De nieuwe roman van Nico Dros Oorlogsgsparadijs is verschenen.
In het najaar van 1942 begint een jonge arts zijn werk als assistent in het noodhospitaal van Texel. De ondergrondse heeft hem een nieuwe identiteit en persoonsbewijs gegeven nadat de Duitsers hem bij verstek ter dood hebben veroordeeld: Luc Walraven heet hij vanaf nu.
De bezettingsmacht op het eiland bestaat uit soldaten die mogen bijkomen van beproevingen aan het front. En daarnaast zijn er de legioenen van uitheemse
krijgsgevangenen die in Duitse dienst zijn getreden. Er is geen ss, geen Grüne Polizei,geen terreur. Op Texel verblijven honderden onderduikers van het vasteland, maar ze worden met rust gelaten.
Voor Luc Walraven ontpopt het eiland zich tot een klein paradijs. Hij is er kostganger bij een hartelijke boerenfamilie en wordt verliefd op dochter Mila. Het ziet ernaar uit dat de eilanders, ver van het front, zonder ontberingen het einde van de oorlog kunnen afwachten. Maar dan, begin april 1945, luidt een nachtelijk bloedbad de opstand van het Georgische bataljon in. In de weken daarna verandert het lieflijke eiland in een onbeschrijflijk inferno.
Voorjaar 1962 – een nieuwe oorlog dreigt – krijgt de man die ooit Luc Walraven heette een brief van een Texelse vrouw, die hem na al die jaren naar het eiland doet terugkeren. Het is onvermijdelijk de gebeurtenissen van voorjaar ’45 onder ogen te komen. Hij weet niet welke herinneringen meer pijn doen: de gruwelijkste of juist de mooiste.