Het lichaam dat in deze bundel essays centraal staat, wordt uit elkaar gehaald, geanalyseerd, verlengd, weer in elkaar gezet, en soms zelfs gewichtloos gemaakt. Dat levert fascinerende stukken op die de lezer bij vlagen ongemak bezorgen. De auteur wil in haar jeugd het liefst géén lichaam hebben en voelt zich meer een tussenmens. Later zal ze vaak uit haar lichaam verdwijnen en onbereikbaar worden. Gaandeweg krijgt ze vrede met haar lichaam. Maar echt houvast vindt ze pas in het water waar ze dagelijks zwemt, in alle mogelijke omstandigheden. In de zwemstukken onderzoekt ze de grenzen van haar lichaam, en overschrijdt die af en toe.
Ze ontdekt dat haar afzonderlijke lichaamsdelen, zoals botten, ogen en tanden, nauw verbonden zijn met identiteit. Dat geldt ook voor verlengstukken van het lichaam, zoals de pijp en het schaakspel van haar vader. En het gaat zelfs op voor iets wat zo ongrijpbaar en vluchtig is als iemands bewegingen, of haar eigen schaduw.
Melani Reumers (1967) studeerde ooit af in de geofysica. Via allerlei omzwervingen belandde ze aan het andere uiterste van het spectrum, bij het vertalen van literaire teksten uit het Spaans. Daar ontdekte ze het schrijven, van verhalen en essays. Eind 2022 studeerde ze af aan de Schrijversvakschool. Haar essays werden gepubliceerd in onder meer De Gids, Liter, en Dietsche Warande & Belfort.