[p. 95]
Panta rhei
Zoals laatst toen ik had gedroomd
dat ik duizend jaar eerder leefde.
Ik werd heel langzaam wakker en
van ver weg kwamen de stemmen van
Ko van Dijk en Hans Croiset, luid
weerkaatsend door het slot van Mathilde
van Toscane (de plaats heet Canossa),
waarvoor wij 3 dagen hadden gebivakkeerd.
Beneden in de slotkapel celebreerde
Gregorius VII een dankmis.
Moeizaam probeerde ik tot klaarheid
te komen. Waar was ik? Sliep ik nog?
Was mijn ontwaken duizend jaar later
alleen maar een droom?
Naast mijn matras op de stenen vloer
lagen mijn maliënkolder en mijn degen.
Buiten nog steeds de sneeuw.
Riekus Waskowsky