Door Wouter van Oorschot
Dat Max Pam poseert als denker, is al ergelijk genoeg, omdat hij het niet is. Uit de tijd dat hij NRC Handelsblad onveilig maakte totdat hij er eindelijk terecht de bons kreeg, hoeft men immers als voorbeeld uit honderden maar het bedenkelijke ‘Briljante homopulp’ (15 januari 2005) te vissen, waarin hij meldde dat de reality soap Herken de homo (hetero-meideken moet uit vijftien mannen als laatste de hetero pikken om 1 miljoen te winnen), op de ultieme homo-emancipatie neerkwam, om te beseffen hoe treurig het met Pams eruditie gesteld is.
Des te vervelender dat Pam intussen alweer geruime tijd zijn columinstengebrei mag afscheiden in de Volkskrant. Ik sla zijn stukkies in die terecht veelgelezen krant dan ook altijd over, behálve wanneert iemand me erop wijst dat Pam zijn fikken uitsteekt naar iemand die mij lief is. Dit gebeurde twee dagen na zijn halfhartig tegen P.C. Hooftprijslaureaat Willem Jan Otten gerichte, malicieuze braakseltje ‘Voor een prijs moet je ergens mee worstelen’ (18 december, p.34).
Na te hebben vastgesteld dat ‘in Nederland de culturele elite grotendeels door de overheid gesubsidieerd wordt’, haakt Pam in op Ottens ironische antwoord ‘Ik heb meer prijzen dan lezers’, dat deze na het bekendworden van ‘zijn’ P.C. Hooftprijs gaf aan de Volkskrantverslaggever die hem blijkbaar had voorgehouden dat hij geen bestsellerschrijver is. Wat schrijft Pam? ‘Een schrijver als Otten zou in Amerika weinig kans hebben het vredige leventje te leiden dat hij in Nederland leidt. Wie daar boeken publiceert die niet verkopen, kan gaan werken bij Pizza Hut. Dat kun je barbarij vinden maar misschien werken al die overheidssubisides helemaal niet kwalitatief verhogend. […] Kortom Willem Jan Otten heeft alles waardoor hij bij Nederlandse literaie jury’s zo geliefd is: hij schrijft keurig, hij worstelt met vraagstukken des levens en hij verkoopt niet.’
Dat Pam als denker niet deugt, wisten we al, maar dat hij ook als mens niet deugt, kan thans eveneens worden vastgesteld. Immers, waar Pam hier lafhartig want niet recht-door-zee suggereert dat Otten sinds jaar en dag een door de overheid gesubsidieerde schrijver is (onjuist maar het was Pam teveel moeite dit uit te zoeken want stel je voor dat hij zijn eigen luidenkerij tegen het lijf zou lopen) is wel degelijk bekend dat hijzélf van 1 februari tot 30 juni 2007 in het zwaar door de overheid gesubsidieerde NIAS instituut te Wassenaar heeft doorgebracht, heel deftig als writer in residence nog wel, om aldaar een boekje bijeen te krabbelen over de moord op Theo van Gogh dat hij blijkbaar thuis niet schrijven kon. We zijn intussen zes jaar verder en dat boekje is er nog steeds niet. Wanprestatie? Of heeft Pam ter bekostiging van zijn verblijf in het NIAS wellicht pizza’s gebakken voor de andere zwaar gesubisideerden, bij wie hij zegt ‘wel eens naar binnen te turen’ ?
Laat meneer Pam vooral doorbrabbelen in zijn pose van zelf uitgeroepen ‘grootste cultuurdrager sinds Erasmus’ (Reve). Laat hem echter met dit vat boter op zijn hoofd óók zijn mond houden jegens Willem Jan Otten, die met zijn pen blijkbaar toch zóveel verdient, dat hij vrijwillig subsidie versmaadt die Pam, zodra het hem goed uitkomt, zich maar al te graag laat aanleunen.