Over dit hoofdstuk/artikel

Peter Andriesse

J. Droogleever Fortuyn


1)
J. Droogleever Fortuyn: ?Over causaliteit en vrijheid?, Tirade no. 115/6, juli/augustus 1966.
2)
Dit verschijnsel noemt Prof. A.D. de Groot ?zinsverduistering?. Dit houdt o.a. in het gebruik van uiterst abstrakte begrippen, ?begrippen met een nimbus?, zoals de Vrijheid, het Zijn, enz. De taal wordt niet gebruikt om te verhelderen, maar om, door ondoorzichtige zinsbouw en onzindelijk taalgebruik, stichting te verwekken en indruk te maken op de lezer. Onduidelijkheid en ?diepte? gaan gewoonlijk gelijk op. Als voorbeeld geeft hij het volgende citaat uit Jaspers’ ?Algemeine Psychopathologie?: ?Das Verstehbare ist in sich selber unvollendet, weil es an die Grenze des Unverst?ndlichen, des Gegebenen, des Daseins und der Freiheit (der Existenz) st?sst.? Gelukkig is het de bedoeling dat het niet begrepen wordt.
3)
A.D. de Groot, zie noot 2.
4)
Sartre: de vrije keuze is een dwang waar men niet onderuit kan. ?Je suis condamn? ? ?tre libre.? Kant ziet de vrijheid als gehoorzaamheid aan de in ons werkende zedenwet.
5)
Robert Owen: ?De maatschappij vormt eerst de mens tot misdadiger, om hem daar later voor te straffen.?
6)
De meningen verschillen omtrent de werkelijke naam. Een vergelijkend onderzoekje leverde me de volgende variaties op:
Leibniz, Gottfried Wilhelm, in Elseviers Algemene W.P. en in ?Geschiedenis van de filosofie? van H.J. St?rig.
Leibnitz, F.W., in ?Pattern and Growth in Personality? van G.W. Allport.
Leibnitz, Gottfried Wilhelm von, in ?The nature and types of sociological theories? van D. Martindale.
Leibniz, Gottfried W. von, in ?Het spel van de persoonlijkheid? van B.J. Kouwer en in ?Beknopte geschiedenis der Wijsbegeerte? van B. Delfgaauw.
Leibnitz, Gottfried Wilhelm, Freiherr von, in Gardner Murphy: ?Historical introduction to modern psychology?.
Zou de man wel een naam gehad hebben? Of heeft zijn ?Geist? zo wild gewaaid dat hij niet meer wist bij welke naam hij hoorde?