De cameraploeg zou dinsdag al om half één langskomen, dus tijd om rustig wakker te worden was er niet. Met een ontbijtsigaret tussen mijn tanden haalde ik snel nog even de stofzuiger door de woonkamer en poetste het tafelblad tot het glom. ‘Klamvochtig afnemen’ noemden wij dat vroeger thuis, naar een kort verhaal van Kees van Kooten.*
Mijn moeder was een obsessief klamvochtig afnemer. In één van de herinneringen die me het meest tegenstaan, kruipt ze op handen en voeten achteruit door de woonkamer als een eeuwige dweilslaaf van haar eigen plavuizenvloer. Ik heb al heel lang geleden met mezelf afgesproken dat niemand mij ooit in zo’n vernederende positie zou aantreffen, vandaar dat wij in ons appartement parket hebben van dof, ongelakt hardhout.
Maar toch: de camera ziet alles.
Met veel gestommel kwam de ploeg naar boven. Eerst de verslaggever, een vlezig type van rond de veertig met een jaloersmakende bos halflang haar en een A4-tje vol vragen in zijn hand, gevolgd door een verrukkelijke camera-, geluids- en lichtman die net in zijn eentje alle apparatuur – inclusief statief en whiteboard – drie trappen op had gesjouwd, maar toch aanmerkelijk minder buiten adem was dan zijn collega. Mooie mensen hebben vaak een zwaarder leven, hoor je wel eens zeggen, maar ze kunnen het gelukkig ook beter aan.
Sinds M. vorige week de internationale pers haalde met zijn revolutionaire, volledig geautomatiseerde wiskundebewijs, staat de telefoon roodgloeiend. De Volkskrant, diverse talkshowredacteuren en nu dus EenVandaag willen hem spreken. Via zijn moeder heeft zelfs De Katwijkse Post, het plaatselijke suffertje uit zijn geboortedorp Rijnsburg, hem weten te strikken voor een exclusief interview in de ouderlijke achtertuin, zodat iedereen in de Bollenstreek straks huis aan huis kan lezen over het succes van hun uitgevlogen golden boy in Amerika.
Na ruim vijftien jaar als journalist in Hilversum te hebben rondgelopen, denk ik zo langzamerhand wel te weten hoe je televisie maakt. In de studio heb ik een haarscherp oog voor het kleinste detail, de meest onooglijke oneffenheid, maar thuis mis ik die strenge blik. De scheidslijn tussen huiselijk en bacchanalistisch vervaagt op den duur, al had ik wel de tegenwoordigheid van geest om vlak voor opname een verzameling lege wijnflessen op het aanrecht uit het shot te verwijderen.
Omdat ik M. op geen enkele manier inhoudelijk van dienst kon zijn, beperkte ik mijn bijdrage tot het plaatje: hoe komt hij over op beeld? Hier kwam mijn kortstondige, in de knop gebroken loopbaan als modeontwerper en stylist toch nog van pas.** Wit kan niet op tv, visgraat ook niet. Bovendien was het te warm voor een pak, dus koos ik een blauwlinnen broek van COS en een subtiel maar spectaculair hemd van Kenzo met ingeweven kleurcontrasten op de mouwen en het voorpand, gekocht bij Opening Ceremony in Los Angeles. Mijn man mag dan een nerd zijn, maar wel een gesoigneerde nerd.
De verslaggever, die aanvankelijk duidelijk baalde dat hij met een wiskundig onderwerp zat opgezadeld, bloeide tijdens het interview helemaal op. Toen M. voor de camera een sterk versimpelde uitleg op het whiteboard gaf, zag ik het besef langzaam bij hem indalen. Hij snapte het! Aandoenlijk, hoe mensen zichzelf soms kunnen verbazen.
Om de reportage later netjes te kunnen monteren, had de verslaggever nog wat extra snijshots nodig. ‘Ga maar even koffie zetten of zo’, stelde hij voor, maar gelukkig kapte M. die suggestie resoluut af: ‘Sorry, maar dat is totaal ongeloofwaardig. Ik doe nooit iets huishoudelijks. Als mijn familie me straks op tv ziet met een zak koffiepads, moet ik dat de rest van mijn leven met kerst aanhoren.’
Afgelopen woensdag was de uitzending. Het plaatje klopte. Ze hebben er een aandachtig en verzorgd item van gemaakt, compleet met een apart rekenvoorbeeld op de website. M. spreekt helder, legt een ingewikkeld probleem eenvoudig uit en oogt ontspannen. Van die klamvochtige zweetplekken onder zijn oksels zie je bijna niets.
__________________
* Modermismen, De Bezige Bij, 1984.
** Vanwege een bindende clausule in mijn ontslagprocedure ben ik juridisch tot geheimhouding verplicht voor een periode van tien jaar. Ik beloof dat ik na 1 januari 2017 terug zal komen op mijn loopbaan in de exclusieve herenmode.
Arjen van Lith is freelance journalist en schrijver. Hij debuteerde bij De Harmonie met de verhalenbundel Mijn Snor. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin (Texas), waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.