Zes dagen onbedachtzaamheid kan maken dat men eeuwig schreit
Toen ik de school uitrende liep ik bijna een paar mensen ondersteboven die in ernstige discussie waren. Het ging natuurlijk over de Beatles (aangezien ik niet weet wanneer het volgende nummer van dit maandblad zal verschijnen is het misschien goed om te vermelden dat dit de naam is van een groepje van vier Engelse jongelui die muziek maken welke door vijftienjarigen en ouderen zeer gewaardeerd werd). Enkele discussianten waren de mening toegedaan dat de zogenaamde ‘fans’ (ofwel: bewonderaars) van dit kwartet moesten worden neergeknald, allemaal. Anderen raadden een tuchtschool aan, maar dan een echte strenge, niet zoeen waarin de psychopathen verwend worden. Maar er waren gelukkig ook bezadigde geluiden. Laat ze hun gang maar gaan, zolang ze ons maar geen kwaad doen, sprak er een die met zijn rode capuchon een verstandige indruk maakte. Laat ze gerust auto’s omwentelen en patatfrietkramen vernielen, zolang ze maar van onze tollen afblijven. Na enig heen en weer praten gaf men hem algemeen gelijk. Och, zo ging dezelfde spreker voort, er is een interessante kant aan dit soort zaken. Enkele vooraanstaande kleuters van de school aan de overkant hebben een studiegroep gevormd die onlangs een rapport heeft uitgebracht, dat er op wijst dat bij elk nieuw geval van massahysterie er onmiddellijk een ‘wetenschappelijk’ rapport verschijnt van een team van sociaalpsychologen en sexuologen, dat de hele zaak verklaart. Er kan bij wijze van spreken geen drol naar een televisie-omroepster worden gezonden of de laboratoria draaien op volle toeren om hem te analyseren. De commissie van de school aan de overkant verklaart dit verschijnsel uit de behoefte bij de wetenschapsmensen om mee te doen, er bij te horen.
We vonden het allemaal heel interessant en we zouden die lui van de overkant eens voor een forum uitnodigen. Toen kwamen de knikkerzakken te voorschijn en begonnen we.
Misschien is het goed als ik even uitleg hoe het komt dat ik zomaar ongestoord het gesprek van deze zesjarigen kon beluisteren. U heeft het natuurlijk allemaal ervaren: sta even bij zo’n samenscholing stil, en direct bazelen ze weer allerlei onsamenhangende taal en beginnen om een autoped te vechten, die ze tot dit doel altijd bij zich hebben. Dit had me allang geërgerd en ik besloot me in hun wereld in te dringen.
De methode hiertoe was betrekkelijk simpel. Eigenlijk werd het zwaarste werk nog verzet door Abbie, mijn lieve echtgenote, die altijd zo’n prima indruk op schoolhoofden maakt. Toen ze dan ook eind augustus van het vorige jaar bij het schooltje in de Tweede Leliedwarsstraat kwam, vond ze daar veel begrip. Zo, heeft uw zoontje zo’n grote schildklier? En is Hugootje daarom
1 meter 85 lang? En toch zo goed bij verder? Wat? Kan hij werkelijk al een beetje lezen en schrijven? Ja, u heeft volkomen gelijk: een gewone school blijft natuurlijk altijd het beste. Maar de reacties van de andere kinderen. We moesten het maar proberen.
We probeerden het en het ging best. Pesten door de andere kinderen was er nauwelijks bij, tenslotte was ik heel groot en sterk. Ik kreeg een grote bank uit de zesde klas, en na een maand durfde ik mijn mond al open te doen, zo gauw leerde ik het betrekkelijk eenvoudige jargon van mijn klasgenoten spreken. Wat heb ik veel geleerd in die maanden! Lezen en schrijven kon ik inderdaad al een beetje, maar wat je in de klas leerde vond ik allemaal erg belangwekkend. En de juf was gewoon een schat. Maar het meeste leerde je toch in het speelkwartier, en voor en na schooltijd. Vooral als er tweedeklassers bij waren kon je heel wat opsteken.
Zo hadden we gisteren in het speelkwartier een belangwekkende lezing van Keesje over de geboortepil. Hij beschreef in het kort de werking van de pil zoals die tegenwoordig bestaat. Die moet een vrouw innemen als ze géén kind wil. Keesje toonde overtuigend aan hoe onzinnig zo’n pil is. En wel om twee redenen.
Ten eerste: waarom een pil innemen als je geen kind wilt? Stel je voor dat er in plaats van aspirine een middeltje was dat je onophoudelijk moest slikken totdat je eindelijk kiespijn wilde hebben. Toch is dat de gebruiksaanwijzing bij de geboortepil.
Ten tweede: waarom moet de vrouw de beslissing nemen? Waarom niet de man? Of nog beter: man en vrouw samen. Keesje stelde voor om naar een pil te zoeken die men moet innemen als men wèl een kind wil. De man zou die bijvoorbeeld bij zich moeten dragen en hem na onderling goedvinden aan zijn vrouw toedienen. Dat was een voortreffelijk idee, maar Keesje bedierf het een beetje door met een nogal fantastisch plan te komen om voor deze toediening de urineafvoeren van man en vrouw (die inderdaad een opvallend verschil vertonen) te benutten. Na enig proberen kwamen we tot de conclusie dat dit technisch onmogelijk was. Maar het principe van zijn idee vond alom bijval.
Vanochtend vond in het speelkwartier een nogal verhitte discussie plaats over de vraag hoe we de macht in de staat moesten overnemen. Verschillende klasgenoten bepleitten directe methodes en inderdaad zouden we met onze kleine gestaltes heel wat sabotage kunnen uitvoeren. Maar Piet waarschuwde terecht: de politie. De tieners, waarvan nota bene nog niet eens vast staat dat ze een revolutie willen (we achtten het niet onmogelijk dat ze uit louter domheid zoveel onrust veroorzaken), de tieners worden al gemassacreerd. De vorige dag nog was er in Soest een jongen door een agent neergeschoten, zogenaamd per ongeluk natuurlijk, omdat hij een bromfiets had gestolen (dat stond tenminste in de krant, maar juridisch was die diefstal nog niet vastgesteld). Stel je voor dat ze ons voor elke gestolen step gaan vermoorden. Op dezelfde dag was er trouwens op klaarlichte dag
een etalage van een juwelier in de Leidsestraat leeggeroofd. De politie had zich toen op het geluid van rinkelend glas en schoten in de zijstraten verborgen. We besloten de machtsovername langs de geleidelijke weg te doen. Iemand stelde voor dat ik als spion bij de grote mensen zou gaan, maar daar voelde ik niets voor. Ik ga vast over naar de tweede, en als Abbie het goed vindt, ga ik graag nog een jaartje.
Tenslotte werd een duivels plan geaccepteerd, dat ik niet in bijzonderheden mag meedelen, maar dat in grote trekken hierop neerkomt: we zullen heel gewoon, alsof er niets aan de hand is, ouder worden. Voortdurend blijven leren, en de ouderen scherp in de gaten houden. De eerste klap is een daalder waard. En dan, als we zo tussen de dertig en de vijftig zijn, nemen we de macht over. Het leger, de waterleiding, het onderwijs, de televisie, geleidelijk aan bezetten we alles. En dan zult u er van lusten.
Hugo B. Corstius