De presentatie van Roberta Petzoldts debuutbundel Vruchtwatervuurlinie in Dok eerder in januari en de première van van ‘Zwervershart’ in de Roode Bioscoop gisteren hadden gemeen dat op geweldige Amsterdamse locaties voor een groot publiek voluit de poëzie gevierd werd. En dat ik, hoewel ik de twintiger jaren in Berlijn en Petersburg van bijvoorbeeld Paul van Ostaijen en Daniil Charms niet meemaakte, toch voelen kon.
In ‘Zwervershart‘ hebben Felix Srategier, Marko Bonarius en Saskia Meijs gedichten gearrangeerd op muziek; contrabas, altviool, cello (Eilidh Martin), het New Flint Poetry Orchestra. Prachtig werk van Boris Ryzhy, Gerrit Achterberg en Ed. Hoornik en Paul van Ostaijen en Hugo Claus, Carlos Drummond de Andrade, Ingrid Jonker en Antjie Krog, W.B. Yeats en Bertolt Brecht. Muziek helpt poëzie soms en hier werkt dat goed. Om de sfeer van authenticiteit kracht bij te zetten verscheen Antjie Krog na afloop op het podium. Een waardige start van de poëzieweek. Het prachtigst was overigens een instrumentaal stuk, Lo Eterno een uitgeschreven improvisatie van drie musici op een Spaans volksliedje, huiveringwekkend wat poëzie kan doen, maar nu in muziek: direct in het hart aansprekend.
Zoals Joseph Brodsky dat kan, zonder poespas geweldig. Een dichter overigens die in dit palet nog wel thuis zou kunnen horen, hier in vertaling van Peter Zeeman en Kees Verheul het begin van
‘WIEGELIED VAN CAPE COD
voor A. B.
De oostelijke punt van het Imperium zinkt weg in de nacht. Cicaden
verstommen in het gras van gazons. Klassieke citaten
op frontons worden onleesbaar. Het kruis op een spitse toren
donkert onverschillig, net als de fles die nog op tafel staat.
Vanuit een geparkeerde politieauto in de straat
strelen de toetsen van Ray Charles je oren.
Een krab kruipt vanuit de diepe oceaan naar een leeg stuk strand,
graaft zich in in het met klodders zee(p)sop bedekte natte zand
om af te koelen en slaapt in. De klok op een stenen toren stemt
z’n scharende wijzers. Zweet blijft je van het voorhoofd lopen.
De lantaarns aan het eind van de straat zijn als de knopen
van je openhangende overhemd.’
Het is direct, zintuigelijk, beeldrijk en heeft de ongelofelijke kwaliteit je toe te halen naar waar het geschreven werd.
Of dat bij Brodsky nu Sint Petersburg, Florence, Venetië of Cape Cod is. Je bent daar. Brodsky maakt de wereld groot, zoals ook de voorstelling ‘Zwerverhart’ of Roberta Petzoldts debuutbundel dat doen. Van Los Angeles naar Berlijn, naar Cape Cod naar Petersburg.
Goede poëzie is reizen zonder vliegschaamte.