Zes wenken voor muggen aan de deur is de vierde dichtbundel van Peter van Lier, de dichter van ‘de verwondering en het alledaagse’. In deze bundel identificeert hij zich met uiteenlopende dieren: de muggen uit de titel, plattelandsbewoners als reigers, mollen en paarden, maar ook platvissen, loopvogels en vogelbekdieren, babyaapjes en zeekoeien. In dieren treft Van Lier een combinatie van onschuld en onvolmaaktheid aan die raakt aan zijn kijk op de werkelijkheid: vaak onschuldig aan de buitenkant maar innerlijk doortrokken van kwaad en tragiek.
De tragiek van het onvolmaakte tegenover de schoonheid van dat wat is – dat is de kern van deze bundel. Dat krijgt vorm in de herkenbaar lichte, precieze en bijna vertellende taal waardoor ieder gedicht een fragmentje uit de werkelijkheid lijkt: vergankelijk en beklijvend tegelijk.
GEACHTE ORDE DER PLATVISSEN,
Uw lichaamsbouw is al zo moeizaam tot een leefbaar compromis
aangepast aan het bodemleven van ondiepe kustwateren, dat
vooral de tarbot (Scophthalmus maximus) zijn brede lijf, niet
alleen onder water bekend om het zeer smakelijke vlees, maar
nauwelijks weet te beschermen. Geen wonder dat deze dieren
de wereld meestentijds doodstil ingegraven ondergaan, met
wanhopig-loensende blik benijdend hun familieleden die kleiner
of smaller, smeriger (schurftvis) of slimmer zijn (de topknot,
levend in noordelijke zeeën). Mag ik mijn symmetrische hoofd met
lichte aanpassingen daarom bescheiden doch beslist aanbevelen ten
behoeve van een wat frivoler tarbotbestaan, vol heuse ledematen?
Met vriendelijke groet.
ISBN 9789028240742
€ 14,50
Bestel