Door een dom toeval ontdekte ik dat een van mijn planten slachtoffer is geworden van een bizarre vorm van plantenmishandeling. Caveat emptor, blijkt maar weer onverminderd waar: koper wees op uw hoede. Joris Luyendijk schreef al een bestseller over bankiers die je producten aansmeren die ze zelf niet zouden kopen. Maar de bloemist blijkt al net zo’n boef. Als consument heb je een onderzoeksplicht om je niet te laten belazeren. Maar dan moet je natuurlijk wel weten welke oplichting er zoal in het verschiet kan liggen. Vandaag meer over de cactusmaffia.
Ik kocht een klein cactusje (dacht ik!) bij een winkeltje in mijn straat. Dat winkeltje is er nu niet meer, anders zou ik de eigenaar om verantwoording roepen. En noem mij naïef dat ik geloofde dat het een cactus was, maar de plant leek stekels te hebben, en op zijn ge-3D-printe* plantenpotje stond zelfs een dromedaris, om het woestijngevoel compleet te maken.
Hoe dan ook, in mijn nieuwe Koubachi-app waarmee je planten kan determineren, ging ik op zoek naar mijn cactusje. Mijn andere kamerplanten had ik met de determinatietabel zo gevonden, maar het kleine cactusje was onvindbaar. Gek, want hij had nogal opvallende kenmerken zoals knalrode bloemen. Hij leek wat op de disocactus, maar hij was het duidelijk toch ook niet. Andere bloemen, rechtere takjes.
Ik sloeg aan het googelen en stuitte op een forum waar cactusliefhebbers vragen beantwoorden. Iemand had daar al precies mijn cactusje gefotografeerd en gevraagd welk type cactus het was. Het is geen cactus, schreef een kenner, maar een vetplant, die niet tot de cactusfamilie (cactaceae) behoort. En de bloemen die eraan zitten, zijn niet zijn eigen bloemen maar droogbloemen aan een ijzeren pin die met lijm in de plant zijn geschoten. Pardon?
Ik kon maar nauwelijks geloven dat iemand zoiets geks zou doen, maar ik googelde verder. “Cactus fake flowers”. Het blijkt een internationaal probleem. Plantenverkopers schieten bloemen in onschuldige planten. Het meest misleidende is nog dat het een bepaald type droogbloem is dat reageert op luchtvochtigheid. Bij hoge luchtvochtigheid strekken de bladeren zich uit. Bij droge lucht krullen ze zich weer op tot een bolletje. Zo lijkt het net of de nepbloemen leven, en denkt de consument dat hij goed voor zijn cactus zorgt.
En ja hoor, bij nadere bestudering bleken er inderdaad ijzeren pinnen in mijn cactus te zitten. Het advies was om die eruit te trekken. Ze belasten de plant namelijk in zijn natuurlijke groei. En erger: in zijn bloei. Schijnbaar maakt dit type vetplant, als hij tenminste door zijn baasje ontslagen wordt van zijn taak als cactus, schitterende gele bloemen.
Ik heb net de pinnen uit mijn toch-niet-cactusje getrokken. Daarbij is een van zijn armpjes helaas losgekomen. Verder is de plant redelijk intact gebleven. Ik moet zeggen dat ik hem er een beetje zielig bij vind staan nu, maar misschien is dat mijn schuldgevoel dat ik op de onschuldige vetplant projecteer. In elk geval mag hij vanaf heden zichzelf zijn.
Ook erg: Jonathan Franzen overwoog ooit een Iraakse oorlogswees te adopteren om de jeugd van tegenwoordig beter te kunnen begrijpen. Althans, zo schreef the Guardian een aantal dagen terug. Twitter op hol. Walgelijk walgelijk, vinden de mensen, om zo licht te denken over adoptie. Om een onschuldige oorlogswees te slachtofferen voor de literatuur. Dat deed me eraan denken hoezeer ik me erop verheug dat Franzens nieuwe boek morgen uitkomt. Ik heb er meteen eentje besteld op Amazon. Of ben ik nu weer in een marketing-truc getrapt?
* of is het 3D-geprint?