[p. 111]
Wiel Kusters
Infans
voor Lucas, geboren 2003
Wij wachten op de dingen die hij zegt,
het woord waarmee hij straks zijn stem verheft.
(Het denken wordt ons in de mond gelegd
nog voor het lichaam zijn echec beseft.)
Wijzen is geen vinger meer die treft
of een geluid dat zich aan doelen hecht,
noch wat het willen van emoties rest:
woorden vissen waar tevoren werd gedregd.
Wij worden oud. Wat zei je, vraag je mij
en ik zeg soms, ik kan je niet verstaan.
Te vaak nu al voor woorden op een rij.
De taal zal zonder ons wel voortbestaan,
als jij niet meer tegen haar weerstand vecht
en ik mijn tong straks als geen rug meer recht.