William Cole’s interview met Jakir, Amalrik en Boekovski
Inleiding
In Moskou heeft dit voorjaar de Amerikaan, William Cole, Moskous correspondent van de CBS een interview gefilmd met drie vertegenwoordigers van de Russische democratische beweging: Jakir, Amalrik en Boekovski. Gedeelten uit dat interview werden door de televisie uitgezonden, op 27 juli in de Verenigde Staten, op 2 augustus door de NOS. Als slot van de uitzending was de stem van Alexander Ginzburg te horen via een bandje opgenomen in het concentratiekamp waar hij toen verbleef.
De vier betrokkenen hebben eens te meer blijk gegeven van hun uitzonderlijke moed door zich openlijk tot de wereld buiten de Sovjet-Unie te wenden en de toestand van de dissidenten, mensen die naar niets anders streven dan dat de wetten van de Sovjet-Unie in acht genomen worden, uiteen te zetten.
Jakir, 48 jaar, die van zijn veertiende jaar af dertien jaar in kampen heeft doorgebracht, historicus van beroep, en wel als de leider van de democratische beweging beschouwd, is vrij. Evenals Boekovski, schrijver, die deel heeft genomen aan veel protestacties en zes van zijn 27 jaren in psychiatrische inrichtingen en kampen heeft doorgebracht.
Andrej Amalrik is 21 mei gearresteerd, het proces tegen hem begint deze maand in Sverdlovsk*. Hij is 32 jaar, historicus, auteur van Niet begeerde reis naar Siberië en Haalt de Sovjet-Unie 1984?, die in het Westen uitgegeven zijn in het Russisch en in vele vertalingen.
Alexander Ginzburg, literator, in 1968 tot vijf jaar veroordeeld wegens zijn aandeel aan het Witboek over het proces tegen Daniël en Sinjavski, eerder al twee jaar gehad – kreeg een zwaardere straf.
William Cole is uit de Sovjet-Unie uitgewezen.
Jakir: Toen Daniël en Sinjavski werden gearresteerd waren in ons land veel intellectuelen van mening dat Daniël en Sinjavski er verkeerd aan gedaan hadden hun werk naar het buitenland te sturen. Nadat het proces gevoerd was en de laatste woorden van Sinjavski en Daniël in samizdat – samizdat betekent dat de mensen verschillende dingen die niet gedrukt zijn, overtikken en van hand tot hand laten gaan – waren gepubliceerd, vond er een ommekeer plaats, omdat zowel Sinjavski als Daniël zeiden wat ze dachten, schreven wat ze dachten en zich zelf onschuldig achtten. En veel mensen dachten: inderdaad, waarom moeten mensen wegens hun overtuigingen terecht staan? Waarom moet iemand om wat hij denkt zomaar gearresteerd worden? Dat lijkt veel op de tijd van Stalin, toen mensen de gevangenis in gingen niet eens om wat ze dachten, maar om wat ze verondersteld werden te denken, om wat ze nooit tegen iemand hadden gezegd.
Van die tijd af kwamen er protesten. In de eerste plaats – u heeft waarschijnlijk het Witboek van Galanskov en Ginzburg gelezen. In die dagen groeide de activiteit sterk, dat wil zeggen in de eerste plaats protesteerden vóór het proces velen tegen het feit dat het niet wettig was en achter gesloten deuren gevoerd zou worden.
Daarna, tijdens het proces was de toestand veel veranderd. Was het gedurende het proces tegen Daniël en Sinjavski onmogelijk buitenlandse correspondenten te benaderen – de hulppolitie in burger bracht de mensen meteen op naar de militie – bij de Stedelijke rechtbank in de Kalatsjevskistraat spraken wij allemaal met de correspondenten. Weliswaar werden zij nergens binnen gelaten, maar er waren toch contacten gelegd. En wat wij te weten kwamen gaven wij meteen door aan de correspondenten.
Het proces was afgelopen. Tegen dit proces kwam heel veel protest. Meer dan twee duizend mensen ondertekenden verschillende copieën van protestbrieven tegen het veroordelen van mensen om hun overtuiging.
In diezelfde tijd, tijdens het proces, reikten Larisa Daniël en Pavel Litvinov aan de correspondenten een protest tegen dit proces uit, een oproep tot de openbare mening van de wereld. Dat was de eerste stap, en een grote, waardoor met alle vroegere tradities gebroken werd. Nooit bij mijn leven was bij ons in Rusland zoiets gebeurd,
dat mensen zich tot het Westen richtten met een protest, als in deze verklaring, tegen de wetteloosheid in ons land. Wij vinden dit een grote stap in vergelijking met hoe het was onder het stalinisme. Onder het stalinisme was er altijd een ijzeren gordijn en wist niemand wat hier gebeurde. Er werden miljoenen mensen vernietigd en niemand wist daar iets van. Tegenwoordig proberen we aan iedere arrestatie, ieder ontslag grote openbaarheid te geven.
We beschouwen dit als onze voornaamste rol – de mensen op de hoogte brengen van wat er in ons land gebeurt en van alle wetteloosheid. Dat beschouwen we als de eerste opdracht van onze tijd. Ik denk dat… Ze zullen ons allen, die nu deel nemen aan de democratische beweging arresteren, maar dat is de kwestie niet. Kennelijk arresteren ze ons omdat het de autoriteiten niet zint dat mensen kritiek op ze uitoefenen. De kwestie is dat er geen terug is. Als wij er niet meer zijn, zullen er anderen zijn. Er zijn er al veel, veel jonge mensen. En geen van de zelfstandig denkende mensen in de Sovjet-Unie zal ooit terugkeren naar wat geweest is. Ze zullen ons slaan, zij zullen ons doden, maar desalniettemin zullen de mensen anders denken.
Cole: Hoe bent u er toe gekomen ‘Haalt de Sovjet-Unie 1984?’ te schrijven?
Amalrik: Ik denk dat er drie belangrijke redenen waren waarom ik besloot dit boek te schrijven en te proberen het uit te geven. De eerste was zorg om het lot van mijn land. Al enige jaren geleden begon ik er over te piekeren dat mijn land in de nabije toekomst catastrophes te wachten stonden. En ik heb daar twee keer over geschreven aan de redacties van Russische kranten in Moskou, maar ik kreeg daar totaal nietszeggende antwoorden op en toen besloot ik op andere wijze bekendheid te geven aan mijn denkbeelden. Ten tweede stelde ik mij ten doel, daar naar ik begreep mijn boek in het buitenland zou uitkomen en voornamelijk daar verspreid worden, de gangbare onjuiste opvattingen over mijn land, die in het buitenland, vooral in de Verenigde Staten verbreid zijn, met name alsof er een liberalisering van het sovjetregime plaats zou vinden, te bestrijden. En de derde reden was die van iedere auteur die een boek
schrijft: nu die denkbeelden eenmaal bij mij waren opgekomen, wilde ik het natuurlijk ook schrijven. In werkelijkheid vindt er naar mijn mening binnen het sovjetregime geen liberalisering van het regime plaats, maar verzwakking door ouderdom. Liberalisering zou bewuste hervormingen veronderstellen, terwijl in werkelijkheid het regime gewoon meer en meer de controle op de toestand van het land verliest. Natuurlijk, van het Amerikaanse gezichtspunt uit, oefent het sovjetregime een veel grotere controle op zijn land uit dan laten we zeggen de Amerikaanse regering op haar land. Maar voor een totalitair regime is die controle onvoldoende. Als voorbeeld kan de buitengewoon wijde verspreiding van samizdat – dat is de verspreiding van afschriften van ongecensureerde literatuur – dienen.
Die vindt niet plaats omdat het regime een liberale kijk heeft op dat soort van dingen, of ze bewust toelaat, maar eenvoudig omdat het regime niets aan dit probleem doen kan, hoofdzakelijk doordat het aantal intellectuelen enorm gegroeid is en de rol van de intellectuelen enorm veel groter geworden is. En de intelligentsia kan en wil niet langer genoegen nemen met de miserabele officiële schrijverij die haar wordt voorgezet. Ik geef dit maar als een voorbeeld voor mijn denkbeelden.
Cole: Wat denken de gewone mensen van het regime?
Ik heb veel gesproken met arbeiders en boeren. Volgens mij denken ze tot nu toe nog niet na over deze maatschappij in het algemeen: nou, wij leven blijkbaar nou eenmaal zo, zo is het altijd geweest en zo zal het altijd blijven. Maar tegelijkertijd heerst er zeer grote ontevredenheid over veel afzonderlijke facetten van deze maatschappij. En die kan een heel verschillend karakter dragen. Sommigen zijn ontevreden omdat ze heel erg weinig geld krijgen in vergelijking met anderen, zodat ze niet kunnen rondkomen. Anderen zijn ontevreden omdat ze niets kunnen kopen voor de betrekkelijk hoge bedragen die ze verdienen. De boeren zijn ontevreden over hun rechteloze positie, over het feit dat ze hun dorpen niet mogen verlaten. De arbeiders zijn ontevreden over hun volstrekte afhankelijkheid van de fabrieksleiding. Inwoners van kleine steden zijn ontevreden omdat zij
niet mogen verhuizen – het recht niet hebben om naar grote steden te verhuizen als er in de kleine geen werk is. En langzamerhand begint, bij enkelen tenminste, de indruk post te vatten dat al die afzonderlijke problemen hun oorsprong vinden in de onvolmaaktheden van de maatschappij, waarin wij leven.
En wat tot revolutie kan leiden is de volstrekte domheid van de hoogste klasse, die elke verandering schuwt en die geen sociaal beweeglijke maatschappij toestaat, die tot het uiterste probeert om het uiteenvallen van onze maatschappij in gesloten kasten te handhaven en te bestendigen.
Cole: Amerika wordt iedere dag door de sovjetpers, door radio en televisie afgeschilderd als een land waar iedereen honger lijdt, waar geen vrijheid is en als een vijand. Waarom?
Het regime moet, om zich aantrekkelijk te maken in de ogen van zijn eigen mensen, aanhoudend alle andere landen, vooral de economisch ontwikkelde, in een weerzinwekkend daglicht stellen, en het moet gezegd, dat deze methode nu al geruime tijd effect sorteert. Ik heb zelf b.v. gesprekken tussen Russische boeren gehoord als: kijk es, het leven bij ons is slecht, maar we kunnen tenminste iedere dag aardappels eten, en soms komt er petroleum. Maar hoe leven de mensen in de kapitalistische landen! Daar is waarschijnlijk helemaal niets te eten.
Cole: Wat vonden de mensen in de Sovjet-Unie van de landing op de maan van de Amerikanen?
Ik geloof dat de mensen op verschillende manieren reageerden. Sommigen waren verheugd als over een grote overwinning niet alleen van de Amerikanen, maar van de hele wereld. Anderen konden het slecht verdragen, omdat hun tien jaar lang was ingescherpt dat de eerste man op de maan een sovjetburger zou zijn en dat dat het definitieve bewijs was voor de superioriteit van het socialisme.
Cole: Is het waar dat mensen die het niet eens zijn met de politiek van de regering in krankzinnigengestichten worden gestopt?
Ach, dat is zo, en ik denk dat dat het weerzinwekkendste is dat dit regime doet. Tegelijkertijd lijkt het mij een duidelijk voorbeeld van de volledige ideële capitulatie van het regime voor zijn tegenstanders, nu het regime niets anders overblijft dan hen krankzinnig te verklaren.
Ik ken verschillende mensen goed, die in psychiatrische klinieken zijn geplaatst, en die in ieder geval nu, ontoerekenbaar zijn verklaard. Zoals generaal Grigorenko en Ivan Jachimovitsj, hetzelfde lot bedreigt nu Natalja Gorbanevskaja. Ik wil wel verklaren dat dit volslagen normale en helder denkende mensen zijn. Hun wordt een verschrikkelijk lot bereid: te moeten leven tussen echte krankzinnigen, bovendien voor een geheel onbepaalde tijd, omdat de duur van opsluiting in een gevangenis-psychiatrische kliniek niet vastgelegd wordt in de uitspraak van de rechtbank. Overigens ben ik van mening dat er geen misbruik van macht kan bestaan zonder hen die bereid zijn zich daaraan te onderwerpen. En als wij niet willen dat in ons land de macht misbruikt wordt dan moeten wij dat misbruik bestrijden en niet zeggen – dit regime is slecht, wij lijden enz. Het regime is slecht, maar dat ontheft ons niet van onze schuld dat het slecht is.
Cole: U lijkt nogal ontevreden, wilt u de Sovjet-Unie verlaten?
Ja, ik ben ontevreden met het politieke systeem, maar dit is het land waar ik geboren ben, en ik hoop dat binnen afzienbare tijd alles veranderen zal. Nee, ik wil dit land niet verlaten. Een andere kwestie is dat ik misschien, als ik voor mijn geboorte had kunnen kiezen er de voorkeur aan gegeven had in een ander land geboren te worden.
Cole: Hoe is het leven voor een dissident in een krankzinnigengesticht?
Boekovski: Hoe zien Leningradse speciale psychiatrische ziekenhuizen eruit?
Stel u een gevangenis voor – een oude gevangenis – nog van vóór de revolutie – en die bevat zo’n duizend mensen, voor meer dan de helft moordenaars, mensen die ernstige misdaden hebben begaan in ogenblikken dat ze ontoerekenbaar waren, mensen die echt patiënt
zijn, en voor de rest politieke gevangenen, andersdenkenden voor wie geen artikel in het wetboek van strafrecht gevonden kon worden, die niet anders gestraft konden worden, dan op deze manier.
Het is zo dat de bewoners van dat hospitaal, de patiënten, de gevangenen, mensen zijn die dingen gedaan hebben, die van het gezichtspunt van de autoriteiten uit een misdaad zijn, maar van het gezichtspunt van de wet uit, geen misdaad. En om ze te kunnen isoleren en zo te straffen, verklaren ze deze mensen ontoerekenbaar en houden ze als patiënten vast in een gevangenis-psychiatrisch hospitaal. Er verliep enige tijd voor ik dat begreep en voordat ik kennis had gemaakt met mijn celgenoten. Ik denk dat dit lot het gebruikelijke lot is van iemand die zich zelf wil zijn, die wil zeggen wat hij denkt en handelen in overeenstemming met zijn overtuiging, met zijn denkbeelden. Feiten uit de laatste jaren bevestigen mijn vermoeden. Veel mensen, tientallen, honderden van mensen zijn nu ontoerekenbaar verklaard en overgebracht naar verschillende ziekenhuizen, in hoofdzaak van een bepaald type, zoals die in Kazan, Leningrad, Tsjernjachovsk, Sytsjevka enz.
Om uit die inrichting te komen is beduidend lastiger dan er in te raken. Alvorens er uit te komen moet je officiéél en openlijk tegenover de artsen verklaren dat je erkent ziek te zijn: ja, ik was, ik ben ziek, alles wat ik heb gedaan, heb ik gedaan in een toestand van ontoerekenbaarheid. Het tweede waar je toe besluiten moet is – ja, ik heb verkeerd gehandeld. Je moet verklaren dat je wat je gedaan hebt verloochent.
Ik ken voorbeelden van mensen die, toen ze niet op die manier hun activiteiten wilden verloochenen, vele jaren in dat ziekenhuis hebben doorgebracht. Bijvoorbeeld Samsonov, Nikolaj Nikolajevitsj, een geofysicus uit Leningrad, een laureaat, die daar gewoon vastgehouden werd alleen omdat hij weigerde toe te geven dat hij ziek was. Een andere vriend van me in het krankzinnigengesticht was bijvoorbeeld een Franse communist van Roemeense afkomst, die meer dan tien jaar in Marseille gewoond had en die naar de Sovjet-Unie was gekomen om te leren – om te zien hoe het communisme er in de praktijk uitzag.
Hij kwam in Moldavië op een schoenfabriek en heeft daar lang gewerkt. Het stond hem niet aan dat de arbeiders van de schoenfa-
briek, in de schoenenindustrie, 20 weinig geld kregen. Hij legde zijn medearbeiders uit: we moeten vechten voor beter loon. Zij riepen tot een staking op en hij werd gearresteerd en ontoerekenbaar verklaard. In het ziekenhuis kon hij niet begrijpen wat er met hem was gebeurd, wat zo’n manier van doen van communisten betekende. Communisten en de strijd van de arbeiders voor een beter leven – dat was voor hem nagenoeg een en hetzelfde. Voor hem was het volstrekt onbegrijpelijk. Aan het eind van zijn verblijf in het ziekenhuis begon hij echt zijn verstand kwijt te raken geloof ik, want hij vertelde iedereen dat de hand van het Vaticaan werkzaam was in de Sovjetregering.
Ik had veel vrienden en hun lot, al hun gevallen toonden voor mij aan dat in deze ziekenhuizen hoofdzakelijk mensen terecht komen met zaken waarvoor men ze niet voor de rechter kon brengen. Er was niets waar men ze een proces voor kon aandoen. En de ziekenhuizen zijn gewoon een manier om zich van hen te ontdoen en ze verweg op te bergen, onttrokken aan het oog der wereld.
Het regime van dat ziekenhuis herinnerde aan dat van een gevangenis. Eens per dag luchten. Cellen op slot. Eenmaal per maand bezoek, één brief per maand aan familie, één pakje per maand. Het was absoluut een gevangenisregime. De artsen zelf begrepen dat het geen ziekenhuis, maar een gevangenis was en zeiden dat soms openlijk.
Als een patiënt zich misdroeg kon hij gestraft worden. In dat ziekenhuis was het heel gemakkelijk om iets verkeerds te doen. De straffen waren streng. Er zijn drie straftypen, die in dat ziekenhuis veel voorkwamen. Het eerste type was straf met behulp van medische preparaten. Een preparaat dat denk ik overal bekend is onder de naam sulfasine, wordt gegeven als een patiënt van dat ziekenhuis, een gevangene van dat ziekenhuis, de een of andere overtreding heeft begaan. Laten we aannemen dat hij een arts grof geantwoord heeft, of gezegd dat een arts een beul in een witte jas is. Zo een gezegde is voldoende om een of andere straf op te leggen. Sulfasine is een behoorlijk pijnlijke straf. Je temperatuur loopt op, tot veertig graden Celsius. Je voelt je koortsig, kimt niet opstaan, niet bewegen. Dat duurt één – twee dagen. Als zo een behandeling herhaald wordt dan kan dat een week – tien dagen duren.
De tweede straf is aminazine. Dat wordt gebruikt in de psychotherapie en is waarschijnlijk ook in andere landen bekend. Daarvan voelt de patiënt zich suf en slaperig, hij kan enkele etmalen achtereen slapen en als dit middel regelmatig toegediend wordt kan hij blijven slapen zolang het wordt toegediend.
De derde strafmaatregel is wat wij de wikkel noemden. Dat is het gebruik van nat canvas, lange repen canvas, waar de patiënt van hoofd tot voeten in gewikkeld wordt. Hij werd er zo stijf in gewikkeld dat het moeilijk ademen was en als het canvas begon te drogen, dan kromp het, trok samen en je voelde je nog beroerder. Maar die straf werd voorzichtig toegepast. Bij de toepassing van deze straf was medisch personeel aanwezig dat zich er van overtuigde dat de patiënt niet het bewustzijn verloor. En als zijn hartslag onregelmatig werd, als hij bewusteloos werd, dan werd het canvas waar hij in gewikkeld was losser gemaakt.
In het algemeen werden de medische preparaten op vrij grote schaal toegediend – het was voldoende vreugde, of integendeel verdriet, of enige ontevredenheid of te veel kalmte te tonen. Elke afwijking die de psychiater verdacht kon lijken… eh, hem reden kon geven te zeggen: zie, je bent ziek!, was voldoende om met het toedienen van zulke middelen te beginnen.
Cole: Voelt u zich vervolgd, is u bang opnieuw in een kamp te komen?
Ik kwam in januari 1970 uit het kamp, maar ik gaf mijn overtuigingen, mijn activiteiten niet op. Ik ga door met hetzelfde te doen wat ik vroeger deed. En natuurlijk is daardoor mijn arrestatie waarschijnlijk en iedere dag mogelijk. Ik kan elk moment gearresteerd worden: als ik buitenlandse correspondenten ontmoet, als ik in Rusland verboden literatuur verspreid en in andere gevallen. Het komt er niet op aan welke aanleiding de autoriteiten kiezen voor mijn arrestatie. Voor hen komt de aanleiding er niet op aan. Er bestaat een gezegde in de kampen: ‘Als de man maar gepakt is, is er wel een wetsartikel te vinden.’ Natuurlijk merk ik dat ik gevolgd word. Mijn telefoon wordt afgeluisterd, ik voel dat ik de hele tijd onder observatie sta van de autoriteiten. Als ik iets doen moet, iets dat de autoriteiten niet mogen zien, dan lukt het me wel ze af te schudden. Maar
in het algemeen is het nogal moeilijk allemaal. Ik kan geen werk krijgen dat ik graag doe, al is het maar doordat men te veel van mij weet of doordat in mijn pas een aantekening staat waar iedereen uit kan begrijpen dat ik gezeten heb.
Mij wordt vaak gevraagd wat voor kans op veranderingen er in ons land is? Waar we op hopen met ons werk, hoeveel medestanders we hebben? Die vragen zijn begrijpelijk en gewettigd, maar moeilijk te beantwoorden.
Voor alles dient men te begrijpen waar het wezen van onze strijd in ligt besloten. Het wezen van onze strijd ligt mijns inziens besloten in de strijd tegen de angst. De angst die de maatschappij in haar greep heeft sinds de tijd van Stalin, de angst die tot op heden de mensen niet heeft losgelaten en, dank zij welke alles nog bestaat: het systeem van dictatuur, het systeem van onderdrukking, het systeem van verstikking van de mensen. Juist voor deze strijd tegen de angst spannen wij ons tot het uiterste in. En kijk, bij die strijd is juist het persoonlijke voorbeeld van groot belang – het persoonlijke voorbeeld dat wij de mensen geven. Ik heb zelf gedaan wat ik juist vond, tegen iedereen gezegd wat ik wou – en ik leef! En ik zit nu hier en niet in de gevangenis. Ik leef, ik kan rondlopen en leven. Voor mij en voor veel mensen is dat een heel belangrijk feit. Een feit dat bewijst dat het mogelijk is om te vechten, dat je moet vechten!
Tot slot sprak Ginzburg via een bandje dat in het kamp opgenomen is en naar buiten gesmokkeld.
Ginzburg: In een concentratiekamp op het eiland Leros zijn onlangs door gebrek aan medische hulp zestien politieke gevangenen omgekomen. Hier is maar één dokter, één van de gevangenen. De rechten van de mens worden geschonden. De vrijheid van duizenden mensen wordt bedreigd. Het leven van Milds Theodorakis loopt gevaar. Ik heb pas mijn vriend de Let Jan Kapitrisj op zijn laatste reis begeleid. Drie maanden geleden is de Est Ans Hanson gestorven. Een half jaar smachten mijn vrienden Joeli Daniël en Valeri Ronkin in de Vladimirgevangenis, dat graf voor levenden. Enkele tientallen van onze vrienden zijn het vorig jaar alleen al in Moskou gearresteerd. Kampen, gevangenissen, de dood van onze naasten – dat is wat ons
omringt. En toch hopen wij vol te houden. Wij worden gesteund, niet door de zogenaamde beslissende positie van de Sovjet-Unie, niet door de goodwill van de regeringen van de grote mogendheden, maar door de toorn, het protest, de solidariteit van alle rechtschapen mensen van de wereld, van allen wie de menselijke waardigheid, de democratie, de vrede dierbaar is. In hun vastbesloten nee tegen de hedendaagse barbarij zie ik de ware garantie voor de inachtneming van de rechten van de mens hier en in de hele wereld.
(Inleiding en vertaling: Jozina van het Reve-Israël)
- *
- Het proces tegen Andrej Amalrik is op 11 en 12 november 1.1. gevoerd. Op beschuldiging van ?verspreiding van laster over de Sovjetstaat? heeft de rechter hem veroordeeld, niet, zoals zijn vrouw, zijn vrienden en zijn lezers gehoopt hadden, tot de verschrikkingen van een verbanning, waar hij in de Niet begeerde reis naar Siberi? verslag van doet, maar tot de gruwelen van een concentratiekamp, die Martsjenko in Wat ik zeggen wou heeft beschreven; tot drie jaar verzwaard regime. Hem werden ten laste gelegd zijn in samizdat circulerende boeken, zijn open brief aan de vorig jaar uitgeweken Sovjetschrijver Koeznetsov, en dit t.v.-interview. Amalrik heeft geweigerd de hem tijdens het proces gestelde vragen te beantwoorden, omdat hij het proces onwettig achtte. Wel heeft hij een slotrede van een uur gehouden, waarin hij onder meer de lafheid van de regering, die verspreiding van elke gedachte, elke idee, niet van haar topbureaucraten afkomstig gevaarlijk vindt, hekelde, processen als het zijne vergeleek met heksenprocessen in de middeleeuwen en de regering verweet dat ze zich in ideologische wanhoop vastklampte aan artikelen uit het strafrecht, gevangenissen, concentratiekampen en psychiatrische inrichtingen. Tegelijk met Amalrik is de student Lev Oebozjko veroordeeld tot drie jaar concentratiekamp. Hij was in januari gearresteerd wegens het in bezit hebben van een exemplaar van de brief van Amalrik (die hij overigens niet kende) aan Koeznetsov en van een pamflet, dat vorig jaar door Italiaanse studenten in Moskou was uitgedeeld en waarin de vrijlating van gevangen dissidenten, zoals b.v. Grigorenko, bepleit werd.