Over dit hoofdstuk/artikel

W.A.M. de Moor

over J. van Oudshoorn


*
Men zie bijvoorbeeld van elk boek de eerste vijf bladzijden in de VW-editie. In Willem Mertens ‘levensspiegel wordt het sterk personale karakter van de verteltrant benadrukt doordat niet ??n maal de naam Mertens wordt genoemd, tegenover 57 maal ?hij?. In Louteringen komt men op de eerste bladzij 3 maal ?Eduard? tegen, verder niet, en in totaal 60 maal de aanduiding van Eduard met ?hij?. De eerste 5 bladzijden van Achter groene horren zijn niet representatief voor de manier waarop in deze roman het voornaamste personage wordt aangeduid. Immers, met uitzondering van de eerste en vierde alinea van VW II blz. 591, de tweede alinea van 592 en de derde van 594 – in deze alinea’s ontmoeten we de ruim 50-jarige verteller die verder niet meer zichtbaar zal zijn – gaan ze over ?het kind? dat de hij-figuur uit het vervolg van de roman was. Elke naamsaanduiding ontbreekt eenvoudig.
Daartegenover staan Laatste dagen met 20 maal ?De Waal? of ?De W.? – en deze afkorting dunkt mij nog eens extra afstandelijk werkend – tegen 30 maal ?hij?; en In Memoriam met 22 maal ?Ter Laan? tegen 30 maal ?hij?. In deze romans komt de naam van het hoofdpersonage dus zeer veel voor, want veel ?hij?’s staan in ondergeschikte zinnen bij hoofdzinnen met ?De Waal? en ?Ter Laan?, en daarin is de herhaling van de naam stilistisch al zo goed als onmogelijk.