403, juninummer 2004
Iedereen die weleens een boek aanschaft, bouwt gaandeweg een bibliotheek op. Iedereen die zijn bibliotheek overziet, kent het knagende gevoel dat dit ‘het’ niet is. Nog lange niet, of nog net niet. Wat is uw ideale bibliotheek? Tirade start een nieuwe reeks essays: een reeks over materie en verlangens. Het spits wordt afgebeten door Rob van der Linden, die vertelt hoe bij ieder boek de muziek en de meisjes blijven nazeuren.
Pierre Vinken schrijft over Eillert Meeter (1818–1862) journalist en redacteur van fel republikeinse periodieken. Zijn toenemend radicale opvattingen leidden voortdurend tot aanvaringen met autoriteiten en justitie en na zijn dood vielen hem kwalificaties als ‘schendschrijver’, ‘roddeljournalist’, en ‘gewetenlooze schotschrijver’ ten deel.
Een debuut: gedichten van Maayken Koolen. Verder nieuwe gedichten van Peggy Verzett en Het huis van de schilder van Wiel Kusters.
Wim Hofman schrijft over een vogel met almaar doorgroeiende bek en poten, vliegen en vraatzuchtige maden en andere ongezellig- en onvolkomendheden…
Alexandra Pareira confronteert in haar verhaal ‘De Dienstmaagd’ de onvolgroeide dienstbode Lily met het fantasierijke jongetje Anne. ‘Over Lily vertelde hij een keer dat hij haar op een koude maandagmorgen gezien had in het stadspark, gekleed in een zwart kostuum met een hoge hoed op. Ze dwaalde langs de vijvers, waarin een paar gekortwiekte eenden dreven.’
Eli Hamel laat in zijn debuut ‘Proloog’ zien hoe iemand in zijn eigen huis bedreigd wordt: muren beginnen te dansen, de keuken laat niemand toe, papier valt uiteen, logés sluiten hem buiten en plotseling verschijnt er een hem wezensvreemd nieuw meubelstuk in zijn woonkamer.
In het verhaal ‘Het jubileum’ van Peter du Gardijn bezoekt een jongen met zijn moeder en grootmoeder het kerkhof waar zijn vader begraven ligt: ‘een uitheems landschap vol rechthoekige stenen met letters erop. Je had ze in soorten en maten, als dinky toys, en ze waren vooral een kwestie van geld. Kies maar, de mooiste is voor jou ’
Manet van Montfrans vertelt over Franse schrijvers als Pierre Bergounioux, Francois Bon, Pierre Michon en Jean Rouaud, die getuigen van hun jeugd in een verdwijnende plattelandssamenleving. Zo schreef Bergounioux een roman waarin de dialectsprekende hoofdpersoon zichzelf Frans leert om zich in een grotere wereld te kunnen bewegen: Een stap en dan de volgende. Marianne Kaas vertaalde fragmenten uit deze roman.
Prijs:
€ 12,50
Uitverkocht