Patrick Bassant
Voorkomen van voorkomen
‘Omdat we denken dat er ook een woedende schrijver in u schuilt,’ staat er in de uitnodiging van Tirade, een tijdschrift dat zijn eigen naam eert door expliciet een themanummer over polemieken te initiëren – dat is als gratis rijlessen bij een abonnement op Arts & Auto.
‘Woedende schrijver’? Ik erger me graag en heb hekels. Aan geinige ringtones, aan bonusbankiers, aan witte sportsokken, aan kleffe hamburgers, aan telefonisch verkopers, aan taxichauffeurs, aan toetjes waar je beter van gaat schijten, aan dokter Phil, aan roest op mijn scheermesje, aan die onbeschofte uitzuiger van de avondwinkel, aan lekke banden, aan luidruchtige makelaarstypes op borrels, aan een trage internetverbinding, aan jeuk, aan saus uit een pakje, aan de identificatieplicht, aan de stem van Maxime Verhagen, aan columns van bekende Nederlanders, aan de producten van een zekere møbelfabrikant, aan stukjes draadjesvlees tussen mijn tanden, maar dat lijkt me heel normaal.
Daar maak ik me inwendig lekker kwaad om, dan zit ik van ergernis te trillen en mijn zelfbeheersing te trainen. Een gevoel van superioriteit, ergens tussen bewust weldenkend en misplaatst elitair in, overspoelt me en daardoor ebt de woede wel weer weg. Prettig mopperen en ook zo weer vergeten. Behalve dan die lekke banden, daar moet echt actie op volgen. Als het droog is, tenminste.
Voor echte woede is meer nodig dan irritatie. Wat helpt is een combinatie van de volgende factoren: Iets met onrechtvaardigheid, een grotere tendens, bemoeizucht van anderen, gerotzooi met statistieken en een fikse inbreuk op mijn persoonlijke levenssfeer. Voeg dat samen, en je komt onherroepelijk uit bij die verlichtende padden van de antirookpenose, en bij uitbreiding bij de steeds virulenter om zich heen verbiedende gezondheidsprofeten. Directe aanleiding is uiteraard het sinds 1 juli 2008 in Nederland vigerende belachelijk strenge rookverbod in de horeca. Het gemak en de vanzelfsprekende arrogantie waarmee dat ingevoerd is, stuwt mijn bloeddruk al op, de adrenaline pompt rond als ik bedenk dat er geen noodzaak
is voor een zero tolerance-beleid, en als ik zie wat voor maatregelen in het vuile zog meekomen, komt de stoom uit mijn oren.
Natuurlijk ben ik niet tegen rookvrije horeca. Ik vind het geen enkel probleem als bedienend personeel en kortademige klanten elkaar opzoeken in knusse clean air cafés. Misschien dat ik daar ook wel eens binnen zal stappen om even lekker te hoesten. Maar waarom moet dan de gehele horeca rookvrij worden? Nog afgezien van het feit dan mensen niet naar de kroeg gaan om gezond te worden; als ze dat willen gaan ze wel naar een spa. Wat is in vredesnaam de winst in buurtcafés waar het complete bezoekersvolk naast de uitbater op de stoep kou staat te vatten? Het heeft in ieder geval niet te maken met het belang van de rookschuwe bezoeker of ober – toch zeker niet uitsluitend. Om hoeveel mensen het gaat, doet er niet zo veel toe, zolang het niet honderd procent van de bevolking betreft. Er is geen argument te bedenken om de complete horeca rookvrij te maken. Ja, er is er wel eentje, en dat is er eentje van bestuurlijk gemak, van handhavingsluiheid: het slijmerige propje haren uit het doucheputje dat ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ heet, ‘duidelijkheid’, ‘concurrentievervalsing’, om van ‘tucht’ en ‘eigen bestwil’ voorlopig nog even te zwijgen.
Waarom zijn alle rookruimtes op vliegvelden verdwenen? Toch niet omdat er ook maar iemand last had van die paar verslaafden die zich voor of na een vlucht even wilden laven? Ik geef toe dat rookruimtes op luchthavens de smerigste plekken op aarde zijn, maar na het inchecken en het anderhalf uur verplicht taxfree shoppen in het vooruitzicht een half etmaal transcontinentaal tekenfilms of iets met Hugh Grant te moeten kijken, zonder direct voor of direct na de vlucht een sigaret te kunnen roken, heeft niets met meerookpreventie of bevoogdende gezondheidszorg te maken, dat is hardcore sadisme.
Zeer snel na de invoering van het rookverbod begonnen de eerste antirokers alweer verder te kankeren: nu er binnen niet meer gerookt mag worden, is het voor astmapatiënten onmogelijk om kroegen in te gaan, omdat rokers nu op de terrasjes gordijnen optrekken waar ze niet doorheen kunnen zonder te rochelen. Dit nieuws kwam ongeveer gelijk met het plan van Groenlinks om terraswarmers te verbieden wegens buitensporig stroomverbruik en dus een extra belasting voor het milieu. Toen werd het duidelijk dat rokers paria’s zijn geworden op wie het straffeloos prijsschieten is.
De logische volgende stap om de rokers te besmeuren met hun eigen
pek en te tooien met een bordje ‘pas op, besmettelijke gek’, is het voorstel van Esmé Wiegman – Van Meppelen Scheppink van de welzijnstaliban Christen Unie om het roken in auto’s te verbieden ter bescherming van tere kinderlongetjes. Omdat het voor de politie natuurlijk niet te controleren is of er kinderen in auto’s zitten dan wel alleen volwassenen, luidt de onnavolgbare redenering van dokter Esmé Wiegman-Van Meppelen Scheppink [handhavingsluiheid, zie boven, pb], is het dus maar het beste het roken in alle auto’s te verbieden. Dan weet je zeker dat er geen enkel kind vermoord wordt. Ook hier dus weer: ter bescherming van een minderheid wordt een algeheel verbod geëist, met een verbazingwekkende tackle op het gezonde verstand van het gepeupel. En in veel gevallen is er niet eens sprake van een minderheid, maar van een afwezigheid.
Geachte mevrouw Esmé Wiegman-Van Meppelen Scheppink,
Graag wijs ik u erop dat paffende automobilisten zonder kinderen en stomende bestuurders met kinderen buiten het voertuig geen kinderlongetjes verpesten. En automobilisten met kindertjes in de auto zijn over het algemeen niet achterlijk, en hoeven dientengevolge niet behandeld te worden als (hun eigen) kinderen. Als u daar eventueel nog aan twijfelt – wellicht op basis van een hatseflatsonderzoek door een schimmig christelijk adviesbureau – dan kunt u er voor mijn part zo’n belerende Postbus 51-campagne tegenaan smijten (gratis suggesties: ‘Wees geen schavuit: rook geen peuters uit!’ of ‘Een kinderlong is gauw gevuld…’), een stapel kleurenfoldertjes op crèches en consultatiebureaus plempen en dan is de zaak wel afgedaan.
Wilt u dan weer aan het werk gaan? Fijn.
Hoogachtend,
Patrick Bassant
Ik heb geleerd dat een hellend vlak-redenering vroeger een drogreden was. ‘Alle junks zijn ooit met een joint begonnen, dus als we softdrugs verbieden, zijn we van de mondiale harddrugsproblematiek af’, zoiets. Door te wijzen op een mogelijk maar niet causaal gevolg van een handeling, wordt die handeling geïncrimineerd. Als we het roken niet verbieden, glijden we langs de slippery slope af naar een staat waarin mensen anderen bewust ziek maken.
In Amerika, wisten we vroeger allemaal, zijn ze een beetje gestoord en drijven ze alles tot in het absurde door. In Amerika, blijkt nu, zijn ze er in geslaagd hun besmettelijke waanzin naar Europa over te laten slaan. De schoneluchtdwingelandij heeft daar al bereikt dat er in openbare parken niet meer gerookt mag worden, zijn in Belmont sociale woningen rookvrij gemaakt omdat de rook van tabak via poreus beton en een openstaand raam slinks zijn moordende werk bij de bovenburen kan doen. Medische hulp wordt soms geweigerd aan rokers, zelfs bij ziektes die niet aan roken gerelateerd zijn. Natuurlijk schiet dit zijn doel voorbij. In Nederland komt het zo ver niet, dachten we vroeger. Nu weten we wel beter. In Nederland kan dat ook, en gaat dat ook gebeuren. Niet roken op treinperrons, ook als die helemaal niet overdekt zijn. Niet meer roken voor de ingang van gebouwen omdat er niet-rokers langs moeten kunnen. Niet roken op schoolpleinen.
De agenda van de Inquisitie wordt hiermee steeds duidelijker. Het ging de zeloten van Clean Air Nederland, Ash en Stivoro en hoe al die rabiate lobbykakkerlakken zich mogen noemen, helemaal niet om het meeroken. Dat is slechts een maatschappelijk makkelijk verkoopbaar opstapje gebleken naar hun eigenlijke doel: het verbieden van roken. Er is werkelijk geen steekhoudend argument te bedenken waarom roken in de open lucht verboden zou moeten worden. Voor de duidelijkheid: gelul over de co2 toename of het kappen van bomen voor vloeitjes is buitenproportioneel. De rook van een sigaret vervliegt razendsnel, dus langs iemand lopen die buiten een sigaret rookt, levert geen gezondheidsrisico op. Er zal geen copd-er meer of minder met de trein gaan als er aan het uiteinde van een perron gerookt wordt. Zelfs niet als er op het overdekte perron gerookt wordt, gezien het formaat van een stationshal. Er komen niet meer kinderen met longproblemen als de docenten in het speelkwartier buiten staan te stomen. Dat is het hellende vlak.
Ik zal hier niet ingaan op de al dan niet schadelijke werking van meeroken – of ‘passief roken’, dat volgens mij alleen een sigaret zelf of een ossenworst kan overkomen. Tegenover elk onderzoek dat onweerlegbaar bewijst dat gedurende meer dan vier seconden blootgesteld staan aan tweedehands rook een vergrote kans van 256 procent op longkanker oplevert, staat wel weer een ander onderzoek dat aantoont dat je aan dertig jaar samenleven met een roker naast branderige ogen en vieze gordijnen niets overhoudt. Het ene onderzoek is in opdracht gedaan van de Inquisitie en betaald door de farmaceutische industrie (die lui die nicotinepleisters, antidepressiva en
afslankpillen maken), het andere wordt stiekem betaald uit de fondsen van tabaksproducenten die anders ook niet weten wat ze met hun budgetten moeten doen. Zelf mogen deze fabrikanten geen onderzoek meer doen, omdat de uitkomst wellicht positiever is voor rokers en meerokers dan sociaal gewenst wordt geacht. Al die onderzoeken zijn schimmig en de uitkomst is voor dit betoog ook van geen enkel belang.
Recent was ik in Barcelona. Naar het schijnt geldt er in Spanje een algeheel rookverbod voor de openbare ruimtes, vergelijkbaar met de situatie in Nederland. Wellicht is dat algehele rookverbod ondertussen teruggedraaid, of misschien is de overheid te laks om overtredingen te bestraffen, feit is in ieder geval dat de praktische uitwerking van dat verbod betekent dat goed zichtbaar bij de deur van elk café staat aangegeven of er binnen wel of niet gerookt mag worden. Het resultaat is dat er voor mensen die hun biertje graag drinken met een sigaret erbij, voldoende mogelijkheid is. En de medemens die graag wil dat zijn kleren na een avond uitgaan de volgende dag weer aan kunnen naar het werk, komt ook aan zijn trekken. Samen met de verwaarloosbare hoeveelheid barpersoneel dat niet tegen tabaksrook kan. En dat terwijl Spanjaarden er tenminste het klimaat naar hebben om gedurende het hele jaar buiten te kunnen roken. Dit lijkt mij een rationele en gezellige manier om longpatiënten en nicotinejunks ieder eigen plekken te geven. Ieder zijn meug, alles duidelijk en voor de bevoegde diensten prima te controleren.
Waarom moet dokter Ab Klink, onze brave minister van Volksgezondheid en ook Welzijn en zelfs Sport, van Nederland een karikatuur maken door Europese regelgeving zo rigide door te voeren dat we op het kwijlende braafste jongetje van de klas lijken? Is dat om maar internationaal begrip voor ons drugsbeleid te kweken? Meer concreet: dat je in een Nederlandse coffeeshop wel legaal een joint mag roken, maar het niet in je hoofd moet halen tabak door je wiet te draaien, want dat is namelijk verboden. Je herkent de toeristen nu nog sneller in Amsterdam: ze zien zo groen als marsmannetjes. Niet lang meer overigens, want het zoveelste voorstel om nu maar eens definitief te stoppen met ons onzinnige gedoogbeleid, ontsnapte recent aan partijgenoot dokter Van Geel. Een paar jaar geleden gniffelde ik om zo’n parmantige druktemaker, want toen was het evident dat het gezonde vertrouwen van de overheid in het gezonde verstand van (het overgrote deel van) de bevolking zou prevaleren. Overigens heeft dokter Van
Geel ook al eens bedacht om ouders die hun kinderen zonder ontbijt achter de beugel naar school sturen, een verplichte (op-)voedingscursus te geven. (‘Wees geen schavuit, geef u kinderen dagelijks beschuit!’)
De gezondheidsfanaten onder aanvoering van dokter Klink kunnen hun uiterste best gaan doen alles wat een mens kan schaden, te verbieden. De drankvrije kroeg, het bloedeloze hospitaal, sojaburgers gefrituurd in speltolie op gematigde temperatuur, verplichte helmpjes voor fietsers, botte keukenmessen, een verbod op rauwmelkse kazen, maandelijkse inentingen met vitaminepreparaten, de verplichting brandweerlieden een rookvrije werkplek te bezorgen, een maximum op de volumeknop van je iPod, een lichte dosering antidepressiva in het drinkwater… Voorlopig nog een schrikbarend vooruitzicht, maar geef die gluiperds niet de kans. Ik hoop dat dit ook een slippery slope-redenering is, ik ben er echter niet gerust op.
Narcisme is de hype van deze tijd, en het wordt in de media gepropageerd en van overheidswege opgelegd dat fitheid, een gezond lichaam en de afwezigheid van gezondheidsrisico’s de norm zijn. De intolerantie ten opzichte van andersdenkenden leidt tot het incrimineren van rokers en ze tegen zichzelf in bescherming nemen.
Je moet de paddestoelverkoop niet verbieden omdat er drie Franse pubers uit een raam gelazerd zijn (in plaats van stomdronken onder een tram gekomen). Je moet zorgen dat de voorlichting in orde is, en dat is zo. In elke smartshop krijg je uitgebreide informatie en het advies vooral heel voorzichtig te zijn met de dosering, zo voorzichtig dat je geen reet merkt van die paddo’s. Als er dan een gek is die deze raad in de wind slaat, gaat dat voorbij de verantwoordelijkheid van de smartshopeigenaar en ook voorbij de verantwoordelijkheid van de overheid.
En dan hebben we het natuurlijk alleen maar over onschuldige boleetjes. Mutatis mutandis geldt dit echter ook voor het de wortel van het kwaad, de gesausde satan. Me dunkt dat er ondertussen voldoende voorlichting is met roken is dodelijk op elk pakje en de dagelijkse bangmakerij in de media. Als mensen dan zo stom zijn om door te willen roken, is het einde van de verantwoordelijkheid van de overheid bereikt. Het betuttelende voor-je-eigen-bestwil-getreiter, aangejaagd door clubjes malafide tabaksterroristen die hun bestaansreden al lang hebben bereikt, is een klap in het gezicht van iedere roker. Ja, we weten dat het slecht is. Ja, we zijn koppig. Maar we zijn niet debiel, niet minderjarig en ook niet doof. En nu oprotten naar je rookvrije tennisclub.
Wij, de bevolking van dit land, stellen het erg op prijs dat onze overheid zich bezighoudt met dingen die wij niet weten en het verspreiden van informatie over die zaken. Daar hoort het dan ook bij te blijven. Zo is het heel goed dat verkeer van rechts voorrang heeft en dat we daar niet met z’n allen over hoeven te gaan debatteren. Het heeft de overheid zelfs behaagd om in 2001 ook fietsers van rechts voorrang te geven. In Nederland Fietsland was men weliswaar vergeten deze aberratie van het internationale verkeersrecht, ingesteld door de moffen, terug te draaien. Ik wil dus maar zeggen dat het even kan duren, maar onze overheid heeft heus het beste met ons voor.
Maar we moeten wel zeer alert zijn voor het doorslaan in tucht, controle tot voorbij de voordeur, bemoeizorg en het nemen van maatregelen die los staan van alle proportionaliteit. Als onze goedbedoelende overheid te weten is gekomen dat meeroken slecht is (hoewel ik betwijfel of dat fatsoenlijk aangetoond is, maar daar gaat het nu even niet om), dan informeert zij het gepeupel daarover, maar gaat een moment later over tot het willens nillens in een beschermende houdgreep nemen van de meerokers. Nu is diezelfde overheid ter ore gekomen dat roken ook slecht is, en na de rokers grondig geïnformeerd te hebben (roken veroorzaakt hart- en vaatziekten, het is dodelijk, je wordt er impotent van en daarna veroudert je huid ook nog), gaan ze een stap verder en nemen de roker tegen zichzelf in bescherming. De uitstekend geïnformeerde roker, die beseft dat paffen dodelijk lekker is, de rationele mens die ondanks deze wetenschap besluit door te genieten, wordt voor zijn eigen veiligheid gelabeld als een stommeling die het slachtoffer is van zijn verslaving, van zijn eigen gebrek aan ruggengraat. Als het al niet lukt om die rokers te bewegen tot stoppen, dan zal in ieder geval getracht worden het zo moeilijk mogelijk te maken om waar dan ook zo’n stinkding op te steken.
Daar schieten de dokters te ver door, daar verworden ze van prekers tot wrekers. En het maakt niet uit wat de beweegredenen daarvoor zijn, ze zijn allemaal pervers: het in een gezond keurslijf dwingen van mensen (het uitbannen van elk risico), de uit sadisme voortkomende wil anderen hun genot te misgunnen, het insinueren dat de mens op aarde is om de gezondheidszorgkosten laag te houden, het testen van de uiterste kneedbaarheid van de burger, het propageren van intolerantie jegens een minderheid, et cetera.
Een dokter moet mensen beter maken, niet zorgen dat ze niet ziek worden. Ik vind het prima als hij me op gevaarlijke zaken wijst, maar het is simpelweg niet zijn taak me als een kleuter te behandelen, bang te maken,
te stigmatiseren of me te verbieden dingen te doen die haaks staan op het breed maatschappelijk opgelegde gezondheidsideaal – Gij Zult Genot Verzaken Teneinde Langer Te Leven, Of Gij Dat Nu Wilt Of Niet.
Antirokers, gezondheidsfundamentalisten en andere opvoeders van het volk hebben jarenlang zitten bro eden op een plan om rokers te frustreren in hun sociale bezigheid. Nu dat gelukt is, kunnen ze triomfantelijk alle kroegen binnenstormen en eindelijk deel gaan nemen aan de openbare gezelligheid. Maar opeens blijkt dat ze helemaal niet gezellig zijn, dat de kroegen een beetje raar ruiken, dat de drankjes veel duurder zijn dan thuis. Dus vlug weer weg om nieuwe plannen te smeden om de rokers dwars te zitten. En in één moeite door wordt dan ook maar de jihad verklaard aan de eters, de drinkers, de internetters, de blowers, de gamers, de terrasverwarmers, de hoerenlopers, de consumenten tijdens de zondagsrust, de paddovreters en de idioten die handenvol geld uitgeven aan malafide belspelletjes.
Zullen we het hellend vlak gezamenlijk en definitief tot een drogreden verklaren? Als de helft van de cafés rookvrij wordt, dan kan er zonder gevaar voor handhavingsproblemen in de andere helft worden gerookt. En dan kan gelijk de liquidatie worden aangevraagd van die clean air-hyena’s. Als dokter Phil, dokter Klink, dokter Geel, dokter Scheppink en andere al dan niet christelijke hobbydictators accepteren dat de burger geen tot zonde voorbestemde zombie is, zal voorlichting voldoende zijn en hoef ik me niet ongerust te maken om een paddoverbod, een belspelverbod, een rookverbod, een tippelverbod, of nog erger.