Misschien kwam ik uit de bergen, misschien uit het laagland. Ik weet het niet meer. Misschien uit de stad, maar ik zou niet weten uit welke stad in welk land. Misschien kwam ik uit de buitenwijken van een stad waar ook anderen vandaan kwamen of een stad waar alleen ik vandaan ben gekomen. Wie zal het zeggen? Wie bepaalt of het regende of zonnig was? Wie zou het zich moeten herinneren? Ze zeggen dat er aan de grens vanalles gebeurt, maar niemand weet aan welke grens. Ze hebben het over een hotel daar, waar het niet erg is als je je koffer bent vergeten, er staat een andere klaar, groot genoeg en alleen voor jou.
Uit: Mark Strand, Bijna onzichtbaar