[p. 425]
Zevensprong
G.J. Resink
Rizoforen
Leer van de avicennia’s, die uit het gewroet
van krab en slak en eb en vloed naar ‘s hemels gloed
de ademwortels blijven richten hoe ook gij
uit oerslijm stulpend naar de vuurvlieg reiken moet.
Bij tuberoos en tropenmaan
Aan alle schijn in deze maneschijn
en rozengeur valt niets meer toe te doen:
nooit was een avond van ons samenzijn
zo wolkeloos, zo los van elk seizoen.
Landelijke bijslaap
Geef mij de bijslaap in het binnenland,
omgeven door de kussens van de bergen
en het muskietengaas der vaste sterren,
met een planeet als nachtpit bij de hand.
Byzanconstantistanbul
Hier is in God geloofd waar men de maan
over Bosporus en kerken ziet gaan
en waar bij borsten van moskeeënkoepels
de minaretten in erectie staan.
[p. 426]
Bloeiende cactus
Zij was zo lief als ik maar hebben wou:
alles inéén, oermoeder, kind en vrouw;
vol duizenden geslachten in de vouw
der kelkschede – nachtschone, nat van dauw.
Le ciel, c’est l’autre
Wij lagen lip om lip en dij op dij,
verstrengeld in eenzelfde makelij
als molekuul en melkweg, tong aan tong
in een heelal alleen voor jou en mij.
Herbebossing
De natuur gaat hier weer in volle glorie
haar gang, want de tijd dat zij godverdorie
in cultuur moest worden gebracht is voorbij.
Een mens leeft in haar marges pro memorie.