[p. 404]
Peter Ghyssaert
Groeipijn
Als de moeder is verminkt
met grijze haren maakt de zoon
zich klaar om uit te gaan.
Als hij bij het bed staat waar zij ligt
– een witte buik al vastgevroren –
kan hij niet verder
bij haar schoot vandaan.
In haar koud vel is een wak
waarin de ogen liggen, bloot,
beproefd op laatste moederliefde.
Als de moeder dood is
maakt de zoon zich klaar om uit te gaan.
[p. 405]
Hotel
Het licht dat uw lantaarn verlaat
beschijnt de duisternis, een kwaad gezicht,
en dan wie tegenstroom komt lopen
– een plaquette van emoties
wordt u voorgehouden
en uw keuze maakt de avond
tot een groot decor waarin maar klein
de deur van het hotel staat
open op een kier en
u verdwijnt.