[p. 48]
Willem Jan Otten
Bij de dood van Elisabeth Eybers
Elisabeth Eybers is weg.
Heeft het werkwoordvervoegende Noorden
verlaten – waar ze eens is beland,
maar nooit grondig gearriveerd.
Ontheemde Penelope liefdes verklarend
door ‘s avonds het kleed uit te halen,
specialist in het schromelijke missen, hagedis
die haar staartpunten bundelde, regel
na regel ontviel haar een schel –
Elisabeth Eybers is weg.
Weer is zij een evenaar over en nu
naar het halfrond waar de ene verlossende
spreker van die essensiële taal altijd al verbleef.
Gaan weg, was het eerste wat men daar hoorde,
Gaan weg, dat ek van jou kan skryf.