Portrait of some actors as one young dog
Under Milk Wood, a play for voices, van Dylan Thomas, is een merkwaardig letterwerk. Men zou het het best een reportage kunnen noemen. Er gebeurt niets, er wordt alleen beschreven wat er op een dag in een stadje in Wales (en niet alleen in Wales) al zo kan gebeuren. Zo’n stadje heeft inwoners. Op deze dag doen zij wat zij gisteren deden en wat zij klaarblijkelijk ook morgen zullen doen. Er gebeurt niets, geen van de personen verandert of maakt iets mee dat hij niet vooruit kan weten. Eigenlijk zijn er geen personen, alleen achtergrondfiguren zoals die in een roman kunnen voorkomen, in de vorm van een terloopse opmerking van de auteur. Alles is achtergrond en daarvoor is een leegte. Wat er gebeurt, wat deze leegte vult, is eigenlijk Dylan Thomas. De omgeving
is een Welsh plaatsje en in ‘Portrait of the Artist as a Young Dog’ staan verhalen, die herinneringen bevatten aan Thomas’ eigen jeugd in een klein Welsh plaatsje. Deze verhalen staan in zeer nauw verband met ‘Under Milk Wood’, maar hier gebeurt niets, het verhaal is er uit, d.w.z. the young dog is er uit, hij is de schrijver geworden en nog wel een passief soort van schrijver, alleen oog en oor, het laatste nog wel het meest. Een dergelijk procédé is aanvechtbaar, maar zoals alle procédé’s in de kunst, staat of valt het met het talent van zijn toepasser. In ‘Under Milk Wood’ staan, zoals in alle werken van Dylan Thomas, typisch Thomistische milde maniakaalheden, er zijn soms nauwelijks gerechtvaardigde romantische uitschieters (het verleden van kapitein Cat is wel wat veel het traditionele ‘landrotten’-beeld van het zeemansleven). Op de beste momenten is het evenwel een ragfijne weergave van de sfeer van het stadje, samengesteld door de bijzonder weinig ragfijne daden en gedachten van de bewoners, zoals die zich voordoet aan de zintuigen en de fantasie van een ‘young dog’.
Het is een hachelijke onderneming om door zo iets een zwaarhoevige kudde acteurs te jagen. Dat was dan ook niet de bedoeling van de auteur, het is een ‘play for voices’. Daarmee kan men natuurlijk in de meest diepe valkuilen der declamatie vallen, maar ook de juiste toon treffen voor de voorbijgaande gedachten van de ‘young dog’, die tenslotte ook niet in alle straten en huizen tegelijk zijn kan. Omdat de zeer korte brokjes leven van de bewoners van het stadje, zonder enig commentaar volslagen onbegrijpelijk zouden zijn, zijn in het stuk twee stemmen gevoegd die vertellen wat er gebeurt. Als een acteur iets doet is het dus al bekend wat hij doen zal, het enige wat voor hem overblijft is te zorgen dat zijn voorkomen enigszins klopt met het beeld dat de tekst ons geeft. Dit is uiterst moeilijk.
Van het resultaat moet ik zeggen, dat het meeviel. Ik weet niet of het wel zo’n gelukkig idee was om de vertelstemmen te vervangen door één verteller, die bovendien nog zichtbaar over de tribune, die op het toneel gebouwd was, rondliep. Zeker is, dat hij bij zijn reportage soms veel te veel drukte maakte, hetgeen nog het practische nadeel had hem moeilijk verstaanbaar te maken. Het is ook wel te begrijpen dat het meeviel, er was een leger van acteurs nodig en de meesten waren maar een paar seconden achter elkaar aan het woord of soms zelfs aanwezig, zodat ze geen tijd kregen om te acteren oftewel acteurderig te doen. Zeker, er waren af en toe pogingen, zoals het pathetische samenscholen van kapitein Cat’s dode varensgezellen om hem heen als hij van ze droomt. Bijzonder potsierlijk was af en toe een poging van iemand (zoals de Organ Morgan) om als hij zijn woorden gezegd had, een treffende ‘exit’ te maken. Alles impliceert toch dat hij gewoon doorgaat, dat er geen enkele periode wordt afgesloten, zoals soms wel in een gewoon toneelstuk. Hij zakt eenvoudig weg uit het bewustzijn van de ‘young dog’ en mag dat vooral zelf niet weten.
Toch, zoals gezegd, het viel mee, in tegenstelling tot wat met vele goede echte toneelstukken gebeurt, als ze tot nonsens worden gemaakt door acteursfratsen. In het décor was de spanning tussen realisme en illusie, die in een strikt genomen onmogelijk weergaafbare situatie als deze nu eenmaal altijd bestaat, wel wat teveel naar de illusie doorgeslagen. Kale planken en wat stoelen en tafels. De acteurs zaten als ze verondersteld werden te slapen ook op de stoelen, maar waarom had kapitein Cat daarbij zijn volle dagcostuum met pet, jekker en laarzen aan? Anderen waren wel in pyama of zo iets. Ook kwam men tot enige inconsequentie in het zichtbaar maken van fantasieën. Vele toeschouwers hadden ongetwijfeld wel ‘Mrs. Dai Bread Two, only dressed in a bangle’ willen zien. En als men van echte borden eet, had Nogood Boyo toch wel met zijn hengel een corset uit de orkestbak mogen ophalen.
Hugo Claus heeft een competente en duidelijke vertaling gemaakt, alleen had m.i. aan de liedjes iets meer zorg besteed kunnen worden. Het spreekt vanzelf dat vele woordtrucjes uit het origineel weg moesten vallen. Ik geloof niet dat iemand die allemaal kan weergeven en toch behoorlijk Nederlands schrijven. Over het geheel was het een amusante avond.
Na afloop ontmoette ik een Fransman die zei: ‘In Parijs zou men dit stuk nooit kunnen opvoeren, het is veel te modern. Roerend hoe eens de gehele mensheid het is in het beoordelen van eigen land.
L.Th. Lehmann