418

TIRADE 418 jaargang 51 Nr 2 mei 2007

BESCHOUWINGEN
Jan Fontijn las Un captif amoureux van Jean Genet, waarin de Franse schrijver vertelt over zijn betrokkenheid bij – onder andere – de Palestijnse bevrijdingsorganisatie. Fontijn raakte dusdanig onder de indruk van de keuzes die Genet in leven en schrijven maakte, bijvoorbeeld van diens inzicht dat het in het leven uiteindelijk gaat om de ‘eenzaamheid om precies gelijkwaardig te zijn aan elk ander’, dat hij Genets aangrijpende verslag ‘Vier uren in Chatila’ vertaalde.
Tijs Goldschmidt ontbijt iedere ochtend met uitzicht op een schilderij ‘De enveloppe’:
‘Een enveloppe, die niet op reis zal gaan en nimmer bevlekt, gedeukt of verfrommeld zal raken.’

BRIEVEN
Ronald Bos vertaalde de hartstochtelijke briefwisseling tussen Marina Tsvetajeva en Rainer Maria Rilke: ‘Liefste, alles weet ik al. – van mij naar jou – maar voor veel is het nog te vroeg. Iets in jou moet nog aan mij wennen.’

PROZA
Tania Heimans debuteert met ‘De benenwagen’: een sprookjesachtige vertelling vanuit een verre wereld waarin Mets zijn benen gaat terughalen in het moeras van het kwaad.
In ‘Flamenco notities’ van Christine Otten verlangt een journaliste in Detroit naar de New Yorkse geliefde die haar afwees: ‘Denk je nu werkelijk dat ik verlegen zit om de eerste de beste witte journaliste die zich denkt te herkennen in onze geschiedenis?’

POËZIE
Nieuwe gedichten van Wim de Roo, Victor Schiferli, Anton Korteweg en Leo Vroman.