‘Met al zijn coquetterie naar de filosofische katheder blijft Prometheus het levenswerk van een mens, niet van een specialiste; het is in laatste instantie een pamflet, dat scherp partij kiest en langademig uitspint, omdat het één ding tot het bittere einde moet zeggen; het legt getuigenis af van een belezenheid, die tot iets gediend heeft. Ik zag hier een koppige streep door mijn filosofisch kasboek getrokken, die persoonlijk groepeerde, wat in mijn academische hersens chaotisch dooreenlag; hier organiseerde iemand, hier deden de parolen “individu” en “collectiviteit” de enige plicht die men van parolen kan vergen: zij waarschuwden de lezer, dat hij van het begin tot het eind partij moest zijn.’ – Menno ter Braak over Prometheus
Prometheus is een boek dat telkens weer kan zijn wat het voor Menno ter Braak geweest is: een ‘bevrijding’ voor mensen, die nog in bepaalde denkschema’s vastzitten, een overhoop halen van alles, dat bij hen nog kritiekloos en onpersoonlijk gerangschikt is. Prometheus biedt voor oude denkvormen een nieuwe, voor een verstarde dogmatiek een beweeglijke dialectiek. Hier is iemand aan het woord, die bezig is zich van vooroordelen te ontdoen, die ‘zich bevrijdt’. Het is de oefening van een ‘vrije geest’, van belang voor ieder, die in het functioneren van vrije geesten belangstelt, of er zelf een worden wil. Men leert er niet van: Hegel, of de dialectiek, of hoe de maatschappij in elkaar zit. Men kan er van leren ‘zich te bevrijden’ van dogma’s en stelsels, van oude en nieuwe boeken, ook van Prometheus.