‘Natuurlijk zijn er mooie meisjes. Dat is het probleem niet. Je zou ze voorzichtig willen natekenen met een potlood. Je zou willen schaatsen over de gladde glooiingen met precieze vingertoppen. Je zou met de tong van de fijnproever heel even willen raken aan de perfecte balans van rondingen, lijnen, vorm en volume. Liever nog zou je willen dat ze zich gewoon zouden uitkleden en dat je er niets mee hoeft te doen. Ze mogen zijn als een foto, volmaakt suggestief of expliciet uitgelicht en je zult haar met genoegen downloaden.
Zulke meisjes zijn zoals Milo Manara ze tekent; hiërogliefen van belofte. Ze staan nooit zonder te poseren en ze hoeven niet te poseren omdat ze al voldoen aan alle eisen als ze alleen maar staan. Je zou ze nooit daadwerkelijk kunnen ruiken, je zou nooit uit pesterij met een minuscuul vetkwabbetje spelen of het zure zweet uit hun oksels likken, al was het maar omdat ze zijn bedacht en precies zo getekend.’
Ilja Leonard Pfeijffer, La Superba (2013; p.21/22).
Milo Manara is deze week te gast op Writers Unlimited in Den Haag, waar hij zal worden geïnterviewd door Hassnae Bouazza – bovendien drukken wij in Tirade 452 een tekening af van de Italiaanse beroemdheid.
Tot zover het motto van deze blogpost… we gaan beginnen.
Nymphomaniac (NFM)
Tijdens de vier uur die deel I en deel II van NFM samen beslaan, moest ik twee, misschien drie keer verzitten om een opkomende erectie wat ruimte te geven. En dat terwijl ik, bij wijze van spreken, al een stijve krijg als ik een foto van Nelleke Noordervliet zie. Een pornofilm is NFM dus niet.
Film: Nymphomaniac (2014).
Regie: Lars von Trier. Dat ‘von’ heeft de snob/marketeer/crowd pleaser er zelf bij verzonnen. Dat schrappen we dus weer.
Verhaal: in ILP’s La superba (2013) vindt de verteller een vrouwenbeen… spannend… maar Nyphomaniac gaat nog ‘een stapje’ (woordspeling!) verder… daar wordt een complete vrouw gevonden! De eerlijke vinder, Seligman, neemt de vrouw, Joe, mee naar huis – en daar vertelt ze hem haar sekslevensverhaal.
Boring!
Nymfomanie is volgens het woordenboek (nul plaatjes!): ‘ziekelijk verhoogde (permanente) geslachtsdrift’*. De jonge Joe kijkt inderdaad vrij leip uit haar ogen. Misschien zit nymfomanie in haar DNA. Misschien is haar ‘ziekelijk verhoogde (permanente) geslachtsdrift’ een reactie op haar opvoeding: ze noemt haar moeder, in retrospectie, ‘a cold bitch’ en de film, NFM, toont hoe de moeder het liefst, met haar rug naar de andere gezinsleden, patience (in het Engels: Solitaire…) speelt – in deel twee van NFM speelt Joe zelf ook een keer Solitaire, trouwens.
Het is in dit ‘kader’ (woordspeling!) interessant om Triers protagonist te vergelijken met Brandon, de protagonist van Steve McQueens Shame (2011). Brandon is ook seksverslaafd en in Shame wordt dat op een Dr. Phil/Freud light achtige manier verklaard uit een ‘trauma’. Waar Joe’s ‘ziekelijk verhoogde (permanente) geslachtsdrift’ in NFM vandaan komt blijft – gelukkig voor de kunst – uiteindelijk dus gissen. Waar het allemaal toe leidt niet: een waaier aan seksuele ervaringen, afstomping, slecht helende wonden (een bloedende clitoris – lekker) en eenzaamheid.
In het eerste deel van NFM lijkt Joe nog wel plezier aan seks te beleven. In het tweede deel zien we hoe ze haar seksuele gevoel verliest, geen orgasmen meer kan krijgen en het genot terug probeert te vinden langs de weg van de pijn – het levert onprettige sequenties op waarin Joe zich laat vernederen en slaan.
Maar ieder nadeel heb z’n voordeel: de kennis die Joe opdoet dankzij de klappen en zweepslagen van haar meester komt goed van pas als ze een soort van deurwaarder wordt en wanbetalers mag gaan afpersen en intimideren.
In de visie van Trier lijkt lust vooral ellende en ongeluk op te leveren. Fijne calvinist.
De aseksuele gesprekspartner van Joe heet vast niet toevallig Seligman (Hebreeuws voor ‘de gelukkige’ zoals we braaf uitgelegd krijgen (en in het Duits is Seligmann ‘de gezegende’ voeg ik daar aan toe)). Seks leidt tot troubles and struggles.
Mijn visie op de vrouwelijke seksualiteit is romantischer, zoeter en vrolijker dan die van Trier, maar als NFM wil bijdragen aan de emancipatie van ‘de’ vrouw en aan het karteren van de fantasieën/wensen/werkelijkheden van ‘de’ vrouw: duimpje!
Maar (pseudo-)goede bedoelingen maken nog geen goede cinema…
NFM is toch vooral ’50 tinten grijs’ voor huisvrouwtjes (m/v) die te lui of te dom zijn om te lezen . De film vraagt niks van je. Je verveelt je te pletter.
Net als Tarantino soms doet heeft Trier zijn verhaal onderverdeeld in ‘hoofdstukken’ – daarmee is het compositorische vernuft van de klassieke romancier echter nog niet vaardig over hem geworden: NFM is stumperig en amateuristisch geconstrueerd, dat is vast bedoeld als parodie op/conformering aan de pornoconventie waarin de krakkemikkige handeling er immers ook alleen toe dient je van de ene wip naar de andere te transporteren. Maar waarom zou je alleen de zwakste kenmerken van een genre overnemen?
Bombastische, vaak lachwekkende verwijzingen naar Bach, Poe, Mann, Wagner, de bijbel, de antieken, Leonardo van Pisa/Fibonacci, polyfonie, Beethoven en De gulden snede tillen NFM niet naar het niveau waarop hoge kunstenaars en wetenschappers opereren.
De scènes waaruit NFM is samengesteld zijn als eye candy prima te verdragen trouwens, vooral dankzij de theatrale, dramatische en pontificale cameravoering – geraffineerder dan in de dagen van Dogma ’95, maar nog steeds prettig ruw – de sterke cast* en de natuurbeelden waarmee de sequenties zijn doorsneden.
Thomas Rosenboom schreef in 2001 dat hij bij het zien van Triers Breaking the Waves (1996) twee keer had gehuild: ‘met ontroering had dat overigens niets te maken, het was meer biologisch meehuilen met een soortgenoot in nood, een volkomen autonome, fysiologische reactie, afgedwongen door het harde realisme in close-up, ik bedoel: Breaking the Waves werkt net zo op de traanklieren als een pornofilm op de geslachtsklieren.’ (Aanvallend spel, 2002;p.26).
Vergelijkbare opmerkingen zou je over handenvol sequenties in NFM kunnen maken. Wie kijkt onbewogen toe wanneer een vrouw zich vrijwillig in het gezicht laat stompen door een zwartgehandschoende mannenvuist?
Ik niet.
Omdat Trier als cineast eigenlijk niet zoveel te vertellen heeft, en als stilist over een klein palet beschikt, zoekt hij zijn toevlucht tot het toedienen van emotionele mokerslagen. De bezoeker van een Trier-film kan zijn verstand en zijn gevoel voor esthetiek thuislaten, hij hoeft alleen maar te incasseren. Baf, paf.
Vergelijk Triers werk nou eens met dat van andere levende filmmakers: Wes Anderson, Paolo Sorrentino, Sofia Coppola. Handeling, psychologie, stilistiek: het werk van Trier is vergeleken met dat van zijn beste tijdgenoten een beetje lomp en dommig. Kinderachtig, in plaats van kinderlijk.
Trier is net zo’n manipulatieve, sadistische klootzak als Michael Haneke – en zijn notie van ‘authenticiteit’ is nog lomper en primitiever dan die van de Oostenrijker. Maar gelukkig wonen er in ons deel van de wereld, in Noord/West Europa, genoeg masochisten om de twee beulen van de Europese cinema volle zalen te bezorgen.
Trier wordt vaak een enfant terrible genoemd. Sure. Het enige wat werkelijk schokt aan Nymphomaniac is het gemak waarmee de film de media weet te prikkelen… journalisten, columnisten, critici… iedereen sprong er bovenop (no pun intended).
Eindoordeel NFM: saai. Twee op een sterfbed omklemde takjes met essenblad (2/5).
Ik teken er dit bij aan: was NFM verguisd, genegeerd, geboycot, dan was ik de eerste die zijn smaakoordeel terzijde schoof om het voor de film op te nemen. Jammer genoeg is dat niet nodig.
Bonusmateriaal
Mijn favoriete NFM rol: Uma Thurman als psychotische, bedrogen echtgenote.
Mijn favoriete NFM scène: de vader van Joe zegt, liggend in een ziekenhuisbed, onder verwijzing naar die gemeenplaats van Epicures (‘als wij er zijn is de dood er niet, als de dood er is zijn wij er niet meer’), dat hij niet bang is om te sterven. Als arts heeft hij genoeg ervaring met de dood om zijn kalmte te kunnen bewaren; hij weet over welke medicijnen zijn behandelend artsen beschikken. De kalme, wijze, humanistische sequentie wordt – o, bittere ironie – gevolgd door sequenties waarin we de vader angstig horen en zien gillen, over de grond zien kruipen, in zijn bed zien schijten. Ik was de enige bezoeker die bij deze wrede, sequenties in schaterlachen uitbarstte. En voor de goede orde: ik lachte niet om het leed van het personage, maar om het dikke hout waarvan Lars planken stond te zagen.
Titelverklaring van deze blogtekst: de uitspraak ‘long is good’ valt niet wanneer de personages praten over de lengte van het mannelijk geslachtsdeel of over de duur van de ideale copulatie. Nee: Joe wil Seligman haar levensverhaal vertellen, maar zegt erbij dat het wel een heel lang verhaal gaat worden. ‘Long is good’ zegt Seligman dan. Een stelling die ik in het geval van NFM niet onderschrijf. Het gesprek van Joe en Seligman doet hier en daar natuurlijk denken aan een biecht of therapeutische sessie. Joe lijdt aan zelfhaat. Maar Seligman probeert haar van haar schuldgevoel te verlossen: ‘If you’ve got wings, why not fly?’*
Tirade – uitputtend.
Soundtrack: Just because it burns, doesn’t mean you’re gonna die.
Volgende week: zacht, lief, charmant.
Noten (wat een scabreus woord in deze context…)
*Als het waar is dat vrouwen beter zijn in Multitasken dan mannen, waarom zijn er dan niet veel meer polygame vrouwen?
* Al was ik de heldin uit Triers vorige film, Melancholia, Kirsten Dunst, graag weer tegenkomen in NFM.
* Aan het slot van NFM schiet Joe Seligman dood met een pistool (fallussymbool). Het is de bekroning van haar seksuele bevrijding/emancipatie. Ze is, in seksueel opzicht, net zo vrij geworden als ze, in onze cultuur, als man zou zijn geweest.
Toegift – de stille prijsvraag
Hey, nog ff over Tirade 450: dat stuk van Henk Broekhuis… dat heb ik geschreven, hahaha! Voor de mevrouw of mijnheer die mij voor 31 december 2013 zou ontmaskeren, stond hier op de oprijlaan een vette Bentley klaar – maar die bak ga ik nou dus lekker zelf in de prak rijden. Het is wel de bedoeling dat je de teksten in Tirade echt leest hè? Als je alleen maar een beetje naar het papier wilt staren, moet je maar zo’n dasmagje kopen. Losers.