[p. 334]
een plek van woorden
zinnen als jagende uitlopers
zinnen achter de schietgaten van muren
zinnen de muren zelf
er moet een rivier zijn onzichtbaar binnenkomend
mijn zinnen drenkend
en buiten wacht de vijand al jaren op overgave
[p. 335]
Het meisje kreunde als ze mij op afstand zag
haar armen als in kinderdans verwachting
haar jurk een los rood hemd over de schouders
naderde onwillig getrokken
mond wijd, ogen van aanstaande pijn
diep plezier greep mij om ‘t midden
de brandklok luiden
kinderen strooien als vlokree f ten in de groene wieren
zwaar gek is Maria, zei haar vader
nam haar bij de hand
en van mij weg
[p. 336]
Even knot als de olijfboom
grijpen wrompele handen
van de man naar God
zo weinig vrijheid tussen pijn en pleasure
de smalle weg naar het niet-stoten
Zo leeg zei de dame
het leven van non en monniken
geen kinderen die weer kinderen kunnen
Leeg leven of zwaar (als de dikke broeder)
het spat als vonken snel verdovend
bij goede brand of bij het minste beven
van de vermoeide huid der aarde
[p. 337]
rongés par la mer
they got a beautiful surface
euphemisme voor
rongés par les vers, par éponges calcaires
boormossels, ruwe koralen
de vorm is niets, de huid is het wat telt
vingerafdrukken van Poseidon
maken romeinse copieën
van de vervelendste periode der grieken
stompzinnig klassieke marmers
tot onnavolgbare scheppingen
het levende vlees is minder sterk
opgevreten door zenuwen
die een kwaadaardig eigenworms leven gaan leiden
het stuiptrekken van leden en zinnen
de wil wordt een grillig bergbeklimmer
valt in putten van angst, van woede
van een oververtederd, verteerde gevoeligheid
heel ver teruggaan
archaïsch beter dan klassiek
groter rust nog in de violenvormen der Cycladen
[p. 338]
hooghartig is de nacht
hoog boven mij spant zij haar bogen
om een nieuw rijk te veroveren
ik loop over het keienstrand der beek
kleine plevieren vluchten
ijl als hun fluitgeluiden
met de stroom mee
de felle maan
is een uitwijzend teken
[p. 339]
het ketsende kwaken der kikkers
het treurig fluiten der kleine uilen
de maan een koud brandpunt
nacht zonder oplossing
het troostend kabbelen van water
dat de skeletten schoon vreet
Lees de Tirade Blog
Kamervrees
Utrecht, 16 december 2024 Beste Izaak en Ties, Na jullie aandoenlijke bekentenissen over ernstig drugsgebruik betreur ik het eerlijk gezegd niet dat ik jullie nooit tijdens een ongedwongen duinwandeling tegen het lijf ben gelopen. Ja, gelukkig troffen we mekaar pas binnenboezemlijk in een later, meer gerijpter stadium, als ik dat zo mag zeggen? Die gloeiende...
Lees verderEen vreemdeling op bezoek
Amsterdam, 5 december 2024 Lieve Izaak, ‘U hebt gezien dat het niet gemakkelijk is de tekst met de ogen te ontcijferen; onze man ontcijfert hem dan ook met zijn wonden.’ – Kafka Rond deze tijd van het jaar wordt het Vondelpark voornamelijk nog enkel als doorgang gebruikt. Op de in mutsen en wanten gestoken toeristengroepen...
Lees verderDe olie en het woord
‘Met als uitzondering de Koran, zag ik nergens woorden op papier.’ Heeft een toerist recht van spreken? Mag hij oordelen? Wij maakten een korte reis door een ver, vreemd land. We wisten er al het een en ander van: veel olie onder het zand, vrouwen als tweederangs burgers, het staatshoofd laat een onwillige journalist in...
Lees verder
Blog archief