Waar ik ook ben, soms ben ik ineens weer
bij de Belgische grens, aan het liften naar Frankrijk.
De weg is de hoofdweg, maar lijkt op een zijweg,
één, twee, drie huizen staan braaf in hun tuinen.
In de bocht wuift een boomgroep. Het is doodstil.
Ik wacht op haar. Drie vogels landen.
In de heggen beweegt zich een ruisende wind.
Overkomst dringend gewenst.
Uit: J.A. Emmens Gedichten en aforismen