Film: La Grande Bellezza (2013).
Regie: Paolo Sorrentino.
Genre: nostalgisch melodrama.
‘Opgewarmde rijst is lekkerder dan gekookte rijst,’ zegt kunstcriticus Jep Gambardella, de geblaseerde protagonist van La Grande Bellezza (LGB) tegen de (hoofd)redactrice van de krant waarvoor hij schrijft. In culinaire zin mag daar veel voor te zeggen zijn, in overdrachtelijke zin: wat minder. Al die hysterische beroepskijkers die La Grande Bellezza de afgelopen dagen vijf sterren hebben gegeven, vieren het feest der herkenning.
LGB ziet eruit als een meesterwerk, de film bedwelmt en onderhoudt als een meesterwerk, houdt je hongerig als een meesterwerk (zelf wil ik LGB een dezer weken nog een keer gaan zien), maar is toch vooral een meesterlijke herhalingsoefening.
LGB is opgewarmde rijst.
Twee van die vijf consensussterren zou ik er dan ook graag af-onderhandelen.
Het verhaal van LGB is heel eenvoudig: protagonist Jep heeft veertig jaar geleden een roman geschreven en scheidt sindsdien alleen nog maar journalistiek werk af. Hij leidt een feestend leven en als kort na elkaar twee dierbaren overlijden (een jeugdliefde en een nieuwe liefde) raakt hij in een depressie, of treedt zijn depressie aan de oppervlakte. De tegenstelling vlees (leven) en steen (standbeelden, dood) is een van de belangrijkste beeldende motieven van LGB. Jep is een levend standbeeld, hij zit vast in de conventies van zijn milieu.
Al vroeg in de film worstelt Jep met een existentieel onbehagen. Hij zoekt naar manieren om zijn leven betekenis te geven, het te laten doorbloeden. Wanneer hij de strippende dertigster leert kennen die later zijn geliefde wordt, Ramona heet ze, zegt hij dat ze een man moet zoeken, een gezin moet stichten: ‘Een gezin is iets moois.’
‘Ik ben niet geschikt voor mooie dingen,’ antwoordt ze.
Jep lijkt hetzelfde standpunt in te nemen.
Wanneer Jep en Ramona naar de begrafenisplechtigheid moeten van een jongen die zich heeft doodgereden (zelfmoord), legt Jep aan Ramona uit hoe je zelfs tijdens een teraardebestelling het ‘fare la bella figura’ in praktijk moet brengen. Verrassend genoeg raakt hij, als één van de dragers van de kist, in het gangpad van de kerk, zo gegrepen door verdriet dat hij onstelpbaar begint te huilen.
Als later ook Ramona sterft, kun je Jep’s wanhoop haast door de soundtrack heen horen gonzen.
Dankzij een ontmoeting met een 104-jarige non rijpt het inzicht, bij Jep, dat hij zijn ziel alleen kan redden door te offeren: hard werken, literatuur bedrijven.
De romankunst moet Jep brengen waarvoor een gezin, het geloof, feesten en drugs enkel surrogaat zijn: voldoening.
LGB is een opera die transformeert tot mis. Van iemand die alleen kan nemen, consumeren, wordt Jep iemand die weer kan geven, produceren, en delen. Het is prachtig en virtuoos gedaan/gekozen – camerawerk, decor, acteren, verhaalcompositie – maar je hebt het allemaal al eens gezien of gelezen (Proust, Huysmans, Fellini, Visconti, Scola).
Sorrentino had het verhaal van Jep niet beter kunnen construeren, situeren en vormgeven dan hij heeft gedaan. Alleen… had hij niet beter een ander verhaal kunnen vertellen?
Geprivilegieerde, lethargische babyboomer komt tot het inzicht dat hij sterfelijk is… tja… nou… Zoals de Nederlandse filmmaker Jaap van Heusden in dit soort gevallen zegt: ‘Gast… de wereld staat in brand… welk verhaal ga jij mij vertellen?’
Het is prettig mijmeren in je handgemaakte jasje op je comfortabele buitenmeubilair… en Jep kan er heerlijk gekweld bij kijken… Maar voor de status quo – cinematografisch, politiek, maatschappelijk – is LGB niet gevaarlijker of offensiever dan het eerste het beste interieurtijdschrift…
En ik vrees dat dat – het keurmerkje veilig kijken – één van de oorzaken is voor het hysterische enthousiasme van de beroepskijkers. Je vergapen aan rijkdom en schoonheid en je dan ook nog moreel superieur mogen voelen aan de protagonist van de film: goeie deal! Lekker!
Eindoordeel: geweldige film van een onsterfelijk talent dat zijn klauwen wel wat agressiever in de wereld mag slaan. Drie over het zeewater waaiende meeuwenkreten (3/5).
Waarbij zij aangetekend dat ik Miguel Gomes’ Tabu (2013) nog steeds de beste film vind die ik dit jaar heb gezien.
Tirade – laat zich niet zo gemakkelijk meeslepen.
Soundtrack: Ramona. En: Zbigniew Preisner – Dies Irae .
Toegift – drie linkjes.
Ik zou het laten weten als de trailer van Wes Andersons The Grand Budapest Hotel (2014) online was. Het is zover: bekijk ’m hier.
Er is een interessante nieuwe site over Jeroen Mettes online.
En op de website van VPRO boeken: Beest, een aflevering van ‘Groeten uit Harkdorp’, de Tirade regiosoap.
Zo… van tien tot twaalf vergaderen met mijn Management Team, dan een lange lunch buiten de deur, vanmiddag genieten van het superieure proza van de superieure Maxim Februari in de NRC en dan… hups de avond in!
Volgende week: ‘Elle s’en va’, Circus Kribbe. En meer.
*Titelverklaring van dit stukje: Jep zit regelmatig met zijn vrienden op zijn gigantische Romeinse balkon – uitzicht op het aan de overkant gelegen Colosseum. Op een avond sloopt hij één van zijn vriendinnen totaal, verbaal wel te verstaan. Hij vindt haar te hard in haar oordelen over de tijdgeest en haar vrienden en vindt dat ze net zo’n grote puinhoop van haar leven heeft gemaakt als de mensen die ze met haar verwijten bestookt: haar man gaat vreemd, zelf heeft ze haar elf romans alleen maar kunnen publiceren dankzij haar connecties en dan is ze nog een waardeloze moeder ook. Jij bent net zo erg als wij allemaal, stelt Jep, dus wees mild: ‘Bezie ons met affectie.’. In het licht van de verdere verwikkelingen van LGB krijgt deze opmerking een steeds ironischer betekenis – en mijn punt is natuurlijk dat Sorrentino’s blik op zijn tijd wat al te affectief is.