[p. 441]
Zomeravond
Avondkoelte treedt binnen
buiten gieren de zwaluwen
de bloemen geuren sterker
ik drink een glas tonic
Judy was vandaag aan ‘t strand
zij bracht de zilte zeewind mee
en een mooi verbrand ruggetje
ik kuste haar verwaaide haren
Het was te warm om te werken
ik lummelde de hele dag
gezeten achter mijn bureau
Nu puffen wij uit in de koelte
de nachtwind komt onmerkbaar
we zijn tevreden en gelukkig
C. Winkler