Sybren Polet
Een gemankeerde ruimtereis
1
In een lang interview met Remco Heite (1973) ging ik uitvoerig in op de werking van het kreatieve proces, de konseptualisering en uitwerking en de grenzen die eventueel aan een bewust engagement zijn gesteld.
Daarna noem ik een geval dat ik – en ik citeer nu uit het interview – ‘aan de lijve heb ondervonden dat je niet onbeperkt kunt willen, dat er een limiet is aan wat je je kunt voornemen. Ik herinner me heel goed dat ik eens een lang gedicht wou schrijven, Nieuw Babylon. Ik was een heel vroege bewonderaar van Constant en van zijn konsept New Babylon; was ook een van de eerste liefhebbers in Nederland van konkrete en elektroniese muziek, van SF, enzovoort en een dergelijk gedicht zou me dus niet veel moeite moeten kosten. Maar op de een of andere manier lukte het me de jaren door niet; wel tref je in diverse bundels en boeken van mij nieuw-babyloniese visies aan, futuristiese konsepties van steden en mensengemeenschappen, mensen met nieuwe fakukteiten, bv. in Detective uit Geboorte-Stad, in Konkrete poëzie (Metakonkrete poëzie), in de cyclus Persoon/Onpersoon en o.a. in uitgewerkte vorm in De geboorte van een geest, maar niet één afzonderlijk gedicht dat ik aan Constant kon opdragen. Het spijt me, maar om de een of andere reden zat het er niet in. Was het te bewust gepland? het idee te vaag, te abstrakt, te toevallig?’
2
Het materiaal dat ik ervoor verzameld had, vondsten, regels, fragmenten waren voor een groot deel ondergebracht in de bovengenoemde werken. Wat over was en in de loop van de volgende jaren werd aangevuld bracht ik bij elkaar voor een nieuw groot gedicht, dat niet meer het te smalle of te gerichte tema van Nieuw Babylon zou hebben – dat had ik inmiddels al voldoende aangewend -, maar dat zich zou centreren rond het tema ruimtereis. Van een verbeeldingsreis in de uitwendige ruimte groeide de gedachte naar een reis in binnenen buitenwereld beide, wat ook aan de taal en de beeldvorming veel meer vrije mogelijkheden bood; alleen, ik zat aan een begin vast waar ik niet van kon loskomen omdat ik het zelf prachtig vond. En dit bleek de grootste handicap voor
een snelle verwezenlijking, zodat het me ook niet Inkte het gedicht klaar te krijgen voor de bundel Illusie & illuminatie, hoewel het al in de Persoon/Onpersoon-fase gekonsipieerd was. De titel luidde nu: Tijdreiziger zoekt tijd.
3
Het tema heeft zich inmiddels steeds meer ontwikkeld in de richting van een naarbuiten geprojekteerde binnenwereldse verbeeldingsreis met minder futuristiese elementen; een ruimtereis als genezend bad, met een psychologiese onderstroom: eindeloze ontgrenzing, splitsing in vele identiteiten, ontmoeting van droom- en drogbeelden uit heden en verleden en vervolgens reorganisatie, en-
zovoort, een in mijn werk veel voorkomend tema waar ik blijkbaar niet genoeg van kan krijgen.
Het is de bedoeling dat dit alles in sterk fragmentariese vorm deel zal uitmaken van mijn nieuwe prozawerk Xpertise of De experts en het rode lampje. Hoewel de tekst van het boek grotendeels in een of andere vorm uitgewerkt is kan ik de uiteindelijke versie hier niet bijvoegen, omdat ik uitgerekend dit deel en een paar hoofdstukken waarin Taalfiguren de hoofdrol spelen voor het einde heb bewaard, om beelden en figuren uit de rest van het boek erin te kunnen laten optreden.
4
Het vermoeden dat ik al veel eerder had wordt steeds sterker, dat de voornaamste belemmering bij het uitwerken van het Nieuw-Babylontema was en is dat er in (voor)gedachte vorm een verhaal voor nodig was, een duidelijke fabel, wat te enkelvoudig is voor het soort poëzie dat ik schrijf en de literatuur waar mijn interesse naar uitgaat. Een deel van mijn langere gedichten en gedichtencycli heeft weliswaar een (pseudo)verhaaltema, maar dit is altijd sekundair, dwz. als (pseudo)verhaal gegroeid tijdens het schrijven vanuit een of meer motieven; ook in de uiteindelijke vorm zijn ze springerig en fragmentaries gebleven.
Een tijdreiziger zoekt tijd, maar de kreativiteit eist blijkbaar altijd zijn tol aan tussenwit, invulwit: het kreatieve wit, dat uiteraard iets heel anders is dan het wit als ideaal of einddoel, waar zenboedisten en mallarméanen naar streven: het lege bewustzijn, de witte pagina.