[p. 267]
Peter Ghyssaert
Museum
Iets van grote zeggingskracht
was op de muur geklonken. Een metalen
stem, verfrommeld van ontroering,
legde uit.
De gouden kamer uit vervlogen tijden
lag één verdieping hoger. Banen glanzend
in het stof getrokken wezen
eerder nagebootste ontucht aan.
Vervormend was de hitte van voltooid verleden niet,
hoewel suppoosten altijd achterbleven,
hun grijze kant versmolten
in de uitgestalde tijdvakken.
[p. 268]
Diefstal
Verwisselbaar geworden door de dood
schiet hem vandaag een koningsschap te binnen.
Niemand controleert die waan;
men doet maar, ieder voor zich.
Wie denkt te kunnen staan mag dat.
Of hij is generaal geweest, en glanzend
stapelt zich bevordering op bevordering;
voor zijn moeder, één rij verder, ook
iets uitgekiend. Gepuurd uit kasten
van gestorven adel die wordt aangezogen
tegen de onderkant van de zerk.
Bijna het vacuüm van
een leeggeroofd verleden in.