en in de boomtoppen en op het muurtje (Corot, Renoir, Manet). Uit van ½ 10 tot ½ 12. ‘s Avonds op het duin geklommen, zon vurig onder in zee. Knaap met bruin en wit geruite bloes, met opgetrokken knieën, handen om z’n knieën zat extatisch naar de zon te staren (14 jaar?), speelde Bavink of Bekker.
4 Augustus
Zaterdag. Dag van nix. Veel geslapen. ‘s Middags met Os in het dorp een taartje gekocht en later (± 7 uur) bloemen bij Meedendorp.
5 Augustus
Zondag ochtend, te vergeefs naar de Miepen (met bus tot driesprong). ‘s Middags op het duin, pays de velours met witte wolken, zag er uit of het 1256 was. De 2 zilveren torenspitsen van Schagen op den horizon. ‘s Avonds weer met bus naar de Miepen, die nu thuis waren. Even daar geweest, toen heeft Miep me naar de driesprong gebracht, waar we 40 minuten op dien hoek hebben gewacht. Ik zat op de ‘stone of chastity’ en keek naar die dichte rij populieren voòr het duin.
6 Augustus
Maandagochtend. Bijna 1½ uur met Os op stoelen op het gras in den tuin van Peek gezeten. Ideale nazomer. Witjes, stippelpaard (grauw met eenig wit) met de lange steeds zwaaiende witte staart en starende kijkkop. Als Erasmus bij Bergen op Zoom.
7 Augustus
Dinsdag. ‘s Morgens met de bus heen en weer naar Bergen. Weer Rustende Jager. Daarvoor en daarna op het muurtje geleund en over het gras gekeken naar de kerk (met lantaarn bij de deur) en naar de grafsteenen, tusschen de brokken ruïne door. Witjes. Weer Corot enz. ‘s Avonds even gaan kijken bij den ‘Paardenhemel’ naar dat fantastisch duinlandschap met naar alle kanten hellende boomgroepen en zandplekken en dat oploopende weitje. Zon rechts op zij, alleen door scherp te kijken kon je de teekening in het landschap zien. 40 kameelen wandelden achter elkaar door dat landschap.
8 Augustus
Woensdag. Met de bus van tegen tienen naar Alkmaar, daar in een stortregen Louis aan het station ontmoet. In duisternis en stortregen en enkele bliksemschichten in den trein gereden. Bij Castricum scheen de zon alweer maar het landschap bleef ‘bezwangerd’ met dampigheid. De 2 kerktorens en het stadhuistorentje van Castricum. Weer geen duinen op de Hembrug. ½ 1 in huis.
(‘s Morgens tegen 8 uur toen ik in Groet een half brood moest halen met Marius en Nelletje was alles idyllisch, met een groote plas zon op den weg).
Koeien heel klein, onder rij heel hooge populieren (op het gras bij de driesprong tusschen Schoorl en Bergen).
9 Augustus
Donderdag. Terug naar Alkmaar, trein via Haarlem (Hoogovens en Kanaal, toren van Beverwijk, Assemburg, de laan en het witte huis van de schoone Amalia). Bus naar Groet, ½ 2 daar in huis. De populieren (zie 8 Augustus) waren nu zonder koeien en veel kleiner.
‘s Middags met de auto naar de Hondsbossche en op den dijk geklommen bij het binnenmeertje. Zonlicht op zee, maar zon zelf onzichtbaar. Daarachter donker, daarachter weer licht met weèr branding, daarachter donkere streep van horizon. Zee woelig.
10 Augustus
Vrijdagmiddag. Gesloten wolkendek en koue wind. ‘s Middags op de fiets langs Achterweg naar Schoorl, naar den molen en naar ‘Ons plekje’. Over den Heerenweg terug.
11 Augustus
Zaterdagmiddag. Idem idem idem. Bij den molen op een paaltje gezeten en een sigaartje gerookt. Terug evenwel langs den molen en over de Achterweg. Stortbuitje gehad.
12 Augustus
Zondag. Medemblik. ‘s Middags omtrent 3 uur naar Medemblik met twee auto’s:
1o | J. Zeven, Os, Marius, Nelletje, Boon en ikke |
2o | J. Tenger, Nel, Miep, Louis. |
Wind, later zon en wind. Bij Schoorldam over het kanaal, even Zuidwaarts door Koedijk en weldra links af een miniatuur-auto weg, recht, door geen enkel dorp, torens overal (Warmenhuizen, St Pancras, Aartswoud en namelooze). Even kijk in de Wieringermeer, vlak voor Medemblik, met gele velden, ‘t mooie van het leelijke. In Medemblik storm. In Medemblik mooie middeleeuwsche kerk met hoog schip. Kasteel van Radboud.
Terug over naamlooze dorpen, schijnbaar zonder winkeltjes of cafe’tjes, zonder bondswijzers, zonder pleintjes of cèntra, kleine kerken, geen muziektenten, met grote boerderijen, kronkelende mooi begroeide wegen (volgens de kaart: Opperdoes, Twisk, Oostwoud, Midwoud, Benningbroek).
Door Hoogwoud en ten slotte weer op den kleinen auto weg terug en de duinen van Schoorl op den horizon. Weer het splendide duingezicht. Door Schoorldam, ± 6 uur thuis.
Algemeene notitie: Dit is de tijd van de hortensia en de reuze-margrieten.
13 Augustus
Maandag. ‘s Morgens met de auto tot den dijk. Met Os even in zee gekeken en samen door Beluchistan naar huis gewandeld. Zeer koue storm met zon, zeer helder (Petten!)
Schaduweilanden op woelige zee.
‘s Middags op duin met Mariussie. Pays de Velours. Witte wolken, bewegende schaduwen over het land. St. Pancras. Torens van Schagen elk met een zilveren punt op den horizon.
Bruine huis met de vele ramen en de boomen. Met Mariussie in een wolk gewoond.
‘s Avonds tusschen 8 en ½ 9 in het paviljoentje een sigaartje gerookt en geschemerd. Zwarte zee links, lichte zee rechts. Met de auto gebracht en gehaald.
Terug een bijna volle, zeer gele maan.
Augustus
Dinsdag. ‘s Avonds van ruim ½ 7 tot bij acht in het paviljoentje. Eerst zilveren, later gouden licht op zee, lichte horizon, zon zelf slechts even zichtbaar. Wel 7 of 9 groote booten voeren voorbij, één voer door gouden water langs een lichte goudachtige horizon, ook 4 kleine scheepjes, bij de kust.
‘s Avonds met Os, Nel en Jan in het kerkje van Groet van 8 – bij ½ 10 (zingen door de gemeente en orgel en viool, adagio van Bach en Händel), kaarsverlichting.
15 Augustus
Woensdag. ‘s Morgens ± 10 de bus naar Alkmaar en trein via Beverwijk naar Amsterdam. Teere nazomer luchten. De schoone en edele Amalia, de abdij van Egmond. Assemburg. Kanaal bij Velzen. Tegen 1 uur in huis. Zomer.
Maria Hemelvaart: tallooze fietsen tegen het kerkje van Catrijp en tegen het hek, als vroeger.
16 Augustus
Donderdag. Trein 10 uur 20 over Hembrug en bus naar Groet. Wazig. Wazige gele IJpolder, geen duinen. Het stille blauwige water in den Coenhaven. In Wormerveer eerste zonneschijn (op een gele regenjas op het perron).
‘s Avonds met Os op duin. Zon zakte om 10 over achten uit een wolk in zee. West-Friesland dik in de blauwte (waarschijnlijk daar regen). Zeer gevarieerde belichting over het land. Drie schepen op zee.
17 Augustus
Vrijdag. Om 10 uur uit huis op de fiets, pad naar den Paardenhemel, daar de duinen in naar Du-in vermaak bij Bergen, (duur 10 uur 10 tot 10 uur 50). Diepe valleien met sparrebosschen (links), ruime valleien met bergen op den achtergrond (rechts) en bloeiende hei, een waterplasje in gras, met schilderende schilder, loofboschjes. Eenzaam. Teer Augustus licht op blaadjes en stammen: de zomer zooals men zich die ‘s winters voorstelt. Weinig hellend en bijna steeds iets dalend. Twee geheimzinnige kruisingen met andere paden. D’un fol éclat etc en nearer to thee my God. Alle Augustusmaanden waarden om mij heen en Beluchistan, Yorkshire, ‘t Lake district, Sichem, de Gortelsche bosschen. Wonderlijk gevoel van in den vreemde en spanning van: ‘wat zal er nu komen’ en van geen leeftijd te hebben en van hervinden. De margrieten in de tobbes van Duinvermaak en de poort naar het doorgetrokken land met licht en vooral schaduw.
Terug langs groote weg en fietspad en Achterweg (zonnespel).
18 Augustus
Zaterdag. Weer door het duin naar Bergen gefietst en langs weg en fietspad terug. Bloeiende hei! Halverwege de zon door (in de loofhoutlaan en met glinsteringen op de bladen). Jonge echte boompjes ergens tusschen de dennen met zonnespel. Ergens, ietwat hoog, heel erg jong groen, alsof je de koekoek zou horen. Vijvers, boomen en huisje van de waterleiding!
Slagroomwafel uit Schoorl meegebracht. Lucht van strandolie!
In Bergen maagpoeders laten klaarmaken in de apotheek ‘De Oleander’. Middelerwijl voor de Rustende jager gezeten en om de ruïne gedwaald. ‘s Middags van de Zevens verhuisd naar het zomerhuisje van Dehé.
19 Augustus
Zondag. Telkens regen. Geen zon. ‘s Morgens met Os even op het duin.
‘s Middags heen en weer gedrenteld naar Catrijp. Het ‘Achterpad’ ontdekt, vlak achter het kerkhof van Catrijp (zandpaadje). Romantisch hoekje, afgesloten wereldje: op het gras appelboomen (met appels tot op den grond), populieren op het gras en rondom, een grasveldje zonder boomen, met gele bloemetjes. Koekjes gekocht bij het ouwerwetsche bakkertje van Catrijp.
‘s Avonds met Os op het verre hooge duin (boven Catrijp) en de trappen af en over den Achterweg terug. Geen regen, maar regenachtig, met om 8 uur even de zon door (op de bovenste helft van de spits van Catrijp).
20 Augustus
Maandag. Reeds met de bus van ½ 10 met Os naar het strand en op het stille paviljoentje buiten gezeten. Stil na-zomerweer met af en toe omsluierde zon. IJmuider trolder vlak onder kust, met twee masten, rollende Zuidwaarts met zwerm meeuwen er steeds omheen. In de verte naar Egmond toe nog een trolder. Bus ½ 11 terug.
‘s Middags met Os het land in geloopen, achter het witte huis om. Gezicht op Groet, heelemaal 1838. Het witte paard. Pettener duinen laag en vaagjes. Om ½ 7 er alleen nog even heen op de fiets. Zonnig, maar koud. Zeer schoon (donker en licht op de hooge boomen van Groet en langs den Heereweg).
21 Augustus
Dinsdag. ‘s Morgens met Os in winderige strandstoelen een uur gezeten. Een zeescheepje dicht onder de kust. Naar het ‘stille’ strand geloopen (2 km). Daar zonnig en heet. Daar bleef Os bij de mespoge en ik teruggewandeld naar de bus. ‘s Middags naar het witte huis in den polder. Hildebrand met grijzen hooge hoed wandelde door Groet. – ‘s Avonds zingen en muziek in het kerkje (met Os).
22 Augustus
Woensdag. Een half uur op het paaltje gezeten bij Kruit en op de bus gewacht. Stil, licht en schaduw en glinstering op den weg. Bus van ruim 9 uur naar Alkmaar en trein over Hembrug. Bedekte lucht, toch licht, fin de saison, teederheid in de lucht.
‘s Middags trein 17 uur 41 terug, stopt alleen in Castricum en Heilo, zeer vol. Nu Haarlem zichtbaar op de Hembrug maar de gele IJpolder vaag en niet geel. Lucht steeds meer naar regen. Zeven uur thuis.
23 Augustus
Donderdag. Weer volop zonnig. Even op de fiets naar ‘Ons plekje’ via den molen om de handdoek van Diederik. Terug door dorp Schoorl (slagroomwafel), over den straatweg en gedeeltelijk over den Achterweg.- Daarna nog weer op de fiets naar Catrijp om ham bij Rietveld. Overal appels in de boomen. (Briefkaart voor Anje gekocht in sigarenwinkel in Catrijp).
Bloemen: Kosmos, lathyrus, Indische Kers.
‘s Middags op de fiets naar het paviljoentje (alleen), daar van ½ 3 tot 4 uur gezeten boven een zonnige zee. 3 vissertjes en 3 steamers.
Door Beluchistan naar Groet. Witte wolkjes boven den polder. Metéén door naar het witte huis. Weltentzogen. Het dorp (Groet), licht en schaduw in de boomen. De boomen van de weg, voòr de duinen. Door een inzinking in de wilgen de toren van Catrijp (de godsdienst, Limburg). Rechts de 10 wilgen, haaks naar de duinen daar doorheen de wal van Beluchistan (later zag ik dat die wal waarschijnlijk het woud van Peeck was). Het pluisje (dreef zachtjes door lucht, wit).
‘s Avonds nog even het Molenlaantje ingeloopen. Zon net onder. Goue en rooie strepen boven Peeck.
24 Augustus
Vrijdag. Met Os, Nelletje en Marius naar Alkmaar. Met bedekte lucht weg en met bedekte lucht thuis. In Alkmaar zonnig en warm, zeer druk. Rondvaart van 11-12. Het geboortehuis van Mevr Bosboom-Toussaint op de Kaai bij de markt. Kaasmarkt.
± 1 uur of ½ 2 thuis. (‘Op zij opoe!’ ‘Opoe? ben je gek man?’)
‘s Middags tegen 6 aan het witte huis. Herfstig over het land. Kerkje van Krabbendam (en de geest). Beluchistan bleek inderdaad het woud van Peeck.
‘s Avonds om kwart voor zevenen in de auto met Bop en Jan naar den Helder. Door Petten en Callantsoog en nog een naamloos gehucht. Armetierig land, armetierige duintjes, een enkele maal wat armetierige boompjes. Ver-
latenheid. Me verwonderd dat de koeien geen dwergkoeien waren. Licht bedekte lucht, zicht niet zeer helder. Nog even ergens boven de duintjes de zon uit de wolken en wat avondgoud.
Huisduinen. Rommel. ‘Hoe krijgen ze ‘t zoo?’ Even op den boulevard gestaan, toen onderlangs naar den Helder. […] Met Bop langs den boulevard geloopen naar het Tesselsche veer. Kust van Texel met strand en boomen (eb), heel kalme rimpeltjeszee. Het avende, een stoomboot, naar het Noordoosten varende, loste zich langzaam op in nix. Verder verlatenheid. Wat blauwig en verderop wat wit naar buitengaats.
In de schemering op Jan gewacht die niet kwam, bij het houten tentje van snuisterijen en repen chocola. Geen koffie en, er naast in een kuil, aan een stalletje, geen patates frites. Verder niemand behalve twee soldaatjes, waarvan een in het geopende zolderluik van iets jeugdherbergachtigs, die verdween en één voor het tentje. In gesprek geraakt met den man in het koffietentje, die ons elk een vriendschappelijk en goed kopje thee gaf. Zat nog wat in z’n tentje om dat ‘t zoo’n mooie avond was. Voorzitter van den Helderschen Kunstkring (bleek veel later Quast te heeten). Twee amandelbroodjes gekocht, het soldaatje wou niet hebben. Verteld dat Diogenes pannekoeken bakte en er gek op was maar het stil hield. Duister. Eindelijk getelefoneerd in een achterhokje van het tentje met G[…] en daarheen geloopen en even boven geweest. Getankt in een duister moordstraatje met 2½ lantaarn en terug naar Groet langs het kanaal (‘t Zand). Landschap van enkel een weg met witte paaltjes en overal rijen lichtjes in de verte in een leeg land, onbegrijpelijk. Over tienen thuis. Zeer genoegelijk.
25 Augustus
Zaterdag. ‘s Morgens alleen op het paviljoentje. Druissende zee met 2 verloren troldertjes. Allerlei blauwen en groenen, zeer wisselende wolken.
26 Augustus
Zondag. Dag van nix. ‘s Middags ½ 5 naar het witte huis. Dreigende wolken kwamen uit de duinen en uit de zee. In het Noorden witte horizon met de 2 torens van Schagen en, heel scherp, het eenzame kerkje van Krabbendam, waar de geest treurde. Terug met regenbui.
‘s Avonds nog even op de fiets naar het paviljoentje (tegen achten), fiets
gestald in de leege koestal van Kroon. Met licht op terug. Groet leek zeer vriendelijk, na zee, duinen en leege vlakte.
27 Augustus
Maandag. Dag van nog nixer. ‘s Morgens vertrokken de Tengers met auto en kampeerwagen en trapte ik met één voet in de sloot. Overigens wat gedrenteld. Drie meisjes uit Heerlen en Geleen in een heel klein laag tentje.
28 Augustus
Dinsdag. Stortregen en storm. In een opklaring met z’n vijven op het paviljoentje (Os, Bop, Knelletje en Marius). Woelige zee, 3 wazige booten tegen den horizon. Geen zon. Van 11-12 daar. 3 amateur zangers op het paviljoentje, waarvan een aan de piano (‘Ramona’ enz).
29 Augustus
Woensdag. ‘s Morgens over tienen de fiets naar Bergen op den trein gebracht (over Achterweg en fietspad). Donker en dreigend, een Septemberdag lang geleden. In Bergen plotseling de lucht schoon en zeer blauw, warm. Op die bank gezeten die om dien boom is, bij de ruïne, de steenen als een levend mensch. Bus van twaalven terug.
‘s Middags van ½ 5 tot ½ 6 alleen op het paviljoentje op het duin. Zon op zee, schepen aan de horizon, 3 troldertje onder de kust, veel gedruisch. Eén keer de zon op zee, daarin troldertje op de grens van schaduw, daarachter schaduw, daarachter weer zilver tot den horizon, daarin, tegen den horizon, een steamer.
Na den eten met Os naar het witte huis (½ 7 tot 7 uur). Zeer teere avond met zon, maar spoedig koud. De 10 wilgen. Het paard met de 3 witte voetjes en het witte snoetje en het meisje. Dat z’n voorhoofd aaide.
Dit is het einde van Groet. In Bergen vielen al gestadig blaadjes. In den tuin van Dehé zijn al de witte November besjes.
Er waren die maand veel wind, veel regen en veel familie.
Slotgedachte: Iets heb ik uit mijn chaos gered: 200 kleine bladzijden.
30 Augustus
Donderdag. Met de bus van 9 uur naar Alkmaar. Trein naar A’dam met Os en Bob en de 3 kinderen. Lieve, teere, stille zonnige laatste ochtend in Groet, wat herfstig, maar heerlijke temperatuur en lichtspel op
boomen, huizen en klinkerweg. In de bus: nog eens het eenzame kerkje (Krabbendam), geest iets minder treurig. In den trein landschap gaandeweg wazig. Nog eens: de boomen van de laan van de schoone en edele Amalia (in een flits), de abdij van Egmond, Marquette en de Assumburg, toren van Beverwijk nauweliks te zien, geen hoogovens. Weinig zicht op de Hembrug. Bob cum suis in Amsterdam op den express gezet (voor Groningen). Terwijl wij bij hun trein stonden hevig on weer vlak boven de kap. Stortregen en duisternis, alle lichten aan (tegen ½ 12). Tramverkeer gestoord, geen 9 of 11. Met lijn 24 en 10 naar het Koloniaal Instituut en daar kwam na eenig wachten toch nog lijn 9.
Kwart voor éénen in huis.
6 September
Donderdag. Heel bizondere dag. In eens weer zomer, zooals je je in den winter den zomer voorstelt, op water en boomen tintelende en schitterende zon den heelen dag door en wolkeloos blauw. Met de tram naar Broek (10 uur 40) en 4 uur 6 terug.
‘s Morgens toren van Ransdorp maar flauw te zien, zoo wazig naar het Oosten. Bij Kelk. […] Gezicht over het Rak dat glinsterde naar de populieren rechts over het water met die twee stukjes dikke geschoren haag er voor en weerkaatst in het water, Italiaansche romantiek. Stil dorp. Zomer ‘sterft den heldendood’.
Boomen langs weg naar Monnikendam en hun weerspiegeling in de vaart. In den tuin achter Kelk blauwgrijze muur van huis daarachter met zon en schaduw van bladen. Links daarvan een doorkijk tusschen dat huis en een schuurtje van Kelk: weiland met verre koeien en nog veel verder een rand van boompjes of struikgewas, dat was een wereldje apart.
Aan den anderen kant het dubbele huis van Kelk (oue boerderij) met een geweldig dak, meest dak, en links de lijst doorgezakt (lijst met houten goot, geele goot).
10 September
Maandag. Weer groote dag. In eens weer zomer, heet, onbewolkt, maar omsluierd licht, zachte zon op besloten plaatsen, in de ruimte dampig, beperkt zicht. Om kwart voor negenen al op de Twentsche Bank om geld. Trein 9.33 C.S. Oosterdok, Koloniaal Instituut, door Commelin-
straat en Wagenaarstraat. Ouerkerk onzichtbaar! Beperkte vallei voorbij Maarssen. Utrecht overstappen, propvol, veel soldaten (opkomen voor herhalingsoefeningen).
Bijbetaald 2e klas tot Nijmegen. Bunnik en het Kleine Rijntje. Wazige heuvels. De vlakte naar Heelsum toe met de beboschte heuvels rechts. Vallei tusschen Wolfheze en Oosterbeek. Wazige Rijn en Waal. Tram naar zoogenaamde ‘Hunner’(?)park, daar even op een bank gezeten en gekeken naar de boomen in de vlakte en de Waal. Het huis aan de overkant (wit met rood dak), dat eerst op een onbestaanbare heuvel in de Betuwe lag en daarna op den dijk stond (door de neveligheid). Tram naar Beek en Berg en Dal. Tram vol, weg leeg, slechts een enkel klein gelig blaadje op den weg. Persingen! Van Berg en Dal tot op Duivelsberg gewandeld van ½ 1 tot kwart over éénen. Gewandeld van Berg en Dal eerst den rijweg. Valleitje rechts, kleine inzinking met gras met lange rij groote beuken, parallel aan de weg, daarachter hooger oploopende wei naar de lucht. Valleitje links afgesloten door struikgewas, daarbij 3 koeien in de schaduw. Pad naar den Duivelsberg, zeer stil. De pannebakkerij die je dan vroeger aan je rechterhand had, radicaal weg, zelfs de plek waar i stond onvindbaar. Kopje koffie voor het cafe’tje ‘De Duivelsberg’ (Hollandsche vrouw). Kijk tusschen doorschenen blaadjes naar donker akkertje een eindje beneden, half in de zon, half in de schaduw. Een knol opgeloopen die nergens heen voerde, maar mooi gezicht links in de diepte met hoog rondom boomen. Daarna het hoogste punt gevonden, wazig panorama (Elten onzichtbaar), twee complexen nieuwe rooie daken, bij een iets vaags dat schoorsteenen konden zijn (Leuth en Kekerdom?) Geen Waal, maar het lief-blauwe Wyler meertje met het nu-Hollandsche petiterige dijkje met petiterige paadje dat in het meertje uitsteekt. Klein eilandje en hoog riet ergens aan de overkant met 3 koeien: 1 wit en zwart (zwarte kop en voorstuk), 1 zwart met een witte poot en 1 roodbruine. De zwart met witte poot stapte door een geultje en daarna in de blauwgroene harde riet en als je niet wist datti daarin stond zag je ‘m niet. Land: groen met koetjes maar ook veel bruine en vale vakken, 1 met schoven, 1 plek leek wel grient, wat nieuwe huisjes met rooie daken in Duitschland en halverwege de horizon liep een heel mooie enkele laan op Holland (naar de Waal toe) af, boomen met kleine tusschen ruimtetjes, precies goed.
Gestaan en op den grond gezeten op dat hoogste punt. Er was niemand. Alsof ik zelf dat heele panorama niet had gemaakt maar opgeroepen. Tien over tweeën terug tot bij cafe’tje en toen links het steile boschpad naar beneden, moest me aan de boomen vasthouden. Kronkelpad met verrassingen en zonnespel in de boomen en een nu droge geul in het midden, een keteldalletje, en de boomen torenhoog op de heuvel. Langs een weitje toen in eens op de lavelooze, kale, Duitsche (nu Hollandsche) weg van grauw steenslag! Maar even mooi gezicht op het blauw van het meertje rechts, links aan de overkant van de weg een huisje en daartusschen hoog op rijzende zeer gele bloemen dicht bij elkaar, een bundel. (Ik had even te voren links moeten afslaan en opstijgen naar Berg en Dal, dan had ik dat beekje weer gevonden uit 1926, waar je op naast elkaar gelegde takken over heen ging). 2 km laveloos grintslag tot Beek. Kopje thee gedronken in ‘De gouden leeuw’ bij Ommeren, in het werandatje op de zelfde stoel en op het zelfde tafeltje als toen met Os (zie 9 September 49). Tram naar Nijmegen. Weer Persingen. Het kleine riviertje beneden en later, opstijgend naar het Hunner(?)park, de Waal. Kronenburger toren, weerspiegeld in vijver en Kronenburger parkje als in 1896. – Trein 4 uur 28 en even over zessen aan het M.P. Toenemende neveligheid onder weg, reeds in de tram ‘het weemoedige einde’. Even zon op Rijn, goudachtig. Weer de vallei tusschen Oosterbeek en Wolfheze (ten Noorden van het spoor), de wazige Utrechtsche heuvels, het buiten bij Driebergen, het romantische stationnetje van Driebergen. Tusschen Merwedekanaal en Vreeland de lage zon in de sloot. Toren van Loenen, kapelletje van Loenersloot met goue knop en kruis. Het ‘golf’ veldje bij Duivendrecht heel romantisch aangelegd (beplant) (met het oue boerderijtje aan de ingang en twee waterpartijtjes).
‘s Avonds om 11 uur hevig onweer, 11 September regen!
14 September
Vrijdag. Wind, wolken en zon, zeer koel in de wind, warm in de zon en uit de wind. Trein 9.55 M.P. naar Abcou. Met de fiets: Noordzijde Gein, kopje koffie met pitkoekjes aan de Vink, door het tolhek naar de Vecht. Eerst weinig zon maar op de Vecht dadelijk reeds zon en verder zomersch met af en toe zware wolken. De 2de molen, de boomgaard der Hesperiden, de knotwilgenzaal. Op gras met rug tegen wilg gezeten en
een sigaartje gerookt tegenover het riet en den boomgaard. Schaduwen op het gras, groene appeltjes en ergens groote bruine peren, achter den boomgaard sterk verlichte wei met koeien en stukjes te zien van die rij hooge boomen die op zij van het Vechtkadetje in het weiland staan naar Nederhorst den Berg toe, Egyptische koningsboomen (zie 13 October 1950). Tak met appeltjes hangt van den versten appelboom over de wei. Een hoogtepunt (van ± half 12 tot ± 12 uur). – Verderop: Abcou en Kortenhoef. Telkens afgestapt om terug te kijken op de 2de molen, met z’n witte hekje en de boschages in de weiden en de boomen naar Nederhorst den Berg toe. In Vreeland voor ‘de Nederlanden’ gezeten, Westelijken oever van de Vecht, bocht met zon op water, en door het stadje Loenen. Om 2 uur aan het station Nieuwersluis, naar Amstelstation, voor drieën in huis.
Zie verder 13 October 1950. Bijna net zoo.
19 September
Woensdag. Met Os met den trein van 8 uur 27 C.S. Zeer kille donkere ochtend maar reeds in lijn 9 kwam de zon door. Os naar Amersfoort, overstappen naar Groningen. Mooie rit langs Amsterdam met zacht zonnetje op de huizen (Prins Hendrikkade, Marine-etablissement, watergat van Kattenburg, molen de Gooier, Koloniaal Instituut). Wolkengevaarten. Betlem en m’n boompjes, Weesp, Naardermeer, Naarden, groot weiland met koeien in het Baarnsche bosch, Paleis Soestdijk, heuvels van Amersfoort. In Amersfoort overgestapt in het boemeltje naar Nunspeet (waterpoort). Eerst nog zon met wolkengevaarten en heldere vergezichten en zon op verre rijen boomen. Voorbij Nijkerk een stortbui van een half uur. Putten, Ermelo, donkere Zuiderzee, Harderwijk, Hulshorst, Nunspeet. Gezichtjes terwijl de trein stilstond: bij Harderwijk: een krom watertje tusschen boomen en struiken, met kroos en met heldere plekken; bij Hulshorst: een tuintje met gras en een perkje gele bloemen onder de takken van boomen, met zon en schaduw. 10.07 Nunspeet. Naar Rusthuis Moria, daar kopje koffie in serre en toen met Anje naar het dorp gewandeld (koekebakker, tabakswinkeltje) en terug. Om 12 uur alleen terug naar ‘Het Scheele paard’, dat zich ‘Gelria’ noemt, onderweg m’n kleine Duitsies opgegeten en mijn krentenbroodje. Koffie en een gekookt ei in het Scheele paard. Het dorp ingesukkeld in de hoop ergens het open land ten Noorden
van Nunspeet te zien maar te ver. Onderweg trouwde de dochter van een sigaren winkel met 2 paarden met veel koper aan het tuig, beugels, ringen en gespen en witte rosetten aan hun ooren en witte astertjes in hun manen en een witte kleed onder de koperen buikriem en witte bloemen aan de portieren en in het rijtuig en in de kristallen lanterns en een prachtigen koetsier en palfrenier in beige jassen en dubbele goue tressen en afhangende nestels en goue banden om hun hooge hoeden en de zweep met witte astertjes en witte linten en de blauwe lancaster gordijnen van de winkel neer en een vies kokos loopertje. Weer Scheele paard en thee en eindelijk terug naar Moria met zon en zon en schaduwspel in het bosch (3 uur). Daar in de serre haar voorgelezen uit Pietje Paaltjens en daarna heeft ze me naar den trein van 4 uur 29 gebracht. Zon. Weer: Hulshorst, Harderwijk. Zon en scheepjes op zee, Ermelo, Putten, Nijkerk. Even Nijkerk voorbij mooi gezicht op het stadje met toren en rooie daakjes. In Amersfoort overgestapt. Baarn, Hilversum, Bussum, gezicht op het Gooi, donkerblauwe plassen van de Naardermeer, even den toren van Kortenhoef, weer Weesp en wolkengevaarten en lage goue zon.
Half 7 bij Miep. Amsterdam zeer druk en donnant un sens nouveau à la vie.
22 September
Zaterdag. Met den trein van 8.35 over Stavoren naar Groningen.
Volmaakte, wolkenlooze, zomersche herfstdag. In den vroegen ochtend doemden de dingen op uit een zeer lichte nevel, zoodat [+ik] eigenaardigerwijze weer aan de ochtenden in Britsch Indie moest denken. In den IJpolder ergens nog een akker met schoven. Op den Hembrug weinig zicht naar zee toe, maar naar Amsterdam toe veel zon op het water, even later ook op de Zaan. Voorbij Zaandam over de Zaan, schitterend onder de zon. Een wazig NoordHolland (de wouden van De Rijp en Wijde Wormer). NoordHollandsch kanaal met kerk van Ilpendam, leek groot in de verte, Purmerend heel vriendelijk. Monnikendam alleen even de groote kerk te zien, van Edam alle torens in de nevel, ook verderop de vele boomen en lanen zeer blijmoedig. Die leege lange oue kerk iets voorbij Hoorn waar je altijd doorheen kijkt. Enkhuizen: schaduw van boomen op de poort, zon op zee. Aan boord in de wind wat erg koel, toch bovenop
gebleven. Dromedaris met dubbele wipbrug en grachtje en oue huizen met aanhangsels, vernieuwde 17de eeuwsche huizen aan een klein deel van het zeefront. Gevaren van kwart voor 9 tot 10 uur. Hindeloopen pas op het laatst zichtbaar, nog wat nevelig, als op een landtong, de groote toren links en flauw rooie daakjes met boomen er tusschen in een streep rechts er van. Het leek wel een oord van monniken, waar ze Nescio overschreven. Workum, de Oldenhove, Friesland zeer leeg en nogal troosteloos, behalve wat bosch voorbij Leeuwarden (Veenwouden, Veenklooster). Voorbij Grijpskerk de Martini. 12 uur 57 in Groningen.
25 September
Dinsdagochtend. Zomer. Met de bus van tegen tienen naar Zuid Laren. Paterswolder meer in de verte in de vallei, voorbij Haren glinsterende klinkerweg, de ‘Duitsche’ bosschen (‘De bosschen van Horstmar’) links. En verder overal weiden en hoog geboomte in de verte en nog verdere verte en ZuidLarensche meer, in een vallei, zoo zachtblauw en groot. Een uur in ZuidLaren, bijna, Laarwoud en het kerkje. Daarna kopje koffie met gezicht op het huis met de vele luiken (Laarend), op zij van dat huis doorkijk naar de Drentsche leegte, met heel in de verte toch nog een, laag lijkende, boschrand.
Terug: weer de weiden, de verre bosschen en de onvergetelijke meeren. Ruim ½ 12 in Groningen terug.
Van 22 September-28 September in Groningen, meest Noorderplantsoen met heuvel en het verlaten straatje van de Nescio lezers beneden (zoo tusschen ½ 6 en 7). Maandag 24 September met Os in het hofje in de Peperstraat.
28 September
Vrijdag. ‘s Morgens 9 uur 2 met Os met den trein naar Enschede. Tot Assen gereisd met Mr Dommering! De glinsterende en oneindig kronkelende Aa en in de verte de beboschte Hondsrug van Zuid Laren. In Zwolle overgestapt, ½ uur tijd. 11 uur 11 treintje naar Almelo, ouwerwetsch treintje. Allerliefst landschap van weiden en geboomten (Heino!). Rhinoceros van een dikken veekooper met stok en geweldige klompen, geel, nieuw met blauwe stippen en wit rooie sterretjes, die 2
plaatsen in nam met z’n kop op z’n stok en dee of i nix hoorde of merkte, overgebleven uit 1897, gelukkig in Heino er uit.
Voorbij Raalte gezicht op verre Hellendoornsche berg met vlakte en rijen boomen en kameelen uit de bijbel. Een eind voorbij Nijverdal de Hellendoornsche berg weer, nu heel ver en wazig en de vlakte van Wierden. In Twenthe ook nog lieve partijtjes. ½ 1 Enschede, naar Alberts huis, daarna Enschede een eindje ingeloopen tot op de markt naar het kantoor van van Heek & Co [+dat] er precies zoo uitzag als in 1901. Mooie kerk. Ook het Hotel de Graaf gezien, nog precies als 50 jaar geleden. Een uurtje bij Albert in het Katholieke Ziekenhuis geweest en 13 minuten voor vieren den trein naar Amsterdam.
Weer de Twentsche partijtjes, de Wierdenvlakte met de verre heuvels, dan verderop langs den heelen horizon recht vooruit de Holterberg met z’n Noordelijke vervolgen. Voorbij Rijssen wat regen en steeds meer. Deventer over de IJsel! Twelloo! Verder regen. Donker en toch mooi. Stroe! Het meertje even voor Barneveld (zie o.a. 7 Juni 1950). Amersfoort vòor z’n berg (heel mooi met 2 torens). Eempoort. Naardermeer, geen regen meer, de plassen in het riet donker en stil en aandoenlijk. Voòr Weesp de zon door, goud in wolken, alle 5 torens en torentjes van Weesp tegen een teer-groene lucht. De boompjes van Betlem. Het Oosterdok. 6 uur 18 in Amsterdam, schemering onder de kap en lichten. Even een broodje met ham voor Os en met worst voor mij en koffie, wonderlijk opgeknapt. Half acht (donker) thuis.
4 October
Donderdagochtend van 12-½ 2. Met de bus heen en weer naar Muiden. Zomer, wolkenloos, warm, horizon heiig, zeer stil. Beperkt zicht, Weesp niet zichtbaar voor òver het Kanaal, zee even zichtbaar. Maar schittering op de boomblaadjes, Betlem een allerliefelijkst landschapje met het rijtje wilgjes, de losse wilgjes en het rijtje grootere wilgen die hun schaduw over het bijna drooge slootje wierpen. En een paar koeien en de bijna vage achtergrond van het bosch en hooi verspreid over het gras en een wagen opgeladen met hooi, die stil stond. Vrede, retraite – Muiden zeer stil en vredig, schaduw en zonnespel en de Vechtmond teer blauw, met een klein stukje zee. De wallen en het water en het riet en de wilgen. De molen
van de Hakkelaarsbrug in een wazige verte aan de ingang van Muiden. De weg en de kromming en de weiden en boomen en de koeien en het bosch van Muiderberg als vage achtergrond. Blauw goud en groen en stilte en vrede en warmte.
Een eetbaar Muiderslot. Deo gratias.
5 October
Vrijdagochtend met den D-trein van 10 uur 10 naar Brussel (Den Haag, Rotterdam, Roosendaal, Antwerpen Oost). Heerlijk zomerweer, wolkenloos met licht nevelige verten. Onze Miep was aan de trein met een doosje ‘French almonds’ (suikerbonen). Voorbij Sloterdijk rechts de restanten van het spoorwegongeluk van Donderdag, dienst op Haarlem nog niet hervat behalve voor de internationale treinen, we reden op het linkerspoor. Maas, Dordrecht, Hollandsch diep. België zeer liefelijk, weiden en boomen en bosschen. Mechelen: Rombouttoren ietwat opgelost. Mooiste tusschen Mechelen en Brussel. De trein wat hoog, weiden, wilgen, populieren, boschachtigheid, een krom riviertje, later indicatie van de Brusselsche heuvels. Ergens over een vrij breed wittig water (kanaal?), Vilvoorden. Westelijk om Brussel heen naar Zuid.
In het Zuiden andere kwaliteit van licht: sterker, drooger, ook het neveltje was droog. – Met lijn 59 naar Noord, moest drie mannetjes en den conducteur vragen, alles sprak Vlaamsch. Het ééne mannetje zag er uit of i 20 jaar in z’n zwarte pak had geslapen dat ‘m nooit had gepast en hij droeg een pothoed. Brussel tintelend in den Octoberzon, nooit zoo gezien. Fontein op de place de Brouckère met water over de trap. – In de ‘Kruisvaartenstraat’ Hotel Splendid kamer 313. Straat een steeg, hotel een kazerne, maar kamer en bed goed en heel rustig. – Tegen ½ 3 daar. Wat geslapen. Ruim half 4 op, wat gelezen op kamer, daarna naar het (nieuwe) station Noord. Aan het ‘buffet’ heerlijke pot thee en broodje met ham (½ vijf) en briefkaart naar Ossi. Terug naar hotel en in de ‘lounge’ gelezen tot 9 uur. Gekeken hoe 50 Australiërs met 50 koffers in de lounge werden gedeponeerd, met geleider die room tickets uitdeelde. Slechts 2 van die Australiërs hadden een gezicht (2 vrouwen). Allemaal moe en ze wisten niet precies waar ze waren (‘Globe tour’). Kwamen met een bus uit Parijs, hadden papiertjes uit Perugia en Venetie op hun koffers en gingen den volgenden ochtend naar iets
in ‘Germany’, dat ik niet verstaan kon, een onbestaanbaar woord. – Even uitgeloopen en in de groote boulevard gekeken, waar elk huis ‘neon’lichten [+heeft], groen, blauw, geel, rood, een heel betoeterde kermis.
½ 10 onder de wol.
Zoo goed als heelen weg het 2de klas compartiment voor mij alleen gehad (heerlijk).
6 October
Zaterdag. Kwart voor 8 aan het ontbijt en daar Clara Eggink en Sötemann gezien. Op het terras voor de groote kas in de Jardin des Plantes gezeten tot ½ 11. Zelfde weer: weer zomer, weer Zuidelijk licht en Zuidelijk neveltje (gelukkig niet echt Zuidelijk zooals in Provence en Italie, maar nog menschelijk). St. Gudule en toren van stadhuis ten hemel. – Daarna in koffiehuis op den hoek van den (den vorigen avond) krankzinnigen boulevard. Café filtre tot over elven. La Derniere heure en le Figaro littéraire gekocht aan een stalletje en in de lounge zitten lezen. Die krantenman had ook Het Pallieterken, met een hoofdartikel ‘Cultureel verdrag met Haiti’(!) maar dat kostte 5 francs. Twaalf uur brood en thee in het station, daarna even geslapen en om ½ 2 op de bus naar de Koningstraat. Gezien dat Brussel bestaat uit glinsterende keitjes, paleizen, ministeries, parken, standbeelden,zuilen!, fonteinen, steenen trappen, muren met sierpotten en bogen, van boven recht. Mooi 19de eeuwsch (of 18de zelfs?) romantisch park (parc royal) waar een paar zware lanen, met gras in het midden, heel lang leken, aan het eind van twee van die lanen spoten fantastische fonteinen uitwaaierend water, zoo breed als de laan. En licht! Om 2 uur in het ‘Palais des Beaux Arts’ gedoken, een steenen trap af. Ik heb daarin alleen nare vertrekjes met weinig of geen ramen gezien en een ondergrondsche entrée naar de 3e rangs schouwburg (of bioscoop?), vol 6de rangs aanplakbiljetten (alle gemeene kleuren) en vandaar een gevangenistrap naar boven naar de ‘Rotonde’, half rond uitgebouwd, ramen te weinig en te hoog en te veel menschen, dus nix te zien.
Cultureel congres! Om ½ 4 uitgeknepen. Naar het Palais de Justice gewandeld. Langs het parkje met de standbeelden van Egmont en Hoorne met het hooge hek met 30 statuëtjes op het hek (groen uitgeslagen). 1 Sigaar
gekocht voor 3 francs en een pakje tabak voor 9 francs. Over de balustrade gekeken. Daken! Kerken (barok), schoorsteenen en vooral wit licht en zachte neveligheid. Heuvels en bosschen aan de overkant met de nieuwe kathedraal van Koekelberg in de hoogte, fortachtig. Un filtre met een wafel en een hard eitje voor een cafe’tje, ik keek langs het ‘palais’ naar de zon en heuvels. Zeer stil. Met de tram naar het Parc Royal en daar in zoo’n laan op een bank gezeten en gepraat met een alleraardigst Fransch of Brusselsch vrouwtje met kinderen. De fontein spoot niet meer.
Om 6 uur weer verschenen in de ‘rotonde’, die vol stond met mannen en enkele vrouwen met glazen in hun hand (sherry en whisky). Dat was de ‘cocktail (!) party’. Voorgesteld aan en aangesproken door tal van personen, alle Nederlanders, behalve Roelants en Westerlinck. Meeste namen of niet verstaan of vergeten. Onthouden: de uitgever Van Oorschot met vrouwtje in het groen en Miep-oogen, professor Minderaa. Moest naast het vrouwtje komen zitten (verteld van Jani, den neushoorn en van de Australiers) en toen tegen 7 uur weggegaan met z’n zessen in de auto van Van Oorschot, een persoon later in dat café kwijtgeraakt. De benedenstad in gezakt, boven was het nog dag, maar toen we even gezakt waren was het in die nauwe straten meteen volslagen avond. Geparkeerd op de Groote Markt. In een café aan de boulevard tegenover de Beurs gegaan, daar bleek een broodje met ham f 1.- te kosten. Wij er weer uit (kale Hollanders) en dien eenen man kwijt geraakt. Wat gegeten in een mosselenhuis bij de Nord, veel gelachen. Afscheid genomen. Om 9 uur nog daarnaast een sigaar gekocht en niet gerookt en metéen naar bed, om ½ 10 er in.
7 October
Zondag. Om 8 uur aan het ontbijt, weer die heerlijke thee en 3 versche broodjes, waarvan 1 met feuilleté deeg. De Hollanders kwamen maar laat gaandeweg beneden, ik hoorde dat enkelen veel spektakel hadden gemaakt op hun kamers, om ½ 4 was er nog een de straat opgegaan en had een flesch rhum gehaald. (N.B. Weremeus Buning zat Zaterdagmiddag om 2 uur al stil dronken op een tafel, de oogen van Kelk waren toen heel klein. Om 6 uur was ‘Anton van Duinkerken’ sikker en keek als een drogist).
Een van de lui van den vorigen avond (Scheltema) kwam aan mijn tafeltje ontbijten (ik was al klaar) en vertelde me vrijwel z’n levensgeschiedenis. Later druppelden Sötemann en Clara Eggink binnen en nog later de Van Oorschotten. Geanimeerde conversatie tot ½ 11. Toen in hun auto naar de Groote markt, zonnig en vrolijk en duivenmarkt en veel verguld. Ze wilden dat ik mee reed naar Amsterdam maar toen ik hoorde dat ze eerst nog aan dat ‘banket’ van 1 uur wilden zitten heb ik afscheid genomen en ben van de Beurs met de tram naar Nord gegaan. Daar zat ik tegen 12 uur godsheerlijk in een leeg coupé, zoo hoog en zoo zonnig en zoo stil.
12 uur uit Brussel, den beeldentuin gezien. Weer heerlijke zomersche Octoberdag. Hoog in den trein. Weer de hoogte en bosschen van Laeken, weer de weiden, de boomen, Vilvoorden, het kromme riviertje, Mechelen en die toren (stopten Mechelen), 12 uur 34 in Antwerpen Centraal. Overgestapt, 12 uur 45 sneltrein naar Essen en Roosendaal. De hooge kant van Brabant (en de streek van Woensdrecht en Ossendrecht) op den horizon zien liggen over eindeloos weiland.
In Roosendaal door al dat gezanik met bewijs van Nederlanderschap, Belgische en Hollandsche douane en geld den trein gemist en een uur in het overleden station gewacht. 14.42 naar Amsterdam (Oudenbosch, Moerdijk, Dordrecht, fleschje bier (!) in den trein, Maas, Katwijk en Noordwijk. 5 uur 2 C.S.
België 2 à 3 × zoo duur als Nederland. Ik vond Brussel niet zoo druk, vroeger vond ik het een gekkenhuis. De tabak was ‘geteeld’ in de vallei van de Semois.
11 October
Donderdag. Met het trambootje van 10.40 en de tram naar Broek. Zonnig, schitterend voòr het C.S.! en op het IJ, zeer wazig in het Oosten, glinsterend weiland en glinsterende blaadjes aan struik en boom in het Westen, koeien zagen er weer zoo zindelijk uit. Toren van Monnikendam. Een ‘boterammetje’ gegeten bij Mevr Kelk, even voor het huis gezeten. Tram 1.26 terug, Zunderdorp en Ransdorp meer zichtbaar. ½ 3 thuis.
14 October
Zondag. Kwart over éénen met Os meegereden met Bob, Jan Zeven, Marius en Nelletje door Abcou, Loenersloot, Vreeland, langs Kortenhoef, door ‘s Graveland naar het station in Hilversum en met Os meteen met de bus net zoo terug, voòr vieren thuis.
Volop zomer, warm. Overal zaten menschen buiten, maar stil bij den weg. Nevelige verte. Het groene zaaltje met den molen en het riviertje! Loenersloot! Vreeland en de Toteninsel en het inrijden in dat stuk beboomde weg. De plas, bijna le double ciel, maar het water was te zilverig en de lucht te blauw. Toren van Kortenhoef, de populieren vallei en de ‘Hoorneboeg’. Trompenburg. Terug: het wachten bij het kapelletje van Loenersloot, de idyllische landelijkheid.
17 October
Woensdag. Laatste zomerdag. Weer zonnig warm en zachte nevel. Met den trein van vijf voor tien van M.P. naar Abcou. Met de fiets langs de Noordzij van het Gein, kopje koffie in den eenzamen tuin van de Vink, waar een groote stapel bruin blad stond en de kastanjebladen op een klein zuchtje schuin naar beneden vielen (Dinsdag in de Plantage Middellaan vielen de kleine gele en bruine blaadjes rechtstandig naar beneden). Toverwereld, buiten de wereld. Jupiter weidde z’n koeien voor het laatst in de goudachtige weiden (heel stil met hun koppen naar beneden), morgen gaan ze den Olympus op. Door het tolhek in een gouden zaal van hooge wilgen, het pad dik met geelgroen blad. Zon op de Vecht. Nigtevecht in tot het veerpad. Overgevaren, zon op de Vecht. De oue veerman lag op bed voor z’n raam met slaapmuts en krant, heel wit en ingevallen. 80½ jaar, vroeger een rooie baard, nou een grauwe. Men zegt [+dat] hij zal sterven (‘benauwenis op z’n water en nog een oue breuk’).
Rechts om en meteen weer met het volgende veerschuitje naar den overkant (Westoever Vecht) en langs de Vecht naar den boomgaard der Hesperiden. Egyptische koningsboomen en torens van Nederhorst den Berg. Op m’n jas gezeten met m’n rug tegen m’n wilg en pijpjes gerookt. Tegen twee boomen stond een ladder. Geelgroene appels, goud op ‘t gras en schaduwen en glans op de stammen, zeer buiten alle wereld. Verder. Te nevelig om torens van Abcou en Kortenhoef te zien. Zeer blauw water met zon. In Vreeland over de oue brug en oostelijken oever naar Loenen, tevergeefs gevraagd om koffie aan de Bloklaan, de nieuwe brug over en langs Vredestein naar de Kampioen en weer koffie. Trein ½ 3 naar Amstelstation. Op weg naar het station van Nieuwersluis was de glans al afgenomen, toch stonden de koeien nog Jupiterig. – 3 uur thuis. Heengaande en terugkomende me weer verheugd in het romantische ‘golfterrein’ bij Duivendrecht.
22 October
Maandagochtend. Met de bus over tienen naar de Hakkelaarsbrug. Koud en wolkenloos. Betlem, maar de slootjes nog bijna heelemaal met kroos. Naar het Noorden heel weinig zicht. Gewandeld naar het strand van Muiderberg. De molen was er weer en het gezicht op Muiden, zeer helder en gewasschen en knus, de schoorsteenen van Bouvy, de 2 torentjes, de rooie huisjes, alles net boven de groene wallen, en het slot. Goue wei met koeien in de verte en een rij boomachtige struiken (links, naar zee toe), zoo een wereldje alleen. Toren van Naarden. Herfstbrink: tik zegt een blaadje op m’n hoed. Diepblauw zeetje met 3 visschertjes, varende westwaarts, bijna geen overkant. Naar rechts hoog over geloopen om Flevorama en het dijkje terug, het Gooi niet zeer scherp. Een haastig kopje koffie in het Rechthuis en met de bus van 12 uur terug.
23 October
Dinsdagochtend. Om ½ 10 op de fiets naar Weesp. Zeer helder. Recht tegen de lage zon in, de Middenweg heelemaal goud. ‘Hortensia street’ in Diemen, sommige tuintjes gesloopt, in andere enkele verflenste hortensia’s. Die aardige hegjes waar de weg van Schiphol aan de Gaasp komt, gesloopt. Maar het water recht tegen de zon, onder de kruinen van wilgen door, het schitterende water, glans op de stammen. Ook rechts tel-
kens de slootjes en boompjes, zoo apart in de helderheid. Wonderlijkerwijze moest ik overigens weer aan de vroege ochtenden in Britsch Indie denken. Het breede van de Gaasp in de zon.
Ook nu, als op den 17den, was dit niet de wereld, maar ergens anders. Op de hooge brug op een stukje Gein neergekeken dat in de boomen lag. Toren van Loenen, maar naar het Noorden weer geen zicht. Op Weesp neergekeken. Brug af en langs het Smal-Weesp. Het beeldje van dat bazuingodje (blazend op een been staand): gesloopt, zelfs het voetstuk weg. Het cacaomolentje, zeer wit met dat lange gebouwtje eronder. De gewezen villa van de Van Houtens leek iets Monte Carlo-achtigs. Kopje koffie op de Kaai in Weesp. (‘Zoo meneer, komt U weer eens kijken?’) Over de houten brug en de Vestinggracht langs de Vecht (de tweede molen geheel in verval), dan een endje autoweg, heel intelligent beplant met wilgjes, niet te dicht. Alles dien ochtend heel stil en eenzaam. Vechtbrug en om Fort Uitermeer heen den Noordkant van de Vecht terug. Rij wolken boven het donkere Gooi, zeer Duitsch, de wolken ‘lagerten’. (N.B. de populieren naast de watermachine bij de Gaasp en het kerkhofje van Weespercarspel ‘ademden’ heel duidelijk Engelsche romantiek).
Lekkere boomgaardjes met hier en daar nog een groengeel appeltje. Gezicht op Muiden! Vlak bij Weesp nog een, bijna kaal, boompje met rooie sterappeltjes. Gezicht op het ‘veeltorenige Weesp’ over de Vecht. Langs en door de lekkere wallen met wilgen de stad in en door en met den trein van vier minuten voor éénen naar de M.P.
3 November
Zaterdagochtend. Even heen en weer naar Muiden met de bus (terug doorgereden tot het z.g. Wibautplein). Zonnig, maar de horizon dicht met nevel, Weesp maar vaag te zien en geen overkant van de zee. Weer glinsterende Middenweg, zon op de Keulsche vaart, zeer teerblauw stukje water aan de splitsing van Gaasp en Muidertrekvaart. Gaasp, Betlem, boompjes zeer teer, maar de slootjes nog te vol met rood kroos, te vol om te schitteren, behalve het laatste een beetje. De schaduw van de hoogere wilgjes nu naar rechts. Zon op Merwedekanaal. Zeer teere zee, zonder overkant, met 1 vissertje, een zee met nymphen. Zon op de Vecht. Bij het wachthokje gewacht en na 10 minuten weer terug. Met wat voor 10 minu-
ten. De vage Muiderweg en de verre wilgen aan de trekvaart en koetjes daarvoor. En de hooge boomen over de Vecht en riet en dan nog wat zeer verre hooge boomen rechts daarvan en een paar teere wolkjes daarboven in een teer blauwe lucht. Teer is het eenige woord. Nymphen stegen rechtop in de lucht en bleven daar staan boven de wolkjes. Rechts meer naar voren, één aparte heel mooi gevormde boom, volop in bruin blad. En zoo weer terug.
Wacht even: heen rijdend gezicht op Muiden, het werd net even donkerder, vooral over de grond, alsof schemering op steeg midden op den dag. November! Elke maand is de mooiste maand, behalve misschien Januari.
8 November
Donderdagochtend. Met de bus van kwart voor tien naar Muiderberg, door Muiden. Variabele bewolking en variabele helderheid, maar lief-stil weer en allemaal weer teere tinten. Geen zicht, geen Weesp, geen overkant, geen Betlem/Pampus. Bij de Hakkelaarsbrug stond de bus een paar minuten stil en keek ik tusschen de twee groepen wilgjes door naar de molen, die heel ver leek en links, nog wat dieper weg, een paar wilgenstruiken tegen de grens van het nix. Leek of het gezellig zou zijn in dien molen nog eens te praten als in Brussel. Zon op de Brink, de kandelaber boomen daar en van de laan op de deftige begraafplaats bij zee al heelemaal kaal en plechtig. Hier en daar nog al weer goud blad. Kopje koffie in Raadhuis en door het raam op de goue brink gekeken, plénitude.
Teruggeloopen naar Hakkelaarsbrug, Muiden niet te zien. Voor half één thuis.
9 November
Vrijdagochtend. Bus heen en weer naar Muiden en de kaai op en neer geloopen en in de binnenplaats van het slot gekeken (twee heel zware zwartbonte koeien lagen op den wal, rechts, als je aan kwam en kauwden). Kille zonneschijn. Buiten Vecht heel stil, met roeibootje. – Geen overkant. Wat meer zicht (Pampus van uit de bus), maar kil.
Wat verlaten gevoel en in Muiden niet thuis te hooren.
10 November
Zaterdag. Aldoor zulk zacht en stil weer. Dezen ochtend in de stad zoo zonnig en schitterend van auto’s en overal nog wat goud blad en
‘menschen’ voor de cafe’s in het zonnetje, 5 voor ‘Het’ (!) Hof van Eden, die poffertjeswinkel tegenover het Koningsplein en wel een paar dozijn voor ‘Américain’.
26 November
Maandagochtend. Met de bus naar Hakkelaarsbrug. Teer laag zonnetje. De schrale boomgaardjes en andere boomen aan de onaanzienlijke boerderijtjes aan de Muiderweg hadden plotseling un sens et une vie, zoo half materieel en unique. Nog altijd dat dikke rooie kroos in de slootjes van Betlem (op één na) maar het Merwedekanaal goud en het zeetje onaardsch blauw (kom woorden te kort). Naar Muiderberg geloopen. Zeer stil. De molen tusschen de nu zeer schrale wilgjes. Muiden wat wazig op den horizon. Onafzienbaar zeer groen gras naar den zeedijk, met enkele koeien, zwart en wit. Heel fijne takken van boomen bij een boerderij, aandoenlijk. De Goethe boomen en daarvoor een stil zonnig immaterieel wereldje, gras met een paar koeien en wat losse boomen nog op het gras en stilte. Alles irreëel en toch nog net reëel genoeg, tegelijk heel besloten en op zich zelf en ruim als een wereld. De kale boomen op de Brink. Een punt taart met slagroom (18 cent) en een sigaar gekocht (12 cent).
Op zee twee roodbruine zeiltjes en één wit en wat wind met witte kopjes. Vage overkant maar toch Ransdorp. Backbay wat vlak, de beroemde boomen links van Naarden weinig teekening. Met de bus van 12 uur terug door Muiden (slot in de zon), geen koeien in den driehoek voor Muiden. Echte Nescio ochtend: verwachting van een nieuwe wereld (zonder al die akelige menschen) en lente in November (het overslaan van de winter). Hoestend nijlpaard in de bus (vrouw).
3 December
Maandagochtend. Met de bus van 9.43 naar Hilversum. Via: de Weesperzijde. Zon op Amstel (Berlagebrug), op Keulsche vaart, op weg naar Utrecht. ‘s Morgens eerst zon op over den Linnaeushof (van den Nieuweweg), goud op den Middenweg, mistig verschiet, mist soms toenemend beneden, maar de lucht daarboven blauw. Zonnereflex in de vijver van het Oosterpark van de ruiten van het Koloniaal instituut waar de zon op scheen. De z.g. Wibautlaan een gouden nevel waar gouden huizen doorschenen. Alle verrottigheid mooi. Abcou! Den hoek om een lichte
glanzing die water was met in de bocht (aan het eind) de stille weerspiegeling van stille ijle wilgjes. Het laan zaaltje en de molen, de witte wipbrugjes (nieuw geverfd). Overal het stille water met de omgekeerde boomen en de boomen rechtop en de lage zon, een niet bestaande en onbestaanbare wereld. Dieu, vous m’avez blessé d’amour. Loenersloot, Vreeland en het geabandonneerde laantje er heen. Ondenkbaar dat overal die gewone nare menschen wonen (misschien voor één dag weggenomen). Maar nare stemmen in de bus leerden wel van anders. Kortenhoef, de vallei van Loosdrecht met ‘de’ rij boomen. ‘s Graveland, het glanzende geboomte, toren van Hilversum.
In Hilversum een kwartier tijd. Gevulde koek in het straatje en een kopje koffie van een kwartje aan het Stationsplein. 11 uur 15 terug. Dat laatste rechte stuk van de weg voòr de viersprong van ‘s Graveland geheel verlaten met de hooge boomen en geen eind. Eerst nog water met onderstukken van dikke stammen weerspiegeld, verderop in ‘s Graveland weèr (Trompenburg). Loenersloot even tijd, de betoverde draaiweg naar Loenen die in de verte vuurde, de wilgjes in de wei, het laantje naar de brug, het kapelletje met gehuchtje (pastorie), het kerkje van Vreeland en het geabandonneerde laantje. Om overal heen te willen gaan. – Dezen ochtend was ik te klein om alles te bevatten, heele provincies zwommen naar binnen en maar twee oogen. Kasteeltje van Loenersloot, gezicht op Abcou. Door het Oosterpark naar huis gewandeld. Later is zoo’n ochtend onbegrijpelijk. Waar is die wereld gebleven?
7 December
Vrijdagochtend. Weer zoo’n toverachtige ochtend met steeds opgaande zon. Weer naar Muiderberg (Hakkelaarsbrug). De zilveren spoorbrug. Betlem in de zon verdwenen. Zon op Merwedekanaal. Stille zee. Geloopen naar Muiderberg. Zeer stil. Weinig koeien meer, weilanden toch nog zeer groen. De bus uit Muiderberg kwam me tegemoet en de chauffeur groette met z’n vinger. Het struikgewas rideau met daarvoor de 12 of meer kleine eiken met rood loof en witte wolkenbank daarboven, daarachter kon alles zijn. De wei voòr de Goethe boomen. Overal de eerste dag en de geboorte van Venus. De Brink! De schoolmeester lachte tegen me of ik z’n beste vrind was. Nu eens links om geloopen naar den toren
en over de hooge kant boven de zee en voòr Flevorama het dorp weer in. Zee wittig, met nauweliks een schim van de overkant. Het gele schiereiland van riet en de schim van het Muiderslot. Weer de Brink. De lucht achter de stammen en takken en soms ook witte wolkjes. Kopje koffie en met de bus van 12 uur terug. Et tout d’un coup d’un fol éclat s’en va mon coeur. Het Merwedekanaal één goud, ook de Knak.
12 December
Woensdagochtend. Met de bus van kwart voor tien door Muiden naar Muiderberg. Ochtendmist. Nauwelijks in de bus de nevelige zon weg, bussen en auto’s met de lampen aan, even voorbij Diemen de zon weer door en weldra overal schittering. Weilanden witgevroren. Zon op water, zon op plekjes in de weiden (water of ijs?), boompjes toverachtig beschenen en tegen de lucht. Het rechte stuk weg voòr Muiden: middenstraat zwart, links en rechts gras wit en rechts wat kleine boompjes. Muiden doemt op, in het entrée straatje enkele huizen van boven licht bezond. Boomen van de kruit fabriek stammen en takken als een eigen wereld. Muiden van de Hakke[+laa]rsweg niet te zien. The rank stately lady in black met het gebeeldhouwde halsje en mantel met zwart bont en plotseling een hard boersch accent toen een andere Muiderbergsche haar toeriep. De Brink, links om naar de kerk, alles geheel onwereldsch, zon laag vlak opzij van de kerk rechts, daarna om de kerk, licht door de ramen, zon vlak op zij links en schijnt door takken en in de laagte door wat geel blad. De boompjes op de hoek bij het café’tje aan zee die niets van de wereld wisten en het tu-u-u van de mistboei in de verte. Het gele riet schiereiland met de enkele schrale boompjes aan de punt. Ik was weg. Voòr Flevorama naar binnen en koffie. Het meisje maakte de kachel aan met hout, die loeide en knetterde. Door de ramen gekeken en daarna naar de Hakkelaarsbrug geloopen. Het paard en zijn schaduw.- De boomen gingen heel door me heen.
Immaterieële verre boomen tegen een nooit geziene lucht. Geen woorden, behalve: Et tout d’un coup d’un fol éclat s’en va mon coeur. En er gebeurde niets, het zag er allemaal uit of er iets zou gebeuren. De immaterieele opgeloste molen.
Ruim 12 uur op het Rhijnspoorplein.
Weer gedacht dat niets mooier kan zijn.
Specht gezien, die spechtte op boom bij het hotelletje (zwart en wit en blauw en rood). En 3 roodborstjes. Het vaartje langs de Hakkelaarsweg dichtgevroren.
13 December
Donderdagochtend. Met de bus van kwart voor 10 naar Loenersloot, Vreeland, Kortenhoef, ‘s Graveland en Hilversum en meteen zóo terug.
Zachte vorst met ochtendnevel en zon, weiden witgevroren, met schapen, ruiten van bus gedeeltelijk bevroren maar af te krabben. Abcou niet te zien bij de overgang over de spoorweg. Fantastische wereld, Angstel bevroren, het laantje onwezenlijk, eerst leek ‘t heelemaal donker maar dan begon je zonnetjes te zien op boomen en weg, zon van links. Voorbij de groote bocht geen ijs in de Angstel. Loenersloot, de spil van de wereld. Alles wat vaag en beperkt door de nevel. Toren van Hilversum niet vooruit te zien, de populieren van Nieuw-Loosdrecht nauwelijks. In de ‘s Gravelandsche bosschen en in Hilversum zonnig. Trompenburg rees uit ‘t ijs. Vecht zonder ijs, de witte huizen (Hof van Holland en daarnaast) zonnig en fijn weerspiegeld.
Weer dat gevoel van weg te zijn en nergens in het bizonder: het landschap zonder naam, waar de Uitvreter uit groeide.
Door het Oosterpark naar huis gewandeld.
(Om tegen half 10 weer dat zoldervenster op de hoek van de Dapperstraat waar de zon in scheen, en weer de zonnereflexen uit de ramen van het Koloniaal Instituut weerkaatst, nu in het ijs van het Oosterpark).
26 December
Woensdag (2de Kerstdag). Lenteochtend, blauwe lucht en zon en overal op den Linnaeushof de ramen open. Zoo zacht. Ik ging melk halen op de Nieuwe weg en toen ik met m’n pannetje over den hof terug liep, dacht ik, dat ik de merel zou horen.
‘s Avonds om 5 uur even op de fiets. Nog wat dag, je ziet de dagen al lengen ‘s avonds. Zoo zacht en stil. Rood en goud in de Ringvaart en de weerschijn van de lantaarns en de huizen zoo stil. De vijf bezemboomen bij het Koloniaal Instituut en de nog wat bleeke lucht tusschen de takken. De avond-
ster in het water van de Mauritskade bij het Alexanderplein, de ster deinde wat op en neer en toch was het water heel stil.
De helder brandende lichten, goudgeel. Deze herfst is nu voorbij. De stille herfst. Eerst zon en stilte, toen donkerte en stilte, stille nevelachtigheid of vochtigheid. Het knusse Amsterdam in deze stille vochtige open winter.
29 December
Zaterdagochtend. Dag breekt aan.