[p. 630]
Voor Judy
Was ik maar je speelgoedbeer
je sleepte me overal mee naar toe
ik lag altijd bij je in bed
er kwamen kleine beertjes van
Mijn zachte vacht zou je huid strelen
als je boos was, beet je in mijn oor
mijn 2 donkerbruine kraalogen
volgden je op al je tochten
Ik ging mee naar slager, bakker, melkboer
en je hoefde niet alleen naar Griekse les
dat zou het voordeel zijn een beer te hebben
Ik zou parmantig achterop je fietsje zitten
en uit je boodschappenmand koekeloeren
was ik maar je speelgoedbeer
Kees Winkler