Op het gezicht van dit meisje trof ik
mijzelf met verbazing aan
in een verouderd lichaam, achter tralies
van rimpels, in een mist van zorg.
Zij was niet mooi, wat men daar ook
soms onder mag verstaan, alleen verlegen
met haar toekomst, mij reeds welbekend.
Uit: J.A. Emmens, Gedichten en aforismen