Dagboek 1962-1963

Frida Vogels, die zichzelf in haar dagboeken op onvergelijkbaar openhartige wijze onderzoekt en ontleedt, schrijft in dit vierde deel dat haar dagboek eigenlijk helemaal niet persoonlijk is, omdat ze zelden partij kiest en zich daarom niet duidelijk uitspreekt. Ze is dan begonnen Kanker te schrijven, een verhaal over oplopende emoties en familieschandalen in een Zuid-Italiaans boerendorp, dat uiteindelijk terecht is gekomen in haar roman De harde kern.

Haar dagboek is losser van toon dan De harde kern, maar toont ook spanning en onmacht van de schrijfster. Enerzijds is er haar groeiende wil om een eigen plaats in te nemen in de wereld waarvoor ze gekozen heeft – haar huwelijk en leven in Italië met E. – anderzijds haar soms obsessieve drang om zich af te sluiten en te verbergen. Ze neemt nu zelf deel aan de gesprekken die ze beschrijft, spreekt oordelen uit brengt zichzelf in het geding, maar ze zit ook uren alleen in haar kamer te schrijven of niets te doen en maakt bijna heimelijk lange wandelingen.

Dit dagboek bevat de jaren 1962 en 1963: in dat laatste jaar verschijnt Bij nader inzien, de grote roman van Frida Vogels studiegenoot en vriend J.J. Voskuil. Uit haar dagboek blijkt dat Vogels dat boek vooral bewondert omdat het tot partijkiezen dwingt: vóór of tegen de schrijver, vóór of tegen zijn personages.

Bij het vijfde deel is een personenregister toegevoegd. Hier vindt u het register ook als pdf.