Op een dag krijgt Nicola geen geld meer voor haar bacterie-onderzoek, terwijl ze iets groots op het spoor denkt te zijn. Op min of meer hetzelfde moment wordt ze volkomen onverwacht verlaten door haar geliefde. Dat verlies brengt eerdere verliezen naar de oppervlakte en brengt tevens verloren verlangens bij haar terug. Ze ontmoet Louis, een man van wie ze volkomen in de ban raakt. Ze bespioneert hem en dringt buiten zijn medeweten zijn huis binnen – een relatie ontluikt. Zowel met Louis als met de Leptotrichia animalis in haar laboratorium gaat Nicola haar goddelijke gang en lapt ze regels en normen aan haar laars.
In het oog is een roman over iemand die floreert als onderzoeker, maar zich het comfortabelst voelt als ze zelf in de schaduw blijft. Het is een roman over kijken en gezien worden, over bedrog, macht, machteloosheid en verantwoordelijkheid – in relaties en in het werkzame leven. En, bovenal, over de helende kracht van de liefde.