Paul Litjens
Bekschuim
(symptoom van Kokkelmansyndroom)
Een knieval vooraf. Naar de Nederlandse publieke omroepen kijk en luister ik al geruime tijd nauwelijks meer. Ik baseer mij dus niet op nauwkeurige waarneming van hetgeen zij reeds al te lang afscheiden. En dit kan mij niets schelen: zij hebben mijn respect verloren. Niet alleen kan wat ik hier beweer onmogelijk minder nauwkeurig en minder oppervlakkig zijn dan wat zij bij elkaar durven flansen. Bovendien mis ik in tegenstelling tot de overgrote meerderheid van de publieke omroep-journalisten en -programmamakers de pretentie deskundig te zijn op hun vakgebied. Niets meer of minder dan luisteraar en kijker ben ik, met niets meer of minder dan de eenvoudige wens om in ruil voor mijn jaarlijks trouw betaalde publieke omroepbijdrage dagelijks op degelijke wijze, geïnspireerd en voldoende uitvoerig te worden voorgelicht en ingelicht over wereldpolitiek, maatschappijvraagstukken en de grote kunsten. Al jarenlang echter kun je daarvoor, op een heel enkele uitzondering na, in het buitenland overal beter terecht dan bij de Nederlandse publieke omroepmakers, die slechts minachting opbrengen voor je verstand, je smaak schofferen en je waardering naar een nulpunt sturen.
Mijn ergernis balt zich samen in wat tegenover die publieke omroepen mijn laatste strohalm zou moeten zijn: de nos. Een omroep nota bene, in het leven geroepen om tussen die verzuilde, echter meer en meer ten opzichte van elkaar verwaterende publieke omroepen, ten minste één neutrale programmering neer te zetten om.., ja waarom feitelijk? Welnu: de voor onze democratie noodzakelijk geachte ‘vrije’ nieuwsgaring kan blijkbaar door de verzuilde omroepen onvoldoende worden gegarandeerd. Hoe loffelijk is dus het streven van deze nos om de natie van het politieke, maatschappelijke en kunstnieuws te voorzien! We moeten het doen met het journaal, Nova en Buitenhof en een enkel, in de stille uurtjes weggepropt kunstprogramma dat het graag van herhalingen heeft. O ja, en niet te vergeten speciale uitzendingen, zoals die in de nacht van 4 op 5 november 2008 over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Je hoefde maar éven naar de bbc, cnn en België te zappen om te ervaren hoe even slaapverwekkend als
beschamend die kostbare nos-vertoning was, die dan ook maar beter snel moet worden vergeten en nooit meer herhaald.
Enfin je moet ergens beginnen en vooral niet te lang doorgaan, pik dus het toppunt van onbeschaamde nos-onbenulligheid eruit. Wat mag dat wel zijn?
De nos acht het wenselijk, en daar sluit ik mij bij aan, de natie ‘s morgens tussen 7 en 8 uur goedemorgen te wensen. Alleen op doordeweekse dagen weliswaar, de 24-uur economie is tot in alle poriën van de samenleving doorgedrongen behalve in omroepland, nu goed daar wil ik nog aan voorbijzien. Best, maar dan verwacht je in dat uur des te meer journalistieke kwaliteit en integriteit, serieuze belangstelling voor wat er in de wereld plaatsgrijpt en waar hij in brand staat en dus voldoende tijd en aandacht voor nieuwsfeiten die ertoe doen. Echter wanneer je als een jezelf respecterend Nederlands onderdaan tenminste zes uur in dromenland hebt verkeerd en je ochtendkrant niet wil afwachten omdat er intussen wel eens belangrijke en/of verschrikkelijke dingen kunnen zijn gebeurd waar je per se over moet kunnen nadenken om je de komende werkdag mentaal, moreel en desnoods fysiek in de metropooljungle goed te kunnen handhaven, dan zul je maar aangewezen zijn op het ochtend nos-journaal van zeven uur en Goedemorgen Nederland: ‘Your wake-up call’!
Lijdt de nos reeds aan het verdwaasde misverstand, voor dit ochtendjournaal aan minder dan vijf minuten genoeg te hebben om mij adequaat te informeren over ‘de toestand in de wereld’, in de daaropvolgende nauwelijks 50 minuten tussen lange reclameblokken door, moet ik het voor achtergronden bij de actualiteiten afwisselend doen met een juffertje wier naam me maar niet wil bijblijven en met ene Sjef of Stef of Lev Kokkelmans, Koklemans of Koekelman. Mocht die naam u niets zeggen, dan loopt u heus achter. Deze vleesgeworden incarnatie van uitsluitend in zichzelf geïnteresseerde presentatoren waar de gehele Nederlandse omroep patent op heeft, heeft de status van Bekende Nederlander intussen ruimschoots bereikt. En wel in die mate, zo voorspel ik, dat u hem uiterlijk vóór januari 2010 zult zien opduiken in een ánder publiek kletsprogramma waar hij zijn romandebuut mag komen presenteren – laat ons zeggen in ‘De Wereld Draait Door’. Dát bar slechte programma bestaat dan ongetwijfeld nog, net als ‘Your wake up call’ natuurlijk (let op de verfijnde smaak om hier een goed-Franse slagzin te gebruiken). Tenminste: het staat nog te bezien of professor Van Nieuwkerk dan nog leeft. Hij zal er tegen die tijd weliswaar helaas nog lang geen genoeg van hebben elk jaar op de eerste plaats te eindi-
gen in de categorie meest hijgerige televisiepresentator, maar u zult moeten toegeven dat de dood, getuige Van Nieuwkerks zelfgewilde moordend programmatempo, óók al ingegeven door niets dan stuitende zelfingenomenheid, hem op de hielen zit. Want sinds Willem Ruys wéét de dood dat de Nederlandse omroepjachtvelden vol smakelijke hapjes zitten. Niets ten nadele van Van Nieuwkerk persoonlijk, maar wat een verkwisting van talent!
Terug evenwel naar die Koeklemans. Zie deze kwast voor de gein eens aan tussen 7 en 8 uur ‘s ochtends. En doe dan vooral het geluid uit. Bestudeer ‘s mans mimiek. Tien tegen één dat u reeds daaraan al ziet dat dit symbool bij uitstek van Nêerlands intellectuele teloorgang zich inderdaad au fond geen ene echte reet interesseert voor wat zijn gasten te vertellen hebben, maar des te meer voor het gestaag opkrikken van zijn eigen imago. En mocht u daaraan twijfelen: zet het geluid dan vooral aan en luister écht! Zijn pseudo-familiaire toontje, doordesemd van het soort glimlachende hufterigheid waar een normaal gezond mens zich voor schamen zou, zegt al genoeg, of uw oren hebben een reinigingsbehandeling nodig. En het ergste is nog dat deze Konkelman eenvoudig niet in staat is om, als is het ook maar voor één keer, een geheel zelfbedachte vraag te stellen. Laat staan dat hij wil weten wat de redactie van Goedemorgen Nederland bewogen heeft om de ‘gasten’ toe te staan (uitnodigen? onzin, dat veronderstelt respect) het belang van hun aanwezigheid in dat programma te komen toelichten.
Kan het erger? Men zou denken van niet maar ja: het kan inderdaad erger. Sjef Koekelmans in gesprek met Jort Kelder, wanneer dat brutale, van eigendunk barstende opneukertje even wat winden mag komen laten over politieke en maatschappijvraagstukken, en dat hoognodig moet worden veroordeeld tot tenminste tien jaar eenzame opsluiting in Reves al enkele jaren leegstaande martelkamertje voor Duitse toeristen.
Wegens bekschuim moet ik dit relaas tijdelijk onderbreken. Tot later, lezer, en gegroet!