De in december verschenen essaybundel Niets heb ik van mijzelf van Willem Jan Otten, Kees Verheul en Clay Hunt, is besproken in NRC Handelsblad. Guus Middag noemt het essay van Kees Verheul ‘een van de beste essays van een van de beste essayisten van dit moment’. Een van de andere beste essayisten is volgens hem Willem Jan Otten. Lees hier het complete artikel.
Eerder al werd het boek door Wim Brands in de VPRO Gids uitgeroepen tot het beste boek van 2009.
Er bestaan zo verschrikkelijk veel boeken,dat je soms zou willen dat je iemand hebt die je persoonlijk door de literatuurgeschiedenis leidt. Librisprijs- en Constantijn Huygensprijswinnaar Willem Jan Otten constateerde op zeker moment dat de kritieken die Kees Verheul in de jaren ’80 en ’90 schreef, voor hem leidend geworden waren: Verheul was zijn gids, zoals Vergilius dat voor Dante was. In het eerste deel van deze ‘leestriptiek’ verklaart Otten zijn bewondering voor Verheul in een abecedarium.
Het tweede deel van deze ‘hommage aan het lezen’ is van Kees Verheul. Hij schrijft in het essay ‘Poetic Passion’ over zijn leermeester Clay Hunt, die in 1957 Verheuls docent was aan Williams College, Williamstown, Massachusetts. In het laatste deel komt Clay Hunt vervolgens aan het woord, in een essay dat hij schreef over het gedicht ‘Hymn to my God, my God in my Sickness’ van de zestiende-, zeventiende-eeuwse Engelse dichter John Donne. Het essay en het gedicht werden vertaald door Sjaak Commandeur.
Lees een bespreking van het boek op de website van Athenaeum, geschreven door Esther Wils.