vervolg Elie Halévy
18 mei 1933
Elie Halévy aan Xavier Léon
…De rede van Hitler brengt ons weer terug in het spoor van de geneefse discussies. Ik beklaag me daar niet over; iedere gewonnen tijd voor het begin van de volgende oorlog is evenveel tijd gewonnen voor de beschaving… Maar het is over vijf of zes jaar, wanneer het machtsevenwicht hersteld zal zijn tussen Duitsland en zijn vijanden, hetzij door de herbewapening van de één of door de ontwapening van de anderen, dat de situatie kritiek zal gaan worden.
20 september 1934
Elie Halévy aan Erienne Mantoux
…Niets is makkelijker dan met de zekerheid van het gelijk te antwoorden op de vraag die U me stelt (kan men communist zijn zonder het dialectisch materialisme te aanvaarden?) U hebt recht communist te zijn en toch geen aanhanger van het dialectisch materialisme. Blanqui was het. Louis Blanc was het; en geen van beiden kenden het dialectisch materialisme. U hebt dus volkomen het recht om, zelfs als U het dialectisch materialisme afwijst, te zeggen dat U de weg van het communisme kiest. U hebt alleen niet het recht om te zeggen: ‘Ik kies de weg van het marxisme.’
Het is de enige vraag die U me stelt geloof ik; de enige waarop ik moet antwoorden. Als U niettemin ‘bekeerd’ in Frankrijk terugkomt, sta mij dan toe U te vragen in welk opzicht en waarom. Is het omdat deze houding Uw sociale werk vruchtbaarder zal doen zijn? Bekeer U dan. Is het omdat het de houding is die, door zijn beginselvastheid, het meest geschikt is om U te ontlasten van iedere verantwoordelijkheid tegenover een kennelijk onvolmaakte maatschappij, en U toestaat om zonder ophouden te protesteren in afwachting van een uiteindelijke omwenteling, en niets te doen gedurende dat wachten op die hypothetische komst van de revolutie? Bekeer U dan niet.
Ik zou U de raad willen geven om, wanneer U vol bewondering bent voor het ‘sublieme’, ‘heroïsche’ schouwspel van het sovjet-experiment (ik begrijp dat erg goed: ik ben zelf ook wel in staat tot die bewondering), eens een tijd door te brengen bij de Skandinaviërs, of zelfs maar bij de Hollanders, en te zien wat men voor het welzijn en de cultuur van de volksklassen kan doen door de ontwikkeling van bepaalde secundaire kwaliteiten, waaraan het de Fransen ontbreekt en waarvan ze het geheim kunnen gaan zoeken zonder de reis naar Moskou te maken.