(Charles-Ferdinand Ramuz): de onverbiddelijke kroniek van een aangekondigde catastrofe
Een groep herders leidt de koeien van een Zwitsers bergdorp voor de zomermaanden naar Sasseneire, een braakliggende alpenweide, vlak onder de gletsjer, waar zich twintig jaar eerder vreemde ongelukken hebben voorgedaan. Volgens de oudere dorpsbewoners is die weide vervloekt, maar onder druk van de jongeren gaat de kudde er toch heen. Als de koeien besmet raken met de ‘ziekte’, worden vee en herders in quarantaine geplaatst. De bange, bijgelovige, van de buitenwereld afgezonderde herders verliezen gaandeweg hun menselijkheid. Dan slaat alles om – de grote angst grijpt om zich heen.
De grote angst in de bergen geldt als het meesterwerk van Charles-Ferdinand Ramuz (1878-1947). Ramuz schreef tragische verhalen over boeren uit de wijndorpen en herders uit het hooggebergte, en gebruikte daarbij een uiterst vernieuwende, beeldende taal.
Deze Zwitserse klassieker is nu voor het eerst vertaald naar het Nederlands, door Rokus Hofstede.