Over dit hoofdstuk/artikel

Trees Dunk

over Frida Vogels


1.
De titel is ontleend aan het openingsgedicht van De harde kern deel 3, Gedichten (p. 7).
2.
Frida Vogels gebruikt in Kanker en De naakte waarheid de naam Berta voor haar hoofdpersoon en in Met z’n drie?n de naam Frida. Mijn beschrijving van de levensloop van de hoofdpersoon is, in tegenstelling tot die in het boek, chronologisch. Om te voorkomen dat ik steeds over zou moeten schakelen, heb ik voor de naam Frida gekozen.
3.
Henk Romijn Meijer wijdde in 1995 in De gids het artikel Hoe leg ik mij uit aan mijn echtgenoot aan het boek. In 1999 verscheen een speciaal nummer van Bzzletin over J.J. Voskuil, Frida Vogels en Bert Weijde. Frida Balk-Smit Duyzentkunst leverde een bijdrage met de titel Zelf doen! aan de bundel Ziektebeelden. Essays over literatuur en geneeskunde (Utrecht 2002)
4.
Bzzletin 264, maart 1999, p. 26
5.
Frida’s moeder is opgegroeid met een stiefmoeder die haar geen liefde gaf (Met z’n drie?n, p. 109)
6.
Het mythische oord uit Het land van herkomst van Du Perron, een van Frida’s iconen.
7.
Elisabeth de Roos, weduwe van de schrijver Du Perron. Deze heeft haar ooit een briefje geschreven dat ze Frida’s Parijse journaal wel wil laten publiceren. Zelf noemt Frida haar gevoelens voor mevrouw Du Perron misschien wel het meest fantastische verzinsel dat ze ooit heeft uitgebroed (Met z’n drie?n p. 529).
8.
Zoals Frida’s vlucht in abstracties een bron van misverstanden is tussen haar en Thijs, zo leidde de abstracte taal waarmee Frida Vogels zich uitdrukt destijds bij veel recensenten tot vage of verkeerde interpretaties van de ramp in Bretagne. Men liet er zich zeer omzichtig over uit:
?Ook de eigenlijke proporties van de misverstanden met Thijs ontgaan mij in zekere zin […]? (Rob Schouten in Trouw, 9 december 1993); ?Bij haar verhaal over de verhouding tot haar broer Thijs is Vogels nog te hevig betrokken om het zonder duisternis op papier te kunnen krijgen[…]? (Henk Romijn Meijer in De Gids, 1995); Arjan Peters rept in zijn recensie over Met z’n drie?n, verwerkt in De ongeneeslijke lezer (2002), vreemd genoeg zelfs met geen woord over de verhouding tussen Frida en Thijs en de ramp in Bretagne, terwijl die toch essentieel is in het boek. Sommigen waren wat explicieter en noemden de verhouding incestueus: ?De lotsverbondenheid van broer en zus nadert op diverse plaatsen de liefde tussen man en vrouw? (G.F.H. Raat in Ons Erfdeel nr. 1, 1995, p. 65). Volgens Jaap Goedegebuure balanceert de verhouding tussen Frida en Thijs ?op het randje van de incest? (HP/De Tijd, 17 december 1993).
Hier en daar werd de plank behoorlijk misgeslagen. Men schreef bijvoorbeeld:
?Deze catastrofe houdt in dat ze, de vakantie in een hotel doorbrengend, niet met elkaar slapen, terwijl ze dat beiden (cursivering van mij) wel willen? (Henk van der Ent in Bzzletin 264, maart 1999, p. 51.); ?In Bretagne gebeurt er uiteindelijk niets tussen broer en zus, waaruit de lezer moet afleiden dat dat juist de bedoelde catastrofe was.? (Cathalijne Boland in Kritisch Lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur)
9.
Ook Frida denkt soms (voor het eerst op zestienjarige leeftijd) dat ze net als oom Thijs zelfmoord zal plegen, wat de grens die ze zichzelf gesteld heeft voor de lezer een betekenisvolle lading geeft.
10.
Rond haar twintigste heeft Frida een korte romance gehad met de 20 jaar oudere Bob. Van frigiditeit was toen geen sprake: ?Ik verbaasde me over zijn verrichtingen, maar kwam aan verliefde gevoelens en fysiek genot niets tekort.? (Met z’n drie?n p. 500) Later vraagt ze zich af waarom toen wel en daarna nooit meer, een vraag waarop ze het antwoord schuldig blijft. Het is wel opvallend dat ze die verhouding had in een periode dat ze in opstand kwam tegen haar moeder.