Rutger Kopland
Het mechaniek van de ontroering
Behalve poëzie, van zijn debuut Onder het vee (1966) tot en met Geduldig gereedschap (1993), heeft P.C. Hooftprijswinnaar Rutger Kopland in de loop der jaren ook veel proza geschreven óver poëzie en over kunst in het algemeen, in het bijzonder beeldende kunst. Zijn werk als psychiater en wetenschappelijk onderzoeker heeft hem ook aan het denken gezet over de verwantschap tussen poëzie en wetenschap, in het bijzonder de psychiatrie. In Het mechaniek van de ontroering bundelt Kopland na ruim vijfentwintig jaar zijn beste stukken.
Het centrale thema in dit boek is de esthetische ervaring. Kopland zelf zegt het zo: ‘Ontroering heeft iets buitengewoon intrigerends. Wat is het toch dat een grap, een vondst, een gebaar, een foto, een schilderij, een paar regels, dat die iets teweeg kunnen brengen, iets onverhoeds kunnen laten gebeuren dat lijkt op het losspringen van een slot. Een op het eerste gezicht onbetekenende sleutel past op een slot waarvan je niet wist dat je dat in je omdroeg. Ik ben al lang nieuwsgierig naar die sleutels en die sloten, dat mechaniek van de klik.’
In verschillende toonaarden, variërend van ernstig tot hilarisch, becommentarieert Kopland zijn eigen werk als dichter en wetenschapper, wijdt hij een beschouwing aan het werk van de schilder Jan Douwe van Willigen en bespreekt hij het werk van andere dichters als Kouwenaar, Bernlef, Van Deel, Vroman, Schippers, Kousbroek en Lodeizen.
Prijs:
€ 16,45
Uitverkocht